In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend tegen verweerster, [naam bedrijf] VBA, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Rosenstand. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 11 april 2016, gevolgd door een verweerschrift op 28 juni 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2016 waren beide partijen aanwezig.
Eiseres heeft schilderwerkzaamheden verricht voor [naam bedrijf] in hotel [naam hotel] vanaf 17 augustus 2015, maar heeft geen loon ontvangen voor de periode van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015. Eiseres heeft haar werkzaamheden neergelegd op 12 december 2015 en beroept zich op een opschortingsrecht. [naam bedrijf] heeft de arbeidsovereenkomst betwist en stelt dat deze van rechtswege eindigde op de dag dat het project eindigde, namelijk op 12 december 2015.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege eindigde op de dag dat het project eindigde. Echter, [naam bedrijf] heeft erkend dat zij loon verschuldigd is over de periode van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015, wat resulteert in een bedrag van Afl. 7.008,95 bruto. Het gerecht heeft dit bedrag toegewezen en de proceskosten gecompenseerd. De beschikking is gegeven op 20 september 2016 door mr. Y.M. Vanwersch.