Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Afl. 309.217,62” moet verbeterd worden gelezen “Afl. 286,669,77”.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de vennootschap naar Panamees recht, West Indies Investment Companies Incorporated, een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap Inarch (Interior and Architectural Design) N.V. De vordering betreft een claim van onverschuldigde betaling, waarbij West Indies stelt dat zij bedragen heeft betaald aan Inarch die zij ten onrechte heeft voldaan. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, met meerdere comparities en akten, en culminerend in een zitting op 28 april 2016.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 31 augustus 2016 geoordeeld dat de vordering van West Indies onvoldoende grondslag heeft. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de facturen van Inarch niet op een onjuiste berekeningsmethode zijn gebaseerd, maar op een tussen partijen overeengekomen betalingsschema. Bovendien heeft West Indies niet kunnen aantonen dat zij onverschuldigd heeft betaald, aangezien zij niet heeft kunnen specificeren welke tekeningen na beëindiging van de overeenkomsten zijn gemaakt en in rekening zijn gebracht.
Het Gerecht heeft de vordering van West Indies afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 16.200,-- aan salaris voor de gemachtigden. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is een bevestiging van de eerdere overwegingen van het Gerecht, waarbij het belang van duidelijke bewijsvoering en de noodzaak van een goede onderbouwing van claims wordt benadrukt.