In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben Eiser c.s. (CONTAL AGENTS & CONSULTANTS N.V. en anderen) een kort geding aangespannen tegen Gedaagde, wonende in Suriname. De eisers vorderden dat Gedaagde zou worden veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van een woning in Aruba, en dat Gedaagde een dwangsom zou verbeuren van Afl. 5.000,-- voor iedere dag dat hij niet aan het vonnis zou voldoen. De procedure vond plaats op 10 oktober 2016, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Gedaagde een eerdere veroordeling niet is nagekomen, waarbij hij al het maximale bedrag aan dwangsommen had verbeurd. Het Gerecht oordeelde dat het opleggen van verdere dwangsommen zinloos zou zijn, aangezien Gedaagde onbestreden had gesteld dat hij geen financiering kon verkrijgen om aan zijn verplichtingen te voldoen. Hierdoor concludeerde het Gerecht dat de vorderingen van Eiser c.s. in een bodemprocedure waarschijnlijk zouden worden afgewezen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van Eiser c.s. afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van Gedaagde, tot een bedrag van Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op 2 november 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.