ECLI:NL:OGEAA:2016:657

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
3 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. no. 2877 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschap en verrekening in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 14 september 2016 een vonnis uitgesproken in de zaak A.R. no. 2877 van 2012. De procedure betreft een geschil tussen eiser, wonende in Aruba, en gedaagde, wonende in Nederland, over de verdeling van een gemeenschap en de verrekening van schulden. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij eerder tussenvonnissen zijn gewezen, waaronder een belangrijk tussenvonnis op 16 april 2014. In dit vonnis heeft het Gerecht de waarde van onroerend goed vastgesteld en bedragen bepaald die door beide partijen aan elkaar verschuldigd zijn in het kader van overbedeling en schuldoverbedeling.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vrije marktwaarde van het onroerend goed door een deskundige is vastgesteld op Afl. 237.000, wat leidt tot een betaling van Afl. 118.500 door eiser aan gedaagde. Daarnaast is er een vergoeding voor het gebruik van de woning vastgesteld op Afl. 31.273,11, die eiser aan gedaagde moet betalen. Het vonnis bevat ook bepalingen over de verdeling van percelen grond en hypothecaire restschulden, waarbij gedaagde ook bedragen aan eiser moet betalen.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk uitgevoerd kunnen worden, ook al is er mogelijk nog beroep aangetekend.

Uitspraak

Vonnis van 14 september 2016
Behorend bij A.R. no. 2877 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Nederland, te dezen gedomicilieerd ten kantore van haar hierna genoemde in Aruba gevestigde gemachtigde,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M.M.C. Ecury.
1. DE PROCEDURE
1.1 voor het verloop van de procedure tot 17 juni 2015 wordt verwezen naar het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-de twee op 7 maart 2016 ter griffie ingediende deskundigenrapporten;
-de door [eiser] genomen akte na deskundigenbericht;
-de door [gedaagde] genomen antwoordakte na deskundigenbericht.
1.2 Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen, behoudens het hiervoor onder 2.4 vermelde.
2.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.3 van het hiervoor onder 1.1 vermelde tussenvonnis (hierna: het tussenvonnis) in verbinding met het gegeven dat de vrije marktwaarde van het in het tussenvonnis van 16 april onder 3.4 sub a. omschreven onroerend goed te [adres] en het daarop gebouwde (hierna: het onroerend goed) door de deskundige is vastgesteld op Afl. 237.000,-- stelt het Gerecht het te dezen door [eiser] uit hoofde van overbedeling aan [gedaagde] te betalen bedrag vast op (237.000,-- : 2 =) Afl. 118.500,--.
2.3
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.4 van het tussenvonnis in verbinding met het gegeven dat de vrije marktwaarde van het in het tussenvonnis van 16 april onder 3.4 sub b. omschreven perceel erfpachtsgrond door de deskundige is vastgesteld op Afl. 44.880,-- stelt het Gerecht het te dezen door [gedaagde] uit hoofde van overbedeling aan [eiser] te betalen bedrag vast op (44.880,-- : 2 =) Afl. 22.440,--.
2.4
Voor de bepaling van de door [eiser] aan [gedaagde] op jaarbasis te betalen vergoeding voor het gebruik van de woning zal het Gerecht (anders dan niet juist omschreven in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.14) in aanmerking nemen 6% van de helft van de overwaarde van de woning (dat is in dit geval de vrije marktwaarde van de woning minus de helft van de hypothecaire restschuld per 18 december 2008). Aldus wordt de gebruiksvergoeding op jaarbasis vastgesteld op 6% van ((237.000,-- minus 102.493,525) : 2 ) = Afl. 4.035,19, oftewel per maand (4.035,19 : 12 =) Afl. 336,27. Aldus is [eiser] gerekend van 18 december 2008 tot aan de uitspraak van dit vonnis (93 maanden x 336,27 =) Afl. 31.273,11 aan gebruiksvergoeding verschuldigd aan [gedaagde], tot betaling waarvan [eiser] zal worden veroordeeld.
2.5
Voor het geval die betaling nog niet heeft plaatsgevonden zal de griffier worden gelast om het onder hem door partijen ten behoeve van de deskundige gestorte voorschot ad (2 x 200,-- =) Afl. 400,-- uit te betalen aan die deskundige ([naam deskundige], [adres deskundige], tel: [telefoonnummer], RBC Royal Bank # [nummer] ([…..])).
2.6
In de aard van deze procedure ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
3.1
Deelt toe aan [eiser] twee percelen eigendomsgrond groot respectievelijk 488 m2 en 119 m2 gelegen in Aruba te [district1], kadastraal bekend als Land Aruba, vierde afdeling sectie E nummers [nummer1] en [nummer2] met de daarop gebouwde betonstenen woning, plaatselijk bekend als [adres], en veroordeelt [eiser] dienaangaande om uit hoofde van overbedeling te betalen aan [gedaagde] Afl. 118.500,--;
3.2
Deelt toe aan [eiser] de in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.4 sub d vermelde hypothecaire restschuld per 18 december 2008, en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van (schuld)overbedeling te betalen aan [eiser]
Afl. 102.493,53;
3.3
Veroordeelt [eiser] om ten titel van vergoeding voor het gebruik van de echtelijke woning over de periode vanaf 18 december 2008 tot heden te betalen aan [gedaagde] Afl. 31.273,11;
3.4
Deelt toe aan [gedaagde] een in Aruba te [district2] gelegen perceel erfpachtsgrond groot 660 m2, kadastraal bekend als Land Aruba, derde afdeling, sectie G, nummer [nummer3], en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van schuldoverbedeling te betalen aan [eiser] Afl. 22.440,--;
3.5
Deelt toe aan [eiser] het in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.4 sub c omschreven onroerend goed gelegen in […], en veroordeelt [eiser] dienaangaande om uit hoofde van overbedeling te betalen aan [gedaagde] US$ 12.500,-- of het equivalent daarvan in Arubaans courant;
3.6
Deelt toe aan [eiser] de in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.4 sub e vermelde persoonlijke lening, en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van schuldoverbedeling te betalen aan [eiser] Afl. 2.666,30;
3.7
Deelt toe aan [eiser] de in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.4 sub f vermelde persoonlijke lening, en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van schuldoverbedeling te betalen aan [eiser] Afl. 1.092,--;
3.8
Deelt toe aan [eiser] de in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.4 sub g vermelde persoonlijke lening, en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van (schuld)overbedeling te betalen aan [eiser] Afl. 2.264,46;
3.9
Deelt toe aan [gedaagde] de in het tussenvonnis van 16 april 2014 vermelde boedelbestanddelen, en veroordeelt [gedaagde] dienaangaande om uit hoofde van overbedeling te betalen aan [eiser] Afl. 2.150,--;
3.1
Veroordeelt [gedaagde] om ten titel van verrekening (van door [eiser] na 18 december 2008 betaalde grondbelasting en erfpachtcanon) te betalen aan [eiser] Afl. 1.117,90;
3.11
Verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn in het tussenvonnis van 16 april 2014 onder 3.1 vermelde vorderingen;
3.12
Verklaart dit vonnis waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
3.13
Compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
3.14
Wijst af het meer of anders verzochte;
3.15
Gelast de griffier tot betaling aan de deskundige zoals hiervoor omschreven onder 2.5, indien en voorzover die betaling niet reeds heeft plaatsgevonden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.