ECLI:NL:OGEAA:2016:798
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een woning in kort geding zonder spoedeisend belang
In deze zaak, die op 9 november 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.E. Rosenstand, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.L. Griffith, met als doel de ontruiming van een woning. Eiser stelt dat hij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik, omdat hij zijn Venezolaanse partner en hun minderjarige kind naar Aruba wil laten komen. Gedaagde heeft echter de woning niet ontruimd, ondanks eerdere toestemming van de Huurcommissie om de huurovereenkomst op te zeggen wegens huurachterstand en eigen gebruik.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 oktober 2016 werd ingediend, gevolgd door producties van beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 oktober 2016 werd duidelijk dat gedaagde de woning nog steeds in gebruik heeft. Eiser vorderde dat gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen en stelde een dwangsom voor bij niet-nakoming. Gedaagde voerde verweer en stelde dat eiser geen spoedeisend belang had bij zijn vordering, aangezien hij dezelfde redenen aanvoerde als eerder bij de Huurcommissie.
De rechter oordeelde dat voor toewijzing van de vordering in kort geding vereist is dat er een grote waarschijnlijkheid is dat de bodemrechter de vordering zal toewijzen. De rechter concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet kon wachten op de beslissing in de bodemprocedure. Daarom werd de vordering van eiser afgewezen wegens het ontbreken van spoedeisend belang. Eiser werd bovendien veroordeeld in de kosten van de procedure.