ECLI:NL:OGEAA:2016:603

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
A.R.B.B. nr. 351 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over geldvordering en buitengerechtelijke incassokosten tussen Gasa Inc. N.V. en AMJR Bookstore V.B.A.

In deze civiele procedure, aangespannen door Gasa Inc. N.V. tegen AMJR Bookstore V.B.A., vordert Gasa een rechterlijk bevel tot betaling van Afl. 4.580,75, inclusief rente en proceskosten. De zaak betreft een overeenkomst voor vervoerdiensten waarbij Gasa AMJR een bedrag van Afl. 3.983,26 heeft gefactureerd, bestaande uit een hoofdsom van Afl. 2.686,96 en bijkomende kosten. AMJR heeft de facturen niet betaald en erkent de hoofdsom, maar betwist de rente en incassokosten. De rechter oordeelt dat de hoofdsom toewijsbaar is en dat de overeengekomen rente van 1,5% per maand niet in strijd is met het maximale rentepercentage. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift, 22 februari 2016. AMJR wordt veroordeeld in de proceskosten van Gasa, die zijn begroot op Afl. 788,37. Het vonnis is uitgesproken op 7 september 2016 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 7 september 2016
Behorend bij A.R.B.B. nr. 351 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GASA INC. N.V. h.o.d.n. GASA INTERNATIONAL,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Gasa,
gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en A.M.N. Thijsen,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMJR BOOKSTORE V.B.A. h.o.d.n. BOEKHANDEL MIA,
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: AMJR,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 22 februari 2016;
- de conclusie van antwoord met producties, ingediend op 6 april 2016;
- de rolbeschikking van 4 mei 2016;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen ter terechtzitting van 12 augustus 2016.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn een overeenkomst aangegaan terzake van vervoerdiensten. Gasa heeft AMJR een bedrag van Afl. 3.983,26 gefactureerd. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom Afl. 2.686,96 en de rente en administratiekosten ten bedrage van Afl. 1.296,30.
2.2
Op de facturen staat onderaan vermeld
“all accounts are due on receipt; 1 ½% interest, 1% administration fee per month as well as 15% collection costs and all legal expenses on each and all overdue amount. By signing this invoice the client declares being in conformity with these conditions, as well as having received abovementioned shipment complete and in good condition”.
2.3
De facturen zijn namens AMJR ondertekend.
2.4
AMJR heeft de facturen niet betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Gasa vordert, uitvoerbaar bij voorraad, een rechterlijk bevel tot betaling van Afl. 4.580,75, te vermeerderen met de rente en met veroordeling van AMJR in de proceskosten.
3.2
Gasa grondt de vordering erop dat AMJR is tekort geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting.
3.3
AMJR erkent de vordering wat betreft de hoofdsom maar voert verweer tegen de overeengekomen rente, administratiekosten en de buitengerechtelijke incassokosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
De hoofdsom komt voor toewijzing in aanmerking.
4.2
Gasa vordert “
administatrion fee”van 1% per maand, rente van 1,5% per maand en buitengerechtelijke incassokosten. Het gerecht acht “
administatrion fee”niks anders dan buitengerechtelijke incassokosten. De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden vastgesteld op Afl. 375,- (1.5 punt van het liquidatietarief 2). Dit overeenkomstig het procesreglement dat per 1 augustus 2016 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: Hof) is vastgesteld.
4.3
De overeengekomen rente van 1,5% per maand is niet in strijd met het door het Hof [1] aanvaarde maximale rentepercentage en komt voor toewijzing in aanmerking. Aangezien onduidelijk is vanaf wanneer AMJR in verzuim is getreden, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf 22 februari 2016, zijnde de datum van indiening van het verzoekschrift.
4.4
AMJR zal als de in het overwegende mate in het ongelijk te stellen partij de proceskosten van Gasa moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt AMJR tot betaling aan Gasa van een bedrag van Afl. 2.686,96, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand vanaf 22 februari 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald en vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 375,-;
5.2
veroordeelt AMJR in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Gasa worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht, Afl. 188,37 aan oproepingskosten en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Het (destijds) Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 25 mei 1999, ECLI:NL:OGHNAA:1999:AH7917.