ECLI:NL:OGEAA:2016:621

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
EJ nr. 820 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake loondoorbetaling en beëindiging arbeidsovereenkomst in het kader van schilderwerkzaamheden voor hotel

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend tegen verweerster, [naam bedrijf] VBA, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Rosenstand. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 11 april 2016, gevolgd door een verweerschrift op 28 juni 2016 en een mondelinge behandeling op 30 augustus 2016. De kern van het geschil betreft de loondoorbetaling aan eiseres, die schilderwerkzaamheden verrichtte voor [naam bedrijf] in hotel [naam hotel]. Eiseres stelt dat zij recht heeft op doorbetaling van haar salaris vanaf 25 oktober 2015 tot de beëindiging van haar dienstverband, omdat [naam bedrijf] haar loon niet heeft doorbetaald. Verweerster betwist dit en stelt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd op 12 december 2015, toen het project in hotel [naam hotel] eindigde.

De rechter heeft vastgesteld dat er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was, die eindigde met de beëindiging van het project. Eiseres heeft erkend dat zij haar werkzaamheden heeft opgeschort vanwege het niet uitbetalen van haar salaris, maar de rechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd op de datum dat het project eindigde. Desondanks heeft de rechter geoordeeld dat [naam bedrijf] het loon over de periode van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015 verschuldigd is, wat resulteert in een toewijzing van een bedrag van Afl. 5.142,36 bruto aan eiseres. De proceskosten worden gecompenseerd, en de veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 20 september 2016
behorend bij EJ nr. 820 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[eiseres],
wonende in Aruba,
verzoekster, hierna te noemen [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
en:
[naam bedrijf] VBA,
gevestigd in Aruba,
verweerster, hierna te noemen [naam bedrijf],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 11 april 2016,
  • het verweerschrift, ingediend op 28 juni 2016,
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 30 augustus 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en verweerder bij haar directeur [naam directeur] en bijgestaan door haar gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1 [
eiseres] is op 16 augustus 2015 in opdracht van [naam bedrijf] schilderwerkzaamheden gaan verrichten in hotel [naam hotel] tegen een uurloon van Afl. 12,00.
2.2
Op 16 augustus 2015 heeft de directeur van [naam bedrijf] een schriftelijke stuk met de titel ‘contrato y reglas de trabajo’ ondertekend.
Artikel 2 luidt:
‘El empleado entra en servicio el dia 16/08/2015 es contratado-da para la ejecucion del Proyecto de [naam hotel] HOTEL, el cual tendra un lapso aproximado de 8 meses, comenzando a partir del mes de Abril culminando en Noviembre 30,’
2.3 [
eiseres] heeft op 16 augustus 2015 getekend voor de ontvangst van ‘Reglamento [naam bedrijf] Proyecto [naam hotel] Hotel’.
2.4
Over de periode 25 oktober 2015 tot 12 december 2015 heeft [eiseres] haar werkzaamheden verricht, zonder dat [naam bedrijf] haar loon heeft doorbetaald.
2.5
Vanaf 12 december 2015 beroept Izquierda zich op een opschortingsrecht en heeft zij haar werkzaamheden gestaakt.
2.6
Dezelfde dag heeft Hotel [naam hotel] [naam bedrijf] gesommeerd haar terein te verlaten en aansluitend heeft de principaal van [naam bedrijf] , [naam principaal bedrijf], de onderaanneem-overeenkomst met [naam bedrijf] beëindigd.

3.HET VERZOEK

3.1 [
eiseres] verzoekt, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, haar salaris door te betalen vanaf 25 oktober 2015 tot de dag dat het dienstverband is geëindigd en met veroordeling van [naam bedrijf] in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan dit verzoek legt [eiseres] het volgende - samengevat - ten grondslag.
[eiseres] heeft haar verplichtingen vanaf 12 december 2015 opgeschort, omdat [naam bedrijf] haar salaris niet meer uitbetaalde. Het dienstverband is nimmer geëindigd, aldus [eiseres] maakt aanspraak op loondoorbetaling tot het einde van het dienstverband.
3.3 [
naam bedrijf] voert verweer dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Als eerste dient de vraag te worden beantwoord op welke basis [eiseres] werkzaam was voor [naam bedrijf]. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.2
Volgens [naam bedrijf] zijn partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan, te weten voor de duur van een project bij hotel [naam hotel]. Ingevolge het bepaalde in artikel 7A:1613x BWA dient een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd schriftelijk te zijn aangegaan. Hoewel het ‘contrato y reglas de trabajo’ niet is ondertekend door [eiseres], kan dit schriftelijke stuk niet los gezien te worden met het door haar op dezelfde dag voor ontvangst ondertekende ‘reglamento [naam bedrijf] Proyecto [naam hotel] Hotel’. Beide stukken in onderlinge samenhang beschouwende leidt tot de conclusie voldaan is aan het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7A:1613x BWA. Daar komt bij dat ter zitting is verklaard dat verzoeksters wisten dat zij waren aangenomen voor het project in hotel [naam hotel].
Dit heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigde op de dag dat het project eindigde.
4.3 [
naam bedrijf] heeft onweersproken gesteld dat hotel [naam hotel] haar op 12 december 2015 sommeerde om het bouwterrein te verlaten en dat [naam principaal bedrijf] hierna de overeenkomst met haar opzegde. Aldus eindigde het project op 12 december 2015. Dit heeft tot gevolg dat nadien geen aanspraak meer bestaat op loon.
4.4 [
naam bedrijf] erkent de verschuldigdheid van het loon over de periode 25 oktober 2015 tot 12 december 2015. Zij heeft berekend dat het verschuldigde loon Afl. 5.142,36 bruto bedraagt. [eiseres] heeft dit verder niet betwist, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
4.5
Het gerecht acht termen aanwezig om de proces kosten te compenseren.

5.DE BESLISSING

het gerecht:
5.1
veroordeelt [naam bedrijf] om aan [eiseres] te betalen een bedrag ad Afl. 5.142,36 bruto;
5.2
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.3
verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 20 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.