ECLI:NL:OGEAA:2016:639

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
K.G. no. 1965 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurd perceel in kort geding met vordering tot betaling van achterstallige huur

In deze zaak, die op 21 september 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde Eiseres dat Gedaagde het door hem gehuurde perceel in Aruba zou ontruimen. Eiseres, die in persoon procedeerde, stelde dat Gedaagde in gebreke was met de huurbetalingen en dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming. Gedaagde, ook procederend in persoon, voerde verweer en stelde dat hij beroep had ingesteld tegen een eerdere beschikking van de Huurcommissie, maar kon dit niet voldoende onderbouwen. Het Gerecht oordeelde dat Gedaagde zonder recht of titel in het gehuurde verbleef en dat de ontruimingsvordering van Eiseres in een bodemprocedure waarschijnlijk zou worden toegewezen. Het Gerecht wees de vordering van Eiseres toe, waarbij Gedaagde werd bevolen om binnen dertig dagen het perceel te ontruimen en Afl. 4.500,-- aan achterstallige huur te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 21 september 2016
Behorend bij K.G. no. 1965 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
Eiseres,
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Eiseres,
procederend in persoon,
tegen:
Gedaagde,
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter openbare terechtzitting van 2 september 2016.
1.2
Eiseres en Gedaagde zijn ter zitting verschenen. Partijen hebben naast het beantwoorden van door het Gerecht gestelde vragen in twee termijnen het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiseres vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-Gedaagde beveelt om het door hem van Eiseres gehuurde, te weten het in Aruba te [adres] gelegen perceel (hierna: het gehuurde), na betekening aan Gedaagde van dit vonnis onmiddellijk te ontruimen en te verlaten met medeneming van alle goederen en personen die zich aldaar van zijnentwege bevinden en onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Eiseres, met machtiging van Eiseres om bij gebreke hiervan de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm;
-bepaalt dat Gedaagde ten behoeve van Eiseres een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor iedere dag of deel daarvan indien Gedaagde voormeld te geven bevel niet opvolgt;
-Gedaagde veroordeelt om aan Eiseres te betalen Afl. 4.500,-- aan achterstallige huur plus kosten, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend van 18 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met – zo het Gerecht begrijpt – telkens Afl. 1.500,-- voor iedere maand dat Gedaagde na 31 juli 2016 zonder betaling van huur in het gehuurde verblijft;
-Gedaagde veroordeelt in de kosten van deze procedure.
2.2
Gedaagde voert verweer, en concludeert primair tot afwijzing van het door Eiseres verzochte. Subsidiair concludeert Gedaagde tot toewijzing van het door Eiseres verzochte onder de opschortende voorwaarde dat Gedaagde uiterlijk op 30 november 2016 de huurachterstand heeft betaald en vervolgens de alsdan te verschijnen huurtermijnen telkens tijdig betaalt, met dien verstande dat in geval van ontruiming aan Gedaagde een lange ontruimingstermijn wordt gegund.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Eiseres bij haar vordering volgt uit de aard van die vordering en de daaraan ten gronde liggende stellingen. Het verweer van Gedaagde op dit onderdeel wordt verworpen.
3.2
Vast staat tussen partijen het volgende. Eiseres verhuurt krachtens een daartoe tussen partijen gesloten overeenkomst het gehuurde aan Gedaagde tegen een maandelijks door Gedaagde aan Eiseres bij vooruitbetaling te betalen huurprijs van Afl. 1.500,--. Eiseres heeft bij de bij partijen genoegzaam bekende beschikking van de Huurcommissie van 21 januari 2016 toestemming verkregen om de huur met Gedaagde binnen zes maanden na de uitreiking van die beschikking aan Eiseres op te zeggen. Eiseres heeft op de voet van voormelde beschikking de huur van Gedaagde tijdig bij een door Gedaagde ontvangen brief opgezegd tegen 11 augustus 2016. Verder staat vast dat Gedaagde tot aan de behandeling van dit kort geding Afl. 7.500,-- achterstallig is met de betaling van huur aan Eiseres.
