ECLI:NL:OGEAA:2016:813

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1558 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het ouderlijk gezag en benoeming van een voogdes in een civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 november 2016 een beschikking gegeven op het verzoek van de Voogdijraad om de moeder, [X], te ontheffen uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige dochter, [A], geboren op [datum] 2001 in Aruba. De moeder oefende van rechtswege het ouderlijk gezag alleen uit, maar heeft sinds begin 2013 Aruba verlaten en de zorg en opvoeding van de minderjarige volledig overgelaten aan de pleegmoeder, [Z]. De minderjarige heeft in het verleden ernstige problemen ervaren in de relatie met haar moeder, waaronder ontuchtige handelingen door de stiefvader, wat leidde tot een uithuisplaatsing in augustus 2015. Na een periode van terugkeer naar de moeder, waarbij de situatie verslechterde, heeft de minderjarige aangegeven dat zij zich prettig voelt bij de pleegmoeder en daar wil blijven wonen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de moeder ongeschikt is om haar zorgplicht te vervullen en dat het in het belang van de minderjarige is om de ontheffing uit het ouderlijk gezag uit te spreken. Tevens is de pleegmoeder benoemd tot voogdes over de minderjarige, aangezien er geen bezwaren tegen haar benoeming zijn geuit. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 15 november 2016
Behorend bij EJ nr. 1558 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
[X],de moeder,
[Y], de vader,
[Z],de pleegmoeder tevens voorgestelde voogdes,
[A], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 30 juni 2016;
  • het minderjarigenverhoor van 3 oktober 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de pleegmoeder in persoon, namens de Voogdijraad mevrouw A. Flanders en mevrouw D. Lejuez. De vader en de moeder hebben geen verweerschrift ingediend, en zijn ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarige is op [datum] 2001 in Aruba uit de moeder geboren. De vader heeft haar op [datum] 2001 erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over haar alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige met benoeming van de pleegmoeder voornoemd tot voogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet. Een ontheffing kan niet worden uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet, tenzij één van de uitzonderingen genoemd in artikel 1:268 lid 2 BWA, zich voordoet.
4.2
In het rapport van 26 april 2016 van de Voogdijraad staat voor zover hier van belang, het volgende.
De minderjarige woont sinds baby bij de pleegmoeder en wordt door haar verzorgd en opgevoed. De moeder heeft Aruba begin 2013 verlaten en heeft de zorg en opvoeding van de minderjarige helemaal overgelaten aan de pleegmoeder. De minderjarige ging eind 2013 bij haar moeder wonen. Ze hadden constant ruzie met elkaar. De minderjarige heeft aan haar moeder verteld dat de stiefvader ontuchtige handeling met haar heeft verricht. De moeder geloofde het verhaal van de minderjarige niet. Dit leidde dat in augustus 2015 de minderjarige uit huis geplaatst moest worden. De minderjarige is, met instemming van de moeder, in september 2015 teruggestuurd naar Aruba. Sinds de terugkomst is er geen sprake meer geweest van contact tussen de moeder en de minderjarige, ondanks het feit dat moeder in november/december 2015 op Aruba was. De moeder heeft aan de pleegmoeder laten weten dat zij er niet meer zal zijn voor de minderjarige.
De minderjarige voelt zich prettig bij de pleegmoeder en wil graag bij haar blijven wonen.
4.3
Het gerecht is gelet op het bovenstaande van oordeel dat de moeder ongeschikt is om hun plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen en dat, nu de minderjarige sinds geboorte met instemming van de moeder door de pleegmoeder wordt verzorgd en opgevoed, voortzetting daarvan noodzakelijk is en van terugkeer naar de moeder ernstig nadeel voor de minderjarige wordt gevreesd. Het gerecht acht het in het belang van de minderjarige dat de ontheffing wordt uitgesproken.
4.4
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De pleegmoeder is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek van de Voogdijraad om [Z] tot voogdes te benoemen, toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontheft de moeder [X] uit het ouderlijk gezag over [A], geboren op [datum] 2001 in Aruba,
benoemt [Z] tot voogdes over [A],
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 15 november 2016 door de rechter mr. P.A.H. Lemaire in tegenwoordigheid van de griffier.