ECLI:NL:OGEAA:2016:619

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
EJ nr. 818 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidsovereenkomst en loondoorbetaling in geschil tussen werknemer en werkgever

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, een werknemer, een verzoek ingediend tot loondoorbetaling door haar werkgever, [naam bedrijf]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 april 2016 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 28 juni 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2016 waren zowel eiseres als haar gemachtigde aanwezig, evenals de directeur van [naam bedrijf] en diens gemachtigde.

Eiseres was vanaf 30 september 2015 in dienst van [naam bedrijf] voor schilderwerkzaamheden in hotel [naam hotel], met een afgesproken uurloon van Afl. 12,00. Er was een schriftelijke overeenkomst ondertekend, maar eiseres heeft haar werkzaamheden neergelegd op 12 december 2015, omdat haar loon niet was doorbetaald. Eiseres beroept zich op een opschortingsrecht en stelt dat het dienstverband niet is geëindigd, waardoor zij aanspraak maakt op loondoorbetaling tot het einde van het dienstverband.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was, die eindigde op de dag dat het project in hotel [naam hotel] eindigde, namelijk op 12 december 2015. [naam bedrijf] heeft erkend dat zij loon verschuldigd was over de periode van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015, wat resulteerde in een bedrag van Afl. 4.586,20 bruto. Het Gerecht heeft dit bedrag toegewezen en de proceskosten gecompenseerd. De beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch op 20 september 2016.

Uitspraak

Beschikking van 20 september 2016
behorend bij EJ nr. 818 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[eiseres],
wonende in Aruba,
verzoekster, hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
en:
[naam bedrijf] VBA,
gevestigd in Aruba,
verweerster, hierna te noemen: [naam bedrijf],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 11 april 2016,
  • het verweerschrift, ingediend op 28 juni 2016,
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 30 augustus 2016, waaruit blijkt dat verzoekster is verschenen evenals haar gemachtigde en verweerster bij haar directeur dhr. [naam directeur] en haar gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1 [
eiseres] is op 30 september 2015 in opdracht van [naam bedrijf] schilderwerkzaamheden gaan verrichten in hotel [naam hotel] tegen een uurloon van Afl. 12,00.
2.2
Er is een schriftelijke stuk met de titel ‘contrato y reglas de trabajo’ dat op 30 september 2016 is ondertekend door de directeur van [naam bedrijf].
Artikel 2 luidt:
‘El empleado entra en servicio el dia Sept 30, 2015 es contratado-da para la ejecucion del Proyecto de [naam hotel], el cual tendra un lapso aproximado de 8 meses, comenzando a partir del mes de Abril culminando en Noviembre 30,’
2.3 [
eiseres] heeft op 30 september 2015 getekend voor de ontvangst van ‘Reglamento [naam bedrijf] Proyecto [naam hotel] Hotel’.
2.4
Over de periode 25 oktober 2015 tot 12 december 2015 heeft [eiseres] haar werkzaamheden verricht, zonder dat [naam bedrijf] haar loon heeft doorbetaald.
2.5
Op 12 december 2015 heeft [eiseres] haar werkzaamheden neergelegd en beroept zij zich op een opschortingsrecht.
2.6
Op 12 december 2015 heeft [naam hotel] [naam bedrijf] gesommeerd het bouwterrein te verlaten en heeft [prinicipaal bedrijf] de overeenkomst met [naam bedrijf] opgezegd.

3.HET VERZOEK

3.1 [
eiseres] verzoekt, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, haar salaris door te betalen vanaf 25 oktober 2015 tot de dag dat het dienstverband is geëindigd en met veroordeling van [naam bedrijf] in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan dit verzoek legt [eiseres] het volgende - samengevat - ten grondslag.
[eiseres] heeft haar verplichtingen vanaf 12 december 2015 opgeschort, omdat [naam bedrijf] haar salaris niet meer uitbetaalde. Het dienstverband is nimmer geëindigd, aldus maakt [eiseres] aanspraak op loondoorbetaling van haar salaris tot het einde van het dienstverband.
3.3 [
naam bedrijf] voert verweer dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Als eerste dient de vraag te worden beantwoord op welke basis [eiseres] werkzaam was voor [naam bedrijf]. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.2
Volgens [naam bedrijf] zijn partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan, te weten voor de duur van het project bij hotel [naam hotel]. Ingevolge het bepaalde in artikel 7A:1613x BWA dient een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd schriftelijk te zijn aangegaan. Hoewel het ‘contrato y reglas de trabajo’ slechts is ondertekend door [naam bedrijf], kan dit schriftelijke stuk niet los gezien worden van het door [eiseres] op dezelfde dag voor ontvangst ondertekende ‘reglamento [naam bedrijf] Proyecto [naam hotel] Hotel’. Beide stukken in onderlinge samenhang beschouwende rechtvaardigt naar het oordeel van het gerecht de conclusie dat tussen partijen een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand is gekomen. Daar komt bij dat ter zitting is verklaard dat verzoeksters wisten dat zij waren aangenomen voor het project in hotel [naam hotel]. Dit heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege eindigde op de dag dat het project eindigde.
4.3 [
naam bedrijf] heeft onweersproken gesteld dat hotel [naam hotel] haar op 12 december 2015 sommeerde om het bouwterrein te verlaten en dat [principaal bedrijf] hierna de overeenkomst met haar opzegde. Aldus eindigde het project waarvoor [eiseres] was aangenomen op 12 december 2015. Dit heeft tot gevolg dat nadien geen aanspraak meer bestaat op loon.
4.4 [
naam bedrijf] erkent de verschuldigdheid van het loon over de periode 25 oktober 2015 tot 12 december 2015. Zij heeft berekend dat dit Afl. 4.586,20 bruto bedraagt. [eiseres] heeft dit verder niet betwist, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
4.5
Het gerecht acht termen aanwezig om de proces kosten te compenseren.

5.DE BESLISSING

het gerecht:
5.1
veroordeelt [naam bedrijf] om aan [eiseres] te betalen een bedrag ad Afl. 4.586,20 bruto;
5.2
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.3
verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 20 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.