ECLI:NL:OGEAA:2016:826
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fictieve afwijzende beschikking op bezwaar inzake boete voor overtreding van de Landsverordening toelating, uitzetting en verwijdering
In deze zaak hebben appellanten op 20 oktober 2015 bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die hen een boete oplegde wegens het overtreden van artikel 23 van de Landsverordening toelating, uitzetting en verwijdering. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, hebben appellanten op 8 maart 2016 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De uitspraak vond plaats op 21 november 2016.
Het gerecht heeft vastgesteld dat appellanten tijdig in beroep zijn gekomen en dat de beslissing waartegen het beroep was gericht, kennelijk niet in stand kon blijven. De rechter oordeelde dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat de afwijzende beschikking als ongemotiveerd moest worden beschouwd. Daarom werd het beroep gegrond verklaard en werd de minister opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellanten.
Daarnaast werd de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,-- aan gemachtigdensalaris, en werd het door appellanten gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hen terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.