ECLI:NL:OGEAA:2016:607
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding over tijdelijke voogdij van minderjarige kinderen in verband met beschuldigingen van mishandeling
In deze zaak, die op 14 september 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiser verzocht om de tijdelijke voogdij over de minderjarige kinderen van partijen. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.S. Croes, vorderde dat de kinderen tijdelijk bij hem zouden komen wonen, omdat hij vermoedde dat gedaagde, de moeder van de kinderen, hen mishandelde en dat haar vriend hen onzedelijk betastte. Gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, ontkende de beschuldigingen en stelde dat de vader de kinderen tegen haar opstookte.
De procedure omvatte een openbare terechtzitting op 9 september 2016, waar ook een vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig was. Tijdens deze zitting werd een risicotaxatie uitgevoerd door een psycholoog, maar er werden geen aanwijzingen gevonden dat de kinderen blootgesteld werden aan onzedelijkheden. De Voogdijraad concludeerde dat beide ouders onvoldoende inzicht hadden in de gevolgen van hun gedrag op de kinderen en dat er een voorlopige ondertoezichtstelling aangevraagd zou worden.
De rechter oordeelde dat er onvoldoende aanleiding was om de vordering van eiser toe te wijzen, vooral omdat het onderzoeksrapport dat aan de voorgenomen ondertoezichtstelling ten grondslag lag, niet was ontvangen. De vordering werd afgewezen en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. P.A.H. Lemaire in tegenwoordigheid van de griffier.