ECLI:NL:OGEAA:2016:794

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2016
Publicatiedatum
15 december 2016
Zaaknummer
A.R. 1358 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning door huurachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) in een civiele procedure opgekomen tegen een gedaagde die sinds januari 2012 een woning huurt van FCCA. De overeengekomen huurprijs bedraagt Afl. 580,00 per maand, maar de gedaagde heeft een huurachterstand laten ontstaan. FCCA vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van de huurachterstand van Afl. 11.493,75, vermeerderd met wettelijke rente en bijkomende kosten.

Tijdens de comparitie heeft de gedaagde verklaard de huurovereenkomst te willen beëindigen, en partijen zijn overeengekomen dat de huurovereenkomst per 1 december 2016 ontbonden wordt. Ondanks deze overeenkomst heeft de rechter de gevorderde ontruiming toegewezen, zodat FCCA een executoriale titel heeft. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de huurachterstand erkent, maar dat er ook betalingen zijn gedaan in de afgelopen vier maanden, die nog niet verwerkt waren door FCCA.

De rechter heeft de vordering van FCCA toegewezen, met inachtneming van de betalingen die na de indiening van het verzoekschrift door de gedaagde zijn verricht. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van FCCA. Het vonnis is uitgesproken op 9 november 2016 door mr. Y.M. Vanwersch, en de rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 9 november 2016
Behorend bij A.R. 1358 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis;
- de aantekeningen ter gelegenheid van de comparitie op 13 oktober 2016.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
[gedaagde] huurt sinds januari 2012 van FCCA een woning, gelegen te [adres]. De overeengekomen huurprijs bedraagt Afl. 580,00 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2
[gedaagde] heeft een huurachterstand laten ontstaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
FCCA vordert – uitvoerbaar bij voorraad – ontbinding althans ontbonden verklaring van de huurovereenkomst met ontruiming, binnen één maand na uitspraak, met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van het bedrag van Afl. 11.493,75 te vermeerderen met de wettelijke rente en te vermeerderen met Afl. 580,-- per maand dat [gedaagde] de woning niet zal hebben ontruimd en met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
FCCA grondt de vordering erop dat [gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis.
3.3
[gedaagde] voert hiertegen verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ter gelegenheid van de comparitie na antwoord heeft [gedaagde] verklaard dat zij de huurovereenkomst wenst te beëindigen. Partijen komen overeen dat de huurovereenkomst per 1 december 2016 ontbonden wordt. Hoewel ervan uit kan worden gegaan dat [gedaagde] de woning vrijwillig zal ontruimen, zal de gevorderde ontruiming toch worden toegewezen, zodat FCCA zo nodig een te executeren titel heeft.
4.2
Ter comparitie heeft [gedaagde] de huurachterstand erkend. Zij verklaarde dat zij in die periode geen werk had. Ook verklaarde [gedaagde] dat zij de afgelopen 4 maanden wel heeft betaald. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagde] aan FCCA en het gerecht betalingsbewijzen getoond.
4.3
Uit de door FCCA overgelegde betalingsoverzichten blijkt dat [gedaagde] al geruime tijd niet of niet correct betaalt. De afgelopen vier maanden heeft [gedaagde] de huurbetaling hervat, doch deze betalingen waren ter gelegenheid van de comparitie na antwoord door FCCA nog niet verwerkt. Dit heeft tot gevolg dat de vordering van FCCA wordt toegewezen zoals verzocht, met dien verstande dat alle na indiening van dit verzoekschrift door [gedaagde] verrichte betalingen in mindering dienen te worden gebracht.
4.4
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen zoals gevorderd, nu deze voldoende zijn onderbouwd.
4.5
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde] de proceskosten van FCCA moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
ontbindt de huurovereenkomst tussen FCCA en [gedaagde] met betrekking tot de woning [adres] per 1 december 2016 en veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk 30 november 2016 de woning te ontruimen;
5.2
veroordeelt [gedaagde] om aan FCCA te betalen een bedrag ad Afl. 11.493,75 zijnde de huurachterstand tot 1 april 2016, te verminderen met door [gedaagde] ter aflossing van dat bedrag verrichte betalingen en te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 18 juli 2016 tot aan de dag der voldoening,
5.3
veroordeelt [gedaagde] te betalen aan FCCA een bedrag ad Afl. 580,-per maand, voor iedere maand dat [gedaagde] de in Aruba te De Vuyst nr. 67-A gelegen woning na 30 november 2016 niet zal hebben ontruimd tot aan de dag van de ontruiming;
5.4
veroordeelt [gedaagde] te betalen aan FCCA de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.724,07,--;
5.5
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die van het beslag daaronder begrepen, tot de datum van de uitspraak aan de kant van FCCA begroot op Afl. 1.650- aan griffierecht, Afl. 876,05 aan explootkosten en Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde;
5.6
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.