ECLI:NL:OGEAA:2016:598

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
B.B. 2491 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.W. van Schendel
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake geldovereenkomst en buitengerechtelijke incassokosten

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, Aanic Legal Services, Trademarks & Consultancy N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van $ 1.897,03, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van betalingsverplichtingen door de gedaagde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 28 oktober 2015 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 23 december 2015 en een conclusie van repliek op 6 april 2016. De gedaagde erkende dat hij in gebreke was, maar betwistte de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten. Het gerecht oordeelde dat de vordering van Aanic toewijsbaar was, aangezien de gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de incassokosten. De rechter veroordeelde de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente en de incassokosten, en stelde de proceskosten vast op Afl. 600,-. Het vonnis werd uitgesproken op 7 september 2016 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 7 september 2016
Behorend bij B.B. 2491 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
AANIC LEGAL SERVICES, TRADEMARKS & CONSULTANCY N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Aanic,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen:
Gedaagde,
wonende in Aruba te [woonadres],
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit de navolgende processtukken/proceshandelingen:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 28 oktober 2015;
- het verweerschrift van 23 december 2015;
- de conclusie van repliek van 6 april 2016;
- de op 8 juni 2016 aan Aanic verleende akte dat Gedaagde niet heeft gedupliceerd.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Aanic heeft aan Gedaagde (juridische) diensten verleend.
2.2
Gedaagde is tekort geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting uit dien hoofde.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Aanic vordert veroordeling van Gedaagde tot betaling van $ 1.897,03, althans de tegenwaarde in Arubaanse courant, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2015, voorts te vermeerderen met de 15% gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van Gedaagde tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Gedaagde voert verweer tegen de buitengerechtelijke incassokosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gedaagde erkent dat hij in gebreke is in de nakoming van zijn betalingsverplichting maar betwist de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten. De hoofdvordering komt derhalve voor toewijzing in aanmerking.
4.2
Aanic heeft met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten gesteld dat de verschuldigdheid daarvan voortvloeit uit de maandelijkse aanmaningen die worden verstuurd naar Gedaagde. Nu Gedaagde, ondanks het feit dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, geen verweer hiertegen heeft gevoerd, zal het gerecht ook dit deel van de vordering toewijzen.
4.3
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Gedaagde de proceskosten van Aanic moeten vergoeden, welke tot op heden zijn begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde (2 punt van liquidatietarief 2, ad Afl. 250,- per punt), zijnde in totaal Afl. 600,-.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Gedaagde tot betaling aan Aanic van een bedrag van $ 1,897,03, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaanse courant tegen de koers geldende op de dag van betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2015, voorts te vermeerderen met de incassokosten zijnde $ 284,55, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaanse courant tegen de koers geldende op de dag van betaling,
veroordeelt Gedaagde in de kosten van de procedure die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aanic worden begroot op Afl. 600,-,
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W. van Schendel, rechter, en werd uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen, ter openbare terechtzitting van woensdag 7 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.