ECLI:NL:OGEAA:2016:819

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
E.J. no. 927 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurcommissie beschikking en beroep tegen opzegging huurovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een beroep van appellant [X] tegen een beschikking van de huurcommissie van 24 maart 2016. Deze beschikking verleende aan geïntimeerde [Y] toestemming om de huurovereenkomst van [X] op te zeggen. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 september 2016, maar geen van de partijen was aanwezig. Appellant [X] heeft op 21 april 2016 beroep ingesteld tegen de beschikking, waarin hij verzoekt om vernietiging van de opzegging van de huurovereenkomst. Geïntimeerde [Y] heeft verweer gevoerd en verzocht om ongegrondverklaring van het beroep van [X].

Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beroep van [X] ontvankelijk is, omdat hij onbestreden heeft gesteld de beschikking pas na de beroepstermijn te hebben ontvangen. Vervolgens heeft het Gerecht geoordeeld dat de stellingen van [Y] over noodzakelijke renovatie van het gehuurde niet zijn bestreden door [X]. Hierdoor staat vast dat het gehuurde aan renovatie toe is en dat [Y] een rechtmatig belang heeft bij beëindiging van de huurovereenkomst.

Het beroep van [X] is ongegrond verklaard en de beschikking van de huurcommissie is bevestigd. Tevens is [X] veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van [Y] zijn begroot op nihil, aangezien [Y] geen rechtsbijstand heeft gehad. De uitspraak is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur op 15 november 2016.

Uitspraak

Beschikking van 15 november 2016
Behorend bij E.J. no. 927 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
[X],
wonende in Aruba,
appellant,
hierna ook te noemen: [X],
procederend in persoon,
tegen:
[Y],
wonende in Aruba,
geïntimeerde,
hierna ook te noemen: [Y],
eveneens procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak.
1.2
Die behandeling heeft plaatsgevonden op 6 september 2016. Geen der partijen is toen verschenen.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.HET BEROEP

2.1
Bij beschikking van de huurcommissie van 24 maart 2016, met kenmerk [kenmerk] (hierna: de beschikking), is aan [Y] toestemming verleend om de huurovereenkomst van [X] (hierna: de huurovereenkomst) met betrekking tot de in Aruba te [adres] gelegen woning zijnde een kamer (hierna: het gehuurde) op te zeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
2.2
[X] heeft bij fax van 21 april 2016 (vooruitlopend op het op 22 april 2016 ingediende beroepschrift) beroep ingesteld tegen de beschikking bij de griffie van dit Gerecht. [X] verzoekt dat het Gerecht de beschikking vernietigt, en het verzoek tot opzegging of beëindiging van de huurovereenkomst alsnog weigert.
2.3
[Y] voert verweer en concludeert - zo het Gerecht begrijpt - tot ongegrondverklaring van het door [X] ingestelde beroep en tot bevestiging van de beschikking.

3.DE BEOORDELING

3.1
Gelet op het bepaalde in het tweede lid van artikel 5 van de Huurcommissieverordening, in verbinding met het vierde lid van artikel 12 daarvan, stelt het Gerecht vast dat het beroep tegen de op 24 maart 2016 gedagtekende beschikking tijdig is ingesteld nu [X] onbestreden heeft gesteld dat hij de beschikking eerst na ommekomst van de beroepstermijn heeft ontvangen en [Y] in het licht daarvan niet heeft gesteld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Aldus is [X] ontvankelijk in zijn beroep.
3.2
[X] heeft de in het verweerschrift neergelegde stellingen van [Y] ter zake van noodzakelijke renovatie van het gehuurde niet nader bestreden. Vast komt daarom te staan dat het gehuurde aan noodzakelijke renovatie toe is en dat [Y] daarom een rechtmatig belang heeft bij beëindiging van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. Eén en ander brengt met zich dat het beroep van [X] ongegrond zal worden verklaard onder bevestiging van de beschikking.
3.3
[X] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op nihil omdat [Y] in deze procedure niet werd bijgestaan door een daartoe door het Hof toegelaten beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-verklaart het beroep van [X] ongegrond;
-bevestigt de beschikking van de huurcommissie van 24 maart 2016, met kenmerk [kenmwerk];
-veroordeelt [X] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 15 november 2016.