ECLI:NL:OGEAA:2016:87

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 februari 2016
Publicatiedatum
16 februari 2016
Zaaknummer
AR nr. 1983 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in een civiele zaak over aanneming van werk en verrekening van tegenvorderingen

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Croon Elektrotechniek N.V. (hierna: Croon) een vordering ingesteld tegen Felipe Construction & Consultancy N.V. (hierna: Felipe) wegens onbetaalde facturen voor installatiewerkzaamheden op het vliegveld van Aruba. Croon vordert een bedrag van Afl. 55.369,67, vermeerderd met contractuele rente, en verzoekt veroordeling van Felipe in de proceskosten. Felipe heeft gemotiveerd verweer gevoerd en stelt dat Croon haar werkzaamheden niet volledig en deels ondeugdelijk heeft verricht, waardoor zij schade heeft geleden die zij heeft verrekend met de vordering van Croon.

De rechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de offerte die Felipe op 26 augustus 2013 heeft goedgekeurