Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.VERDERE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
peremptoir P1);
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiseres nakoming van het echtscheidingsconvenant. De procedure volgde op een tussenvonnis van 4 mei 2016 en de conclusie van dupliek in reconventie. Eiseres beroept zich op het gezag van gewijsde van een eerdere beschikking van 15 april 2013, waarin was bevolen dat de verdeling van de gemeenschap overeenkomstig het echtscheidingsconvenant moest plaatsvinden. Gedaagde had geen rechtsmiddel aangewend tegen deze beschikking, waardoor het gerecht oordeelt dat het beroep van eiseres slaagt.
Het verweer van gedaagde, dat gebaseerd is op dwaling en/of ontbinding, wordt verworpen. Gedaagde had tegen de beschikking een rechtsmiddel moeten aanwenden, ook al zou er een gebrek zijn in de partijafspraak die aan het dictum ten grondslag ligt. Eiseres heeft recht op de uitvoering van de beschikking, en gedaagde kan executiemaatregelen treffen indien eiseres zich niet aan de beschikking houdt.
Het gerecht stelt vast dat niet alle gemeenschapsgoederen in de verdeling zijn betrokken, waaronder de eenmansonderneming van gedaagde en enkele schulden. Eiseres heeft recht op de woning, die aan haar is toegewezen in de beschikking van 15 april 2013. Het gerecht biedt partijen de gelegenheid om opgave te doen van de nog te verdelen goederen en houdt verdere beslissingen aan. De uitspraak bepaalt dat het vonnis dezelfde kracht heeft als een wettige akte van gedaagde tot overgang van de woning op eiseres, en verklaart het uitvoerbaar bij voorraad. De zaak wordt verwezen naar de rol van 26 oktober 2016 voor nadere conclusie.