ECLI:NL:OGEAA:2016:658

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
3 oktober 2016
Zaaknummer
K.G. 2092 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en uitleg van een vaststellingsovereenkomst in een civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, stond de vraag centraal of de gedaagde, die op staande voet was ontslagen door de naamloze vennootschap Safecom Security N.V., recht had op zijn volledige salaris. De gedaagde had in 2013 een salaris van Afl. 3.224,00 per maand, maar na het ontslag werd een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin een afbouwregeling van het salaris werd afgesproken. De gedaagde stelde dat Safecom niet tijdig en volledig had betaald, en vorderde een bedrag van Afl. 35.923,75, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente.

De procedure begon met een verzoekschrift van de gedaagde op 25 augustus 2016, gevolgd door correspondentie tussen de partijen. Safecom vorderde in kort geding dat de gedaagde de executie van de vaststellingsovereenkomst zou staken, omdat deze de bedrijfsvoering in gevaar zou brengen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de executie van de overeenkomst niet onaanvaardbaar was en dat Safecom in het ongelijk was gesteld. De rechter benadrukte dat bij de uitleg van de overeenkomst alle omstandigheden van het geval in acht moesten worden genomen, en dat de gedaagde recht had op de betaling van het afgesproken salaris.

Uiteindelijk wees de rechter de vordering van Safecom af en veroordeelde deze in de kosten van de procedure, die aan de kant van de gedaagde werden begroot op Afl. 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis werd uitgesproken op 14 september 2016.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 14 september 2016
Behorend bij K.G. 2092 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SAFECOM SECURITY N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Safecom,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 25 augustus 2016;
- de brief van 30 augustus 2016 met producties aan de zijde van [gedaagde];
- de pleitnota van mr. Pieters;
- de brief van mr. Boyce d.d. 7 september 2016 waarin zij om vonnis vraagt.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
gedaagde] is in 2013 door Safecom op staande voet ontslagen. Hij verdiende destijds een salaris van Afl. 3.224,00 per maand, gebaseerd op 208 uur à Afl. 15,50 per uur.
2.2 [
gedaagde] heeft dit ontslag aangevochten en tijdens de onderhandelingen heeft Safecom het ontslag ingetrokken en gesteld dat zij niet langer dit salaris kan voldoen. Partijen zijn vervolgens tot een afbouwregeling van het salaris van [gedaagde] gekomen, welke regeling is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, die gehecht is aan het proces-verbaal van de zitting.
2.3
De vaststellingsovereenkomst luidt, voor zo ver rechtens van belang:
‘1.
De heer [gedaagde] wordt geacht in dienst te zijn gebleven van Safecom. Zijn nieuwe functie zal zijn operator in verband met benoeming wordt een nieuw contract getekend
2. Met betrekking tot het salaris komen partijen het volgende overeen:
Op basis van een 48 uren per week, zal het volgende salaris bruto worden betaald;
In de periode van: 21 mei tot en met 20 juni Afl. 15,50
21 juni tot en met 20 juli Afl. 14,50
Vanaf 21 augustus 2013 Afl. 14,00 bruto per uur.
Het achterstallige salaris zal uiterlijk aanstaande 3 september 2013 worden betaald, onder inhouding van de gebruikelijke lasten.
[…]’
2.4
Bij brief van 9 oktober 2013 sommeert [gedaagde] Safecom om zijn volledige loon op basis van 208 uur te betalen conform zijn arbeidsovereenkomst van 10 juni 2008. [gedaagde] deelt Safecom dat zij verzuimd heeft om tijdig en volledig te betalen en maakt aanspraak op een bedrag ad Afl. 35.923,75 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente.
2.5
In reactie hierop bericht Safecom bij brief van 9 november 2013 dat zij zich niet kan vinden in de uitleg van de overeenkomst. Volgens Safecom hebben partijen niet afgesproken dat [gedaagde] 48 uur ingeroosterd zou worden cq voor 48 uur per week betaald zou worden. Die 48 uur is slechts de maximale werktijd. Volgens Safecom heeft [gedaagde] nooit 48 uur per week gewerkt, maar hij werd tussen de 172 en 182 uur per maand ingeroosterd en betaald. Bovendien heeft [gedaagde] hierover nimmer geklaagd.
2.6
Bij brief van 30 juni 2016 bericht [gedaagde] Safecom wederom dat hij sinds 10 juni 2008 voor 208 uur per maand in dienst is, vanaf augustus 2013 tegen een bruto uurloon van Afl. 14,00 en dat hij sinds september 2013 niet zijn volledige salaris ontvangt. Hij verzoekt Safecom om binnen 14 dagen het achterstallige salaris ad Afl. 6.617,76 bruto over te maken vóór 14 juli 2016.
2.7
Op 5 augustus 2016 heeft [gedaagde] de vaststellingsovereenkomst laten betekenen en aanspraak gemaakt op nakoming, bij gebreke waarvan hij tot executie over zal gaan.
2.8