3.3
In het licht van vorenstaande stelt Gedaagde dat hij beroep heeft ingesteld tegen voormelde beschikking. Die door Eiseres bestreden stelling mist voldoende verificatoire (feitelijke) grondslag. Het had te dezen op de weg van Gedaagde gelegen om (1) zijn stelling met stukken te onderbouwen, en (2) aan te geven wanneer precies hij bedoeld beroep heeft ingesteld. Eén en ander brengt mee dat niet voorshands aannemelijk wordt geoordeeld dat Gedaagde beroep heeft ingesteld tegen de beschikking van de Huurcommissie. Tegen de hier geschetste achtergrond wordt wel voorhands aannemelijk geoordeeld dat Gedaagde vanaf 12 augustus 2016 zonder recht of titel in het gehuurde verblijft. Reeds bij die stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de ontruimingsvordering van Eiseres zal worden toegewezen.
3.4
Daar komt nog bij dat Gedaagde in elk geval vijf maanden achterstallig is met de betaling van huur. In een bodemprocedure valt in dat verband het oordeel te verwachten dat die wanprestatie de ontbinding van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst rechtvaardigt, en dat ook op die grond de vorderingen van Eiseres zullen worden toegewezen.
3.5
Vorenstaande brengt met zich dat de thans door Eiseres gevraagde ontruimingsvoorziening zal worden toegewezen, met inachtneming van het hierna onder 3.8 vermelde. Er zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken die een ander oordeel kunnen dragen.
3.6
Nu Gedaagde heeft erkend dat hij Afl. 7.500,-- verschuldigd is aan Eiseres uit hoofde van achterstallige huur, en hij de vorderingen van Eiseres ter zake van betaling van wettelijke rente over dat bedrag en betaling van na 31 juli 2016 te verschijnen huurtermijnen niet heeft bestreden, zal Gedaagde worden veroordeeld om bij wijze van voorschot te betalen aan Eiseres Afl. 4.500,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 18 juli 2016 en voorts te vermeerderen met Afl. 1.500,-- voor iedere maand dat Gedaagde na 31 juli 2016 zonder betaling van huur in het gehuurde verblijft.
3.7
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv volgt dat Eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiseres heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien Gedaagde niet vrijwillig tot nakoming daarvan overgaat. In het licht daarvan heeft Eiseres derhalve geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, en oplegging aan Gedaagde van de door Eiseres verzochte dwangsommen kan achterwege blijven. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder wordt betekend aan Gedaagde, en dat aan Gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen (na ommekomst van de aan hem gegunde termijn van 30 dagen dus) te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren van het te ontruimen pand gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de instrumenterende deurwaarder problemen, dan kan hij op de voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van dit alles valt van de bodemrechter het oordeel te verwachten dat dit onderdeel van het door Eiseres verzochte moet worden afgewezen. Dat betekent dat dit onderdeel van de thans door Eiseres verzochte voorziening zal worden afgewezen.
3.8
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet van Gedaagde bij afwijzing van het door Eiseres verzochte ten opzichte van de belangen van Eiseres bij toewijzing daarvan. Het Gerecht ziet evenmin grond om de ontruiming te bevelen onder de door Gedaagde verzochte voorwaarde. Wel zal aan Gedaagde op grond van redelijkheid en billijkheid de in het dictum vermelde ontruimingstermijn worden gegund.
3.9
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op (900,-- + 236,60 =) Afl. 1.136,60 aan verschotten.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, recht doende in kort geding:
-beveelt Gedaagde om binnen dertig (30) dagen na betekening aan hem van dit vonnis het in Aruba te [adres] gelegen perceel te ontruimen en te verlaten met alle zich aldaar van zijnentwege bevindende personen en goederen, en dat perceel onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Eiseres;
-veroordeelt Gedaagde om aan Eiseres te betalen Afl. 4.500,-- aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend van 18 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met telkens Afl. 1.500,-- voor iedere maand dat Gedaagde na 31 juli 2016 zonder betaling van huur in het gehuurde verblijft;
-veroordeelt Gedaagde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.136,60 aan verschotten;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.