ECLI:NL:OGEAA:2016:80

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2016
Publicatiedatum
15 februari 2016
Zaaknummer
E.J. no. 1131 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag onder emotionele omstandigheden en de nietigheid daarvan

In deze zaak heeft de werkneemster, aangeduid als X, haar ontslag ingetrokken dat zij in een emotionele toestand had genomen. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 9 februari 2016 uitspraak gedaan in de zaak E.J. no. 1131 van 2014. X verzocht het Gerecht om te verklaren dat haar ontslag nietig was en dat zij nog steeds in loondienst was van de naamloze vennootschap Rotonde Fast Food Services N.V., handelend onder de naam Wendy’s Cura Cabai. De werkneemster stelde dat haar emotionele toestand op het moment van ontslag zo ernstig was dat zij haar wil niet kon bepalen. Echter, het Gerecht oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor de nietigheid van het ontslag en dat er onvoldoende bewijs was dat X in een zodanige emotionele toestand verkeerde dat haar wil niet vrij was. Het Gerecht concludeerde dat het ontslag rechtsgeldig was en wees de vordering van X af. Tevens werd X veroordeeld in de proceskosten van Wendy’s, die op Afl. 1.800,-- werden begroot. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2016
Behorend bij E.J. no. 1131 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
X,
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde (voorheen): mr. E. Duijneveld,
tegen:
de naamloze vennootschap
ROTONDE FAST FOOD SERVICES N.V.,
h.o.d.n.
WENDY’S CURA CABAI,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Wendy’s,
gemachtigde: de advocaat mr. P.C.R. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-het verweerschrift, met producties;
-de rolbeschikking van 30 juni 2015 houdende de verwijzing van de zaak naar de parkeerrol;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 1 september 2015.
1.2
Uit die aantekeningen blijkt dat X ter zitting is verschenen samen met haar gemachtigde. Wendy’s is bij haar gemachtigde ter zitting verschenen, voor wie mr. A.E. Barrios heeft geoccupeerd, die werd vergezeld door mw. A en dhr. B (administratief medewerkster respectievelijk assistant operations manager bij Wendy’s). X heeft ter zitting gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te reageren op het verweerschrift, zulks onder overlegging van een pleitnota voorzien van toegelaten producties. Wendy’s heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te reageren op de reactie van X, zulks eveneens onder overlegging van een pleitnota.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
X verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking kosten rechtens:
a. voor recht verklaart dat X op goede grond de nietigheid van het door haar genomen ontslag heeft ingeroepen en dat zij nog steeds in loondienst is van Wendy’s;
b. te dezen enige andere juist voorkomende beslissing neemt.
2.2
Wendy’s voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door X verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Wat betreft het onderdeel van de vordering onder a. dat ziet op het verklaren voor recht dat X op goede grond de nietigheid van het door haar genomen ontslag heeft ingeroepen wordt het volgende overwogen. Die vordering moet worden afgewezen omdat het Gerecht geen wettelijke bepaling kent op grond waarvan de nietigheid kan worden ingeroepen van een genomen ontslag.
3.2
Wat betreft (het onderdeel van) de vordering onder a. dat ziet op het verklaren voor recht dat X nog steeds in loondienst is van Wendy’s wordt het volgende overwogen. Die vordering is gegrond op de stelling van X dat zij op 22 maart 2014 in een emotionele toestand ontslag heeft genomen, welk ontslag - en dat staat vast tussen partijen - X bij het aan Wendy’s gerichte schrijven van 1 april 2014 heeft ingetrokken. Allereerst mist deze stelling voldoende feitelijke grondslag, omdat is gesteld noch gebleken dat voormelde emotionele toestand dermate heftig was dat X toen haar wil niet of niet zuiver kon bepalen en evenmin is gesteld of gebleken dat die toestand voor Wendy’s kenbaar was (zodat het op haar weg had gelegen om na een afkoelperiode van een paar dagen contact op te nemen met X om na te gaan of zij daadwerkelijk ontslag had genomen). Daar komt het volgende nog bij.
3.3
Uit de stellingen van Wendy’s volgt onder meer dat X er volgens Wendy’s weloverwogen voor heeft gekozen om zelf ontslag te nemen toen Wendy’s haar wegens frauduleus handelen op 22 maart 2014 op staande voet wilde ontslaan. Aldus stelt Wendy’s (impliciet) dat X geenszins ontslag heeft genomen in een emotionele toestand zoals door haar gesteld, waardoor die bevrijdende stelling niet vast staat. Die stelling van X komt in dit geschil ook niet vast te staan, omdat X - anders dan ter zake van drie specifieke omstandigheden (zie de pleitnota van X onder 11 (eerste zin), 13 (laatste zin) en 17 (laatste zin) - geen algemeen aanbod tot levering van bewijs heeft gedaan en evenmin heeft aangeboden om bewijs op dit specifieke punt te willen leveren.
3.4
Vorenstaande brengt naar het oordeel van het Gerecht met zich dat het door X genomen ontslag gaaf en rechtsgeldig is. Dat brengt mee dat (het onderdeel van) de vordering onder a. dat ziet op het verklaren voor recht dat X nog steeds in loondienst is van Wendy’s eveneens zal worden afgewezen. De vordering onder b. zal worden afgewezen als zijnde vaag en te onbepaald.
3.5
X zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Wendy’s, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-wijst af het door X verzochte;
-veroordeelt X in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Wendy’s, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 9 februari 2016.