ECLI:NL:OGEAA:2016:685

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 oktober 2016
Publicatiedatum
19 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. 1978 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake geldlening en incasso tussen Island Finance N.V. en gedaagden

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Island Finance N.V. een vordering ingesteld tegen gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], in verband met een overeenkomst van geldlening. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek. De kern van de zaak betreft de betaling van Afl. 9.307,48 door de gedaagden, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de geldleningsovereenkomst door [gedaagde 1]. [gedaagde 2] heeft zich borg gesteld voor de verplichtingen van [gedaagde 1].

De rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] in verzuim is geraakt door het niet nakomen van haar betalingsverplichtingen. Ondanks verweer van de gedaagden, heeft de rechter geoordeeld dat de vordering van Island Finance toewijsbaar is. De rechter heeft ook geoordeeld dat het conservatoire beslag op het salaris van [gedaagde 1] rechtmatig was, aangezien zij in gebreke was met de nakoming van haar verplichtingen.

De uitspraak houdt in dat de gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 12 oktober 2016 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 12 oktober 2016
Behorend bij A.R. 1978 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[gedaagde 1],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
en
[gedaagde 2],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon,
tezamen te noemen: [gedaagden].

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusies van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de aan Island Finance verleende akte niet dienen voor dupliek zijdens [gedaagde 1],
- de conclusie van dupliek van [gedaagde 2].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen Island Finance en [gedaagde 1] is een overeenkomst van geldlening gesloten.
2.2 [
[gedaagde 2] heeft zich borg gesteld voor de nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Island Finance vordert – uitvoerbaar bij voorraad – hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van Afl. 9.307,48, te vermeerderen met de wettelijke rente en incassokosten, met veroordeling van [gedaagden] tot vergoeding van de proceskosten, waaronder de beslagkosten.
3.2
Island Finance grondt de vordering erop dat [gedaagde 1] toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de uit de overeenkomst van geldlening voortvloeiende betalingsverplichtingen en [gedaagde 2] voor die nakoming borg staat.
3.3 [
[gedaagden] voeren hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
[gedaagde 1] voert bij conclusie van antwoord aan dat zij werd verrast door het conservatoire beslag op haar salaris. Zij had een automatische incasso-opdracht geregeld maar die is niet uitgevoerd. […] is medeverantwoordelijk voor 50% van de schuld.
4.2
De verweren falen. Island Finance heeft bij repliek gemotiveerd aangegeven dat de betalingen die [gedaagde 1] heeft gedaan en waarvan zij bewijs heeft overgelegd bij het berekenen van het verschuldigde bedrag zijn meegenomen. [gedaagde 1] heeft hierop niet meer gereageerd zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Uit de overgelegde stukken blijkt dat [gedaagde 1] de overeenkomst met Island Finance heeft gesloten. […] is daarbij geen partij. Island Finance kan haar niet aanspreken. Wel kan […] [gedaagde 1] zelf aanspreken om de helft van de schuld aan [gedaagde 1] terug te betalen als tussen hen is afgesproken dat ieder voor de helft verantwoordelijk zou zijn. Toen [gedaagde 1] de betalingsverplichting uit de overeenkomst niet nakwam was zij van rechtswege in verzuim. Island Finance was daarmee ook gerechtigd om conservatoir beslag op het salaris van [gedaagde 1] te leggen. De beslagstukken zijn betekend aan het adres van [gedaagde 1]. Uit de door de deurwaarder in dat verband uitgebrachte exploten blijkt niet dat het beslag niet rechtsgeldig werd gelegd. Het is ook niet onrechtmatig gelegd omdat [gedaagde 1] nog steeds in gebreke is met de nakoming van haar betalingsverplichting. De vordering komt daarom voor toewijzing in aanmerking.
4.3 [
[gedaagde 2] heeft zich borg gesteld voor de nakoming van de betalingsverplichting van [gedaagde 1]. Geen regel brengt mee dat Island Finance zich eerst moet verhalen op het vermogen van [gedaagde 1] alvorens zij de borg kan aanspreken. Overigens blijkt uit wat hierboven werd overwogen dat [gedaagde 1] niet betaalt. Het is niet onaanvaardbaar dat Island Finance [gedaagde 2] tot betaling aanspreekt. Dat [gedaagde 2] inmiddels ook andere financiële verplichtingen heeft en alleen als vriendendienst voor zijn voormalige partner [gedaagde 1] zich borg heeft gesteld ontheft hem niet van de door hem aangegane verplichting jegens Island Finance.
4.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zullen [gedaagden] de proceskosten van Island Finance moeten vergoeden.
4.5
Omdat de zaak naar de rol voor vonnis is verwezen vóór invoering van het Procesreglement 2016 worden de incassokosten en het gemachtigdensalaris berekend op grond van het oude procesreglement.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 9.307,48, te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom van vanaf 30 november 2011 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald en tot betaling van Afl. 1.396,12 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagden] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht (hoofdelijk), Afl. 898,39 aan explootkosten voor [gedaagde 1] en Afl. 226,67 aan explootkosten voor [gedaagde 2] en aan salaris van de gemachtigde Afl. 1.500, (hoofdelijk) en alleen [gedaagde 1] te vermeerderen met Afl. 750,--;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.