ECLI:NL:OGEAA:2016:814

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
20 december 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1621 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de man betreffende de minderjarige [Y]

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de man, [X], tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 375,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [Y]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 6 juli 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 oktober 2016 was de Voogdijraad vertegenwoordigd door mr. M. Ras-Pieternella, terwijl de moeder van de minderjarige, [Z], ook aanwezig was. De man, [X], was echter niet verschenen en had geen verweerschrift ingediend, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.

De minderjarige [Y] is geboren in 2011 en is niet erkend door de man. De Voogdijraad stelde dat de man de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet. Het verzoek tot alimentatie werd toegewezen, omdat de man geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren. Het gerecht oordeelde dat de man als verwekker wettelijk verplicht is om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

De beslissing van het gerecht was dat de man met ingang van 1 september 2016 een bedrag van Afl. 375,- per maand aan de Voogdijraad moet betalen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 15 november 2016, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 15 november 2016
behorend bij EJ nr. 1621 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[X],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Y], de minderjarige,
[Z], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 6 juli 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de Voogdijraad bij mr. M. Ras-Pieternella en de moeder in persoon. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2011 in Aruba geboren de thans nog minderjarige [Y] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 375,- ingaande 1 augustus 2016 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. De verwekker is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het verzoek zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, zij het dat de alimentatieverplichting een maand later dan verzocht ingaat, omdat de man geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [X] om met ingang van 1 september 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van
Afl. 375,-- per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van [Y], geboren op [datum] 2011 in Aruba, uit de vrouw [Z].
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 15 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.