ECLI:NL:OGEAA:2016:863

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 november 2016
Publicatiedatum
5 januari 2017
Zaaknummer
K.G. no. 2621 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een appartement en betaling van achterstallige huur

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Stavast Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De procedure vond plaats op 3 november 2016, waarbij Stavast werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. A.F.J. Caster. De gedaagde was wel degelijk opgeroepen, maar verscheen niet ter zitting, waardoor verstek werd verleend. Stavast vorderde onder andere dat de gedaagde het appartement binnen 24 uur na betekening van het vonnis zou ontruimen en dat hij achterstallige huur zou betalen. De vorderingen van Stavast zijn niet bestreden door de gedaagde, wat leidde tot toewijzing van de meeste vorderingen, met uitzondering van de vordering tot gedwongen ontruiming door Stavast zelf.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen van Stavast. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd, waardoor de vorderingen van Stavast, met uitzondering van de vergoeding voor incassokosten, als niet onrechtmatig of ongegrond zijn beoordeeld. De gedaagde kreeg een ontruimingstermijn van twee weken, en de vordering tot gedwongen ontruiming door Stavast zelf werd afgewezen, aangezien dit de verantwoordelijkheid van de deurwaarder is. Dwangsommen werden gematigd en gemaximeerd opgelegd, en de gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure.

Het vonnis, uitgesproken op 16 november 2016, bevatte verschillende bepalingen, waaronder de verplichting voor de gedaagde om het appartement te ontruimen, betaling van achterstallige huur en de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 16 november 2016 (bij vervroeging)
Behorend bij K.G. no. 2621 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
de naamloze vennootschap
STAVAST HOLDING N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Stavast,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F.J. Caster,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 3 november 2016.
1.2
Stavast is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde. Hoewel deugdelijk opgeroepen is [gedaagde] niet ter zitting verschenen. Tegen [gedaagde] is daarom verstek verleend. Stavast heeft gepersisteerd in het door haar gestelde en verzochte.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Stavast vordert dat het Gerecht – zo het begrijpt – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. [gedaagde] beveelt om het appartement [nr.] gelegen aan de [adres] te Aruba (hierna ook: de woning) binnen 24 uur na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van zijnententwege bevindende goederen, en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Stavast;
b. Stavast machtigt om de ontruiming van de woning zelf en desnoods met behulp van de sterke arm te doen bewerkstelligen;
c. [gedaagde] veroordeelt om bij wijze van voorschot aan Stavast te betalen Afl. 2.743,50 aan achterstallige huur, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 411,53 alsmede te vermeerderen met iedere na 31 oktober 2016 verschenen of nog te verschijnen huurtermijn telkens inclusief de rekening van Setar ad in totaal Afl. 914,50 per maand voor het geval [gedaagde] dan de woning niet heeft ontruimd;
d. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over achterstallige huurpenningen vanaf het moment dat deze telkens opeisbaar zijn geworden;
e. bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van Stavast een dwangsom verbeurt van Afl. 1.000,-- voor elke dag of deel daarvan dat hij het ontruimingsbevel niet nakomt;
f. te dezen enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
g. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
2.2
De niet verschenen [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Stavast bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten gronde liggende stellingen.
3.2
[gedaagde] heeft de vorderingen van Stavast en de daaraan ten gronde gelegde stellingen niet bestreden. Die vorderingen, die (met uitzondering van de verzochte vergoeding voor incassokosten) overigens onrechtmatig noch ongegrond voorkomen, zullen daarom worden toegewezen met inachtneming van het volgende.
3.3
Op grond van de redelijkheid en billijkheid zal aan [gedaagde] een ontruimingstermijn worden gegund van twee weken. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] binnen die termijn de te bevelen ontruiming van de woning niet kan realiseren.
3.4
De vordering onder b. zal worden afgewezen, nu gedwongen ontruiming het exclusieve domein van de deurwaarder betreft (die op zijn beurt zo nodig de hulp van de politie kan inroepen).
3.5
Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd aan [gedaagde] worden opgelegd. Daarvan gaat naar het oordeel van het Gerecht voldoende prikkel uit naar [gedaagde] tot nakoming van dit vonnis;
3.6
De vordering ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal worden afgewezen. Het enkele gegeven dat vergoeding van die kosten is overeengekomen tussen partijen brengt niet met zich dat die vordering zal worden toegewezen. Van belang is dat vast komt te staan dat Stavast te dezen meer buitengerechtelijke incassokostenwerkzaamheden heeft verricht dan die waarvoor artikel 63a Rv in voorziet. Stavast heeft niet gesteld dat daarvan sprake is.
3.7
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Stavast, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 226,25 + 226,25 =) Afl. 902,50 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproeping van [gedaagde]) en Afl. 1.500,-- aan gemachtigdensalaris.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding bij verstek:
-beveelt [gedaagde] het in Aruba te [adres] gelegen appartement [nr.] binnen twee weken na de betekening aan [gedaagde] van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van zijnententwege bevindende goederen, en dat appartement onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Stavast;
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van Stavast een dwangsom verbeurt van Afl. 100,-- voor elke dag of deel daarvan dat hij voormeld ontruimingsbevel niet nakomt, en bepaalt voorts dat [gedaagde] te dezen maximaal Afl. 50.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [gedaagde] om bij wijze van voorschot aan Stavast te betalen Afl. 2.743,50 aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf het opeisbaar worden van iedere onderscheidenlijke huurtermijn tot aan de dag der algehele voldoening alsmede te vermeerderen met iedere na 31 oktober 2016 verschenen of nog te verschijnen huurtermijn met daarbij de rekening van Setar van maandelijks telkens in totaal ad Afl. 914,50 voor het geval [gedaagde] dan de woning niet heeft ontruimd;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Stavast, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 902,50 aan verschotten en Afl. 1.500,-aan gemachtigdensalaris;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op woensdag 16 november 2016.