ECLI:NL:OGEAA:2016:581
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Kort geding ontruiming van gehuurd perceel in Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde Eiseres dat Gedaagde het door hem gehuurde perceel binnen drie dagen na het vonnis zou ontruimen. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 2 augustus 2016, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.E. Rosenstand, stelde dat Gedaagde zonder recht of titel in het gehuurde verblijft, aangezien een eerdere beschikking van het Gerecht op 26 april 2016 had vastgesteld dat de huurovereenkomst per 1 juli 2016 was beëindigd. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D.G. Illes, voerde verweer en concludeerde tot toewijzing van de vordering onder de voorwaarde dat hij in een bodemprocedure in het ongelijk zou worden gesteld.
Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van Eiseres bij de ontruiming evident was, gezien de eerdere beschikking die bindende kracht had. Het Gerecht concludeerde dat Gedaagde thans zonder recht of titel in het gehuurde verblijft en dat de ontruimingsvordering van Eiseres in een bodemprocedure waarschijnlijk zou worden toegewezen. Daarom werd Gedaagde veroordeeld om binnen dertig dagen na betekening van het vonnis het perceel te ontruimen. Tevens werd Gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Eiseres waren begroot op Afl. 669,42 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.