In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde [eiseres] wedertewerkstelling en betaling van loon van haar werkgever, Aligove N.V. [eiseres] was sinds 1 december 2010 in dienst bij Aligove als administratieve hulp, maar ontving sinds februari 2016 geen salaris meer en werd niet opgeroepen voor haar werkzaamheden. Aligove stelde dat [eiseres] zelf ontslag had genomen op 18 januari 2016, wat door [eiseres] werd betwist. De rechter oordeelde dat Aligove niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat [eiseres] daadwerkelijk ontslag had genomen. De rechter verwees naar de strenge eisen die gelden voor het aannemen van een ontslag door de werknemer en concludeerde dat er geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van [eiseres] was die op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst wees. De rechter oordeelde dat de vordering van [eiseres] tot wedertewerkstelling slechts ten dele kon worden toegewezen, omdat Aligove inmiddels in de leidinggevende functie had voorzien. De rechter bepaalde dat Aligove [eiseres] binnen 48 uur na betekening van het vonnis moest tewerkstellen in de functie van administratief medewerkster en dat Aligove het loon vanaf 1 maart 2016 moest betalen, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. De kosten van de procedure werden ook aan Aligove opgelegd.