In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, een loonvordering ingediend tegen verweerster, [naam bedrijf], vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Rosenstand. De procedure vond plaats op 20 september 2016, na een mondelinge behandeling op 30 augustus 2016 waarbij verzoekster niet aanwezig was. De kern van het geschil betreft de betaling van loon door [naam bedrijf] aan verzoekster voor werkzaamheden die zij heeft verricht van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015. Verzoekster stelt dat zij recht heeft op doorbetaling van haar salaris, terwijl [naam bedrijf] aanvoert dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is en dat de arbeidsovereenkomst derhalve als onbepaalde tijd geldt.
Het Gerecht oordeelt dat [naam bedrijf] haar loonbetalingsverplichting niet is nagekomen en dat verzoekster recht heeft op een bedrag van Afl. 3.863,03 bruto. Echter, het Gerecht overweegt ook dat verzoekster haar werkzaamheden heeft opgeschort en dat zij geen aanspraak kan maken op loon voor de periode na 12 december 2015, omdat zij zich niet beschikbaar heeft gehouden voor haar werk. De loonvordering wordt daarom gematigd tot nihil voor de periode na 12 december 2015. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.