ECLI:NL:OGEAA:2016:572

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
5 september 2016
Zaaknummer
A.R. nr. 2748 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van Boulevard Hotel N.V. in verzoek tot verklaring voor recht tegen Compania Arubano di Parkeer N.V.

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Boulevard Hotel N.V. (hierna: Boulevard) een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap Compania Arubano di Parkeer N.V. (hierna: Aruparking). De procedure is gestart met een verzoekschrift, waarbij Boulevard een verklaring voor recht vroeg. De zaak is behandeld in eerste aanleg en het vonnis is uitgesproken op 24 augustus 2016. Tijdens de zitting op 27 mei 2016 zijn beide partijen verschenen met hun gemachtigden. Boulevard werd vertegenwoordigd door mr. P.R.C. Brown, terwijl Aruparking werd bijgestaan door mr. R.A. Wix.

Het Gerecht heeft in zijn vonnis geoordeeld dat Boulevard niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat voor Boulevard een alternatieve rechtsgang openstond, namelijk de LAR-procedure, die voldoende waarborgen biedt. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Boulevard geen argumenten heeft aangedragen die het Gerecht zouden doen terugkomen op zijn voorlopige oordeel dat het overgelegde stuk een beschikking is in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Hierdoor is de voorlopige conclusie dat Boulevard een andere rechtsgang openstond, definitief geworden.

Daarnaast heeft het Gerecht overwogen dat de rechtsvordering van Boulevard op basis van onverschuldigde betaling ook niet-ontvankelijk is, totdat in een bestuursrechtelijke procedure onherroepelijk is geoordeeld dat Aruparking geen recht had om handhavend op te treden. Boulevard is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde van Aruparking. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechter mr. A.H.M. van de Leur aanwezig was.

Uitspraak

Vonnis van 24 augustus 2016
Behorend bij A.R. nr. 2748 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BOULEVARD HOTEL N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Boulevard,
gemachtigde: de advocaat mr. P.R.C. Brown,
tegen:
de naamloze vennootschap,
COMPANIA ARUBANO DI PARKEER N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Aruparking,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van deze procedure tot 11 mei 2016 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De ingevolge dat vonnis gelaste comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 27 mei 2016. Boulevard is toen verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door dhr. P. Gielen (general manager bij Boulevard). Aruparking is eveneens verschenen bij haar gemachtigde, voor wie mr. E.R. Zeppenfeldt occupeerde, die werd vergezeld door dhr. K. Ruiz (general manager bij Aruparking).
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen. Terwijl Aruparking te dezen refereert aan het oordeel van het Gerecht, heeft Boulevard naar het oordeel van het Gerecht ter zitting geen argumenten aangevoerd die met zich brengen dat het moet terugkomen van zijn voorlopig oordeel dat het als productie 3 bij het verzoekschrift overgelegde stuk een beschikking is in de zin van het eerste lid van artikel 2 van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Uit dat thans definitieve oordeel volgt dat de in het tussenvonnis neergelegde voorlopige conclusie, dat te dezen voor Boulevard een andere met voldoende waarborgen omklede rechtsgang open staat of open stond, te weten de zogeheten Lar-procedure (te voeren bij de bestuursrechter van dit Gerecht na of gelijktijdig met een bij Aruparking in te stellen bezwaar), niet langer voorlopig maar ook als definitief heeft te gelden. Eén en ander brengt met zich dat Boulevard niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de door haar verzochte verklaring voor recht.
2.2
Bij vorenstaande wordt nog overwogen dat de rechtsvordering van Boulevard uit hoofde van onverschuldigde betaling deelt in dat lot en eerst kan worden ontvangen door de burgerlijke rechter indien in een bestuursrechtelijke procedure onherroepelijk is geoordeeld dat Aruparking recht noch titel had om jegens Boulevard handhavend op te treden zoals zij heeft gedaan (en Aruparking in het licht daarvan weigert het door Boulevard betaalde bedrag te restitueren). Zolang dat niet het geval is, moet de burgerlijke rechter juist voorshands aannemen dat Boulevard niet onverschuldigd heeft betaald aan Aruparking.
2.3
Boulevard zal, als de niet-ontvankelijk te verklaren partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Aruparking, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 900,-- per punt). Hierbij wordt nog overwogen dat het per 1 augustus 2016 in werking getreden “nieuwe” Procesreglement (en het daarin neergelegde herziene liquidatietarief) buiten toepassing blijft, omdat deze zaak ten tijde van die inwerkingtreding reeds voor (wijzen van) vonnis stond, zodat geen sprake is van verdere behandeling van een reeds aanhangige zaak in de zin van artikel 138 van dat Procesreglement.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-verklaart Boulevard niet-ontvankelijk in het door haar verzochte;
-veroordeelt Boulevard in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Aruparking, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.