Bij brief van 24 augustus 2016 sommeert Safecom [gedaagde] om de executie per direct te staken.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Safecom vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen de tenuitvoerlegging van het proces-verbaal en de daaraan gehechte vaststellingsovereenkomst terstond te staken en gestaakt te houden, op straffe van een eenmalige dwangsom van Afl. 1.000.000,00 en Afl. 5.000,00 voor elke dag dat hij daarmee in gebreke blijft en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van geding.
3.2
Aan deze vordering legt Safecom het navolgende - samengevat - ten grondslag.
De executiepoging brengt de bedrijfsvoering van Safecom onnodig in gevaar, omdat de crediteuren en werknemers niet meer betaald kunnen worden. [gedaagde] is altijd correct betaald en mag hooguit gedurende 6 dagen 45 uur per week werken op grond van artikel 8 van de Arbeidsverordening, die op 1 april 2013 in werking is getreden.
3.3 [
gedaagde] voert verweer dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
De voorzieningenrechter kan bevelen de executie van een vonnis te staken in geval van misbruik van recht. Daarvan kan sprake zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust, de executie van het vonnis op grond van na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard of indien er andere feiten of omstandigheden zijn op grond waarvan de executant in redelijkheid geen gebruik mag maken van zijn exclusieve recht tot executie van het vonnis in kwestie. Deze algemene rechtsregel is ook van toepassing op de executie van andere titels, zoals een proces-verbaal.
4.2 [
gedaagde] executeert het proces-verbaal van 30 augustus 2013. Partijen verschillen evenwel van mening over de uitleg van de vaststellingsovereenkomst en zijn over en weer van mening dat de ander de overeenkomst onjuist uitlegt.
4.3
Bij de uitleg van een geschrift zijn van belang alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Verder zijn bij de uitleg van belang de aard van de overeenkomst, de omvang en gedetailleerdheid van de schriftelijke overeenkomst, de wijze van totstandkoming ervan – waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door ter zake kundige raadslieden – en de overige bepalingen ervan. Weliswaar is in praktisch opzicht de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van belang (HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427, DSM/Fox), maar ook dan kunnen de overige omstandigheden van het geval meebrengen dat een andere dan de taalkundige betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht (HR 5 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101, Lundiform/Mexx; HR 7 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:260, Afvalzorg/Slotereind). De rechter kan, zonder een inhoudelijke beoordeling van de stellingen van partijen, groot gewicht toekennen aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de omstreden woorden van het geschrift en aldus komen tot een voorshands oordeel aangaande de uitleg van de overeenkomst.
4.4
Met [gedaagde] is het gerecht van oordeel dat de vaststellingsovereenkomst met name de passage ‘
Met betrekking tot het salaris komen partijen het volgende overeen:
Op basis van een 48 uren per week, zal het volgende salaris bruto worden betaald;
In de periode van: 21 mei tot en met 20 juni Afl. 15,50
21 juni tot en met 20 juli Afl. 14,50
Vanaf 21 augustus 2013 Afl. 14,00 bruto per uur.’voorshands op de door [gedaagde] voorgestane wijze uitgelegd dient te worden. De achtergrond van de totstandkoming van deze regeling is gelegen in het feit dat Safecom het dienstverband met [gedaagde] herstelde maar niet bereid was zijn salaris ten tijde van het ontslag te blijven voldoen. Dit heeft geresulteerd in een afbouwregeling van het bruto uurloon, bij een gelijk blijvend aantal uren. De zin ’Op basis van 48 uren per week, zal het volgende salaris worden betaald’, heeft naar het oordeel van het gerecht geen betrekking op de het aantal door [gedaagde] te werken uren, maar uitsluitend op de hoogte van het salaris, omdat [gedaagde] minder zou gaan verdienen. De stelling van Safecom dat zij [gedaagde] op grond van artikel 8 van de Arbeidsverordening niet langer dan 45 uur per week mag laten werken, is rechtens juist, doch heeft niets te maken met de ter zitting tot stand gekomen afspraak over
de hoogtevan het salaris van [gedaagde].
4.5
Safecom heeft gesteld dat het executoriale beslag haar bedrijfsvoering onevenredig benadeelt omdat zij hierdoor niet in staat is om het salaris van haar werknemers noch de crediteuren te betalen. Het gerecht volgt Safecom niet in deze stelling. [gedaagde] maakt aanspraak op een voor Safecom gering bedrag, waarvoor zij zekerheid in de vorm van een bankgarantie had kunnen bieden. Ook had Safecom het bedrag in depot kunnen laten storten op de derdenrekening van een notariskantoor. Aldus had Safecom de nadelige gevolgen van de executie via het derdenbeslag op haar bankrekening op eenvoudige wijze kunnen voorkomen. Nu er voorts geen andere feiten aan het licht zijn gekomen die de onverwijlde tenuitvoerlegging onaanvaardbaar maken, is er geen reden om [gedaagde] te gebieden de executie te staken.
4.6
Safecom wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van het geding veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt Safecom in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.