ECLI:NL:OGEAA:2016:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 februari 2016
Publicatiedatum
15 februari 2016
Zaaknummer
A.R. 1291 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake geldleningsovereenkomst tussen Island Finance N.V. en G*

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance N.V. een vordering ingesteld tegen G*, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een bedrag van Afl. 13.740,63, dat G* zou moeten betalen als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst van geldlening. De procedure omvatte een tussenvonnis en een comparitie van partijen, waarbij G* erkende de schuld te hebben en een betalingsregeling wilde treffen. Island Finance was bereid om mee te werken aan een regeling, maar vroeg om een vonnis voor de zekerheid, omdat anders het beslag op het loon van G* zou vervallen.

De rechter heeft vastgesteld dat Island Finance recht heeft op de gevorderde bedragen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. G* werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Island Finance begroot en G* veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat G* onmiddellijk moet betalen, ongeacht een eventueel hoger beroep. Het vonnis werd uitgesproken op 10 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 10 februari 2016
Behorend bij A.R. 1291 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[naam],
te Aruba,
hierna ook te noemen: G*,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis;
- de comparitie van partijen en de daarvan gemaakte aantekeningen.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Island Finance en G* hebben een overeenkomst van geldlening gesloten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Island Finance vordert uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van G* tot betaling van Afl. 13.740,63, te vermeerderen met rente en incassokosten, met veroordeling van G* tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2
Island Finance grondt de vordering erop dat G* toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
3.3
G* voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ter zitting erkent G* de schuld. Hij wil graag een betalingsregeling treffen en daarvoor met Island Finance overeenkomen dat het beslag op het loon wordt verminderd. Island Finance wil daaraan, binnen redelijke marges, wel meewerken maar vraagt vonnis voor de zekerheid en omdat anders het beslag vervalt. Partijen de nadere regeling onderling bespreken.
4.2
Island Finance heeft te kennen gegeven dat de zegelkosten door de deurwaarder meegenomen worden in de opgave van de explootkosten.
4.3
Voldoende aannemelijk is dat Island Finance buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt die overigens redelijk voorkomen.
4.4
De vordering komt voor toewijzing in aanmerking. Als de in het ongelijk te stellen partij zal G* de proceskosten van Island Finance moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt G* tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 13.740.63, te vermeerderen met 1,5% rente per maand vanaf 30 april 2014 tot een maximum van Afl. 11.823,75 is bereikt en na het bereiken van dat maximum te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom en te vermeerderen met Afl. 2.061,09 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt G* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 750, aan griffierecht, Afl. 611,65 aan explootkosten en Afl. 12.250, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.