ECLI:NL:OGEAA:2016:594

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
12 september 2016
Zaaknummer
E.J. nr. 1201 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om gezag en omgangsregeling in een familiezaken tussen ouders van minderjarigen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 6 september 2016 een beschikking gegeven in een familiekwestie betreffende gezag en omgangsregeling tussen de ouders van minderjarigen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.F.J. Caster, heeft een verzoek ingediend tegen de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg. De procedure is voortgevloeid uit eerdere uitspraken, waaronder een beschikking van 14 oktober 2014, waarin een voorlopige omgangsregeling was vastgesteld. De Voogdijraad heeft in deze procedure advies uitgebracht, waaruit blijkt dat er een communicatiestoornis en spanningen tussen de ouders bestaan, wat het gezamenlijk gezag bemoeilijkt. Het gerecht heeft geconcludeerd dat een gezamenlijke gezagsuitoefening niet in het belang van de minderjarigen is en heeft het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen.

Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader en de minderjarigen op bepaalde dagen en tijden samenkomen. De Voogdijraad heeft geadviseerd om de omgangsregeling te structureren om conflicten te voorkomen. Het gerecht heeft de ouders aangespoord om samen te werken aan de omgangsregeling en heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking benadrukt het belang van een gestructureerde omgang voor de ontwikkeling van de minderjarigen en de noodzaak voor beide ouders om zich in te zetten voor een goede uitvoering van de regeling.

Uitspraak

Beschikking van 6 september 2016
Behorend bij E.J. nr. 1201 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[naam],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F.J. Caster,
tegen:
[naam],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
1. [naam],
2. [naam],
de minderjarigen,
DE VOOGDIJRAAD,gevestigd in Aruba.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 14 oktober 2014. De verdere procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 26 januari 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 21 april 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder en de vader in persoon bijgestaan door hun gemachtigden en namens de Voogdijraad, mevrouw S.M. Maduro;
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 1 februari 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 22 maart 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder en de vader in persoon bijgestaan door hun gemachtigden en namens de Voogdijraad, mevrouw A. Emanuel en mevrouw M. Fingal.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Gelet op hetgeen partijen ter zitting over en weer hebben aangevoerd en met inachtneming van het advies van de Voogdijraad, is het gerecht van oordeel dat partijen niet in staat zijn tot een gezamenlijke gezagsuitoefening. Immers, de communicatiestoornis tussen partijen, alsmede de nog steeds bestaande spanningen tussen partijen, maken het nemen van beslissingen betreffende de minderjarigen en het maken van afspraken over hun verzorging en opvoeding onmogelijk. Er zijn nog steeds conflicten tussen de ouders die zij op de minderjarigen projecteren. Hierdoor dreigen de minderjarigen klem te raken tussen de ouders. Nu deze situatie (ook na psychologische begeleiding) zo lang duurt, is niet te verwachten dat hierin nog verbetering zal komen. Nu het gerecht een gezamenlijke gezagsuitoefening in het belang van de minderjarigen niet wenselijk oordeelt, zal het verzoek worden afgewezen.
Omgangsregeling
2.2
Bij beschikking van 14 oktober 2014 is een voorlopige omgangsregeling bepaald tussen de vader en de minderjarigen. De Voogdijraad adviseert om deze omgangsregeling uit te breiden en acht het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk dat er een gestructureerde omgang met weinig ruimte voor flexibiliteit wordt gehandhaafd ter voorkoming van onnodige conflicten.
2.3
De vader werkt niet in het weekend en werkt door de weeks maandag tot en met vrijdag vanaf 8 uur tot 17.00 uur. Moeder werkt in het weekend.
Het gerecht acht, gelet op het verhandelde ter zitting en het rapport van de Voogdijraad, de zijdens de Voogdijraad voorgestelde omgangsregeling in het belang van de minderjarigen en zal conform voornoemd advies in het belang van de minderjarigen de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen als hieronder aangegeven vaststellen.
2.4
Het gerecht verwacht van de ouders dat zij zich beiden zullen inzetten zodat de omgangsregeling soepel zal verlopen. Het staat partijen vrij onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling en behoren dat in sommige gevallen zelfs te doen. Zo spreekt het vanzelf dat de minderjarige op de verjaardag van de vader en Vaderdag bij de vader is en op de verjaardag van de moeder en Moederdag bij de moeder, en dat de ouders wanneer nodig ruilen om dat te bereiken.
2.5
De kosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen als volgt:
  • woensdag tot en met vrijdag ochtend. Op woensdag haalt de vader de minderjarigen na het werk om 17.15 uur bij de moeder op en krijgt sportspullen (crossbike) mee. Vader brengt de minderjarigen naar sportactiviteiten. Vrijdag brengt de vader de minderjarigen naar school en brengt de sportspullen van de minderjarigen terug bij de moeder,
  • om het weekend zullen de minderjarigen bij de vader verblijven vanaf zaterdag 12 uur tot en met maandagochtend. De vader haalt de minderjarigen op bij de moeder en brengt de minderjarigen maandag ochtend naar school,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gegeven op dinsdag 6 september 2016 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.