ECLI:NL:OGEAA:2016:616

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
E.J. 1775 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens beledigende uitlatingen op sociale media

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 september 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Calabas Hotels N.V. en de werknemer [X]. De werknemer was sinds 10 september 2007 in dienst als kelner en is op 8 april 2016 op staande voet ontslagen na het plaatsen van beledigende en bedreigende berichten op Facebook over haar leidinggevenden. De werkgever, Calabas, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, en met veroordeling van [X] tot vergoeding van de proceskosten.

Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de uitlatingen van [X] op Facebook zeer grof en beledigend waren, en dat deze opmerkingen niet alleen ongepast waren, maar ook een negatief imago voor het bedrijf opriepen. Het Gerecht oordeelde dat de vrijheid van meningsuiting van [X] niet opwoog tegen de belangen van de werkgever en de andere werknemers. Het verweer van [X] dat zij niet specifiek tegen een persoon had gericht, werd verworpen, aangezien de opmerkingen duidelijk gerelateerd waren aan haar werkomgeving.

Uiteindelijk heeft het Gerecht de arbeidsovereenkomst ontbonden zonder enige vergoeding aan [X] en haar veroordeeld in de proceskosten van Calabas. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werknemers om zich op sociale media op een professionele manier te uiten, vooral in relatie tot hun werkgever en collega's.

Uitspraak

Beschikking van 13 september 2016
Behorend bij E.J. 1775 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
CALABAS HOTELS N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Calabas,
gemachtigde: de advocaat mr. L.J Pieters,
tegen:
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de bij brief van 25 augustus 2016 overgelegde producties zijdens Calabas;
- de behandeling ter zitting van 30 augustus 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[X] is sedert 10 september 2007 in dienst bij [Z] in de functie van kelner.
2.2
In een uitgebreide post van [X], door haar omstreeks 2 april 2016 op Facebook geplaatst, is onder meer opgenomen (in de Nederlandse vertaling):
Een verdomde stomme Colombiaanse hoer die denkt dat ze voodoo voor mij kan doen, luister goed stommeling, als je mij schade zou willen berokkenen op het werk, dan heb ik een advies voor jou…ga naar een cursus Engels, want wat je spreekt is niet meer dan stront…Ik trek me van geen enkele kut iets aan omdat ik…kan werken waar ik wil, want in jou geval… door alle ballen die je hebt gelikt van die oudjes om een positie te verwerven, had je nooit zo’n verdomd smerige supervisor kunnen zijn (…)
En in andere berichten:
Rottige stommelingen met valse tanden, je bent erg miserabel wat triest en zonde voor jou (…) verkeerd gebaarde smerige hoerendochters verdoemde vuile teven (…)
En verder:
(…) een vervloekte Colombiaanse klootzak van een teef (…)
(…) als je dacht dat ik alleen ben op Aruba, raak mij aan en je zult zien hoe laat het is wen de Haïtianen zijn (…)
(…) dacht je dat dit bedrijf van jouw is, of je gaat naar je moer, nooit (…)
(…) voor de vele malen dat je aan de ballen van de oudjes zuigt om een positie te verkrijgen, je kan nooit in je leven een vervloekte klootzak van een supervisor zijn zo vies, nergens anders kan je een supervisor zijn (…)
(…) God zij dank heb ik geen valse en verrotte tanden (…) klootzakken kwallen en kom raak me aan als je kan (…)
2.3
In haar Facebookprofiel heeft [X] vermeld dat zij werkzaam is bij [Z].
2.4 [
[X] is op 8 april 2016 op staande voet ontslagen.
2.5
Bij vonnis in kort geding van 19 augustus 2016 is de vordering van [X] tot – kort gezegd – doorbetaling van loon en wedertewerkstelling afgewezen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
Calabas verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst met [X] met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [X] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Calabas grondt het verzoek, samengevat, erop dat [X] zich op facebook zeer onbehoorlijk en bedreigend heeft uitgelaten over haar leidingevende(n).
3.3 [
[X] voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
In het vonnis in kort geding heeft de voorzieningenrechter overwogen:
4.2
Niet in geschil is dat [X] op Facebook een aantal berichten heeft gepost waarin zeer grof taalgebruik voorkomt. Ook staat vast dat [X] bij haar profiel heeft vermeld dat zij werkzaam is bij [Z]. Partijen zijn het er voorts over eens dat op 2 april 2016 [X] en haar leidinggevenden een meningsverschil hebben gehad. Daarover heeft die leidinggevende bij HRM een klacht ingediend.
4.3
Dat de opmerkingen van [X] op Facebook (zeer) beledigend zijn, behoeft geen betoog. In dat opzicht spreken de teksten voor zich. De bij de feiten vermelde citaten zijn overigens slechts een kleine selectie van de weinig aan de verbeelding overlatende opmerkingen van [X]. Die heeft zich echter verweerd met de stelling dat zij die post niet heeft gericht tegen een specifiek persoon, maar “in het algemeen” haar opmerkingen heeft gemaakt. Dat standpunt volgt het Gerecht niet.
4.4
Voor een willekeurige lezer op een betrekkelijk openbaar medium als Facebook kunnen de door [X] geplaatste opmerkingen moeilijk anders worden gelezen dan dat zij die richt tegen mensen met wie zij werkt c.q. leiding aan haar geven. De opmerkingen zijn immers specifiek, namelijk gerelateerd aan de gezagsverhouding en werkomgeving waarin [X] werkt. De omstandigheid dat de naam van haar collega’s en/of leidinggevende(n) niet is vermeld maakt dit niet anders.
4.5
Deze opmerkingen vallen ruim buiten de door [X] bepleite vrijheid van meningsuiting, nu dat recht niet kan worden ingezet om onbelemmerd met schuttingtaal over collega’s op social media te spreken. Zo dit recht al op deze wijze kan worden uitgeoefend, behoeft van een werkgever niet te worden verwacht dat hij accepteert dat een werknemer zich op een dergelijke wijze over zijn of haar collega’s uitlaat, nu dat onmiskenbaar een sterk negatief imago van het bedrijf oproept en het bovendien een taak van een goed werkgever is om andere werknemers tegen opmerkingen zoals deze te beschermen.
4.2
Het gerecht kan zich, ook in het kader van de vraag of sprake is van een dringende reden in de zin van artikel 7A:1615w lid 2 BW, vinden in bovenstaande overwegingen en neemt deze in zijn geheel over.
4.3
Het verweer van [X] dat zij niet de gelegenheid heeft gehad om een en ander uit te praten gaat niet op. Ook ter zitting volhardde [X] bij haar standpunt dat zij het volste recht heeft zich op facebook op bovenstaande wijze te uiten. Dat [X] ook maar een spoortje van spijt van haar gedraging heeft is niet gebleken. Een goed gesprek had dus niet bijgedragen aan de oplossing van het arbeidsgeschil. Dat Calabas de arbeidsovereenkomst wil beëindigen omdat [X] lid is van de vakbond is niet gebleken.
4.4
De arbeidsovereenkomst zal daarom – voor zover nodig worden ontbonden zonder enige vergoeding. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [X] de proceskosten van Calabas moeten vergoeden

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst – voor zover nodig met ingang van vandaag;
kent aan [X] geen vergoeding toe ten laste van Calabas;
veroordeelt [X] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Calabas worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 174,92 aan explootkosten en Afl. 2.500, aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 13 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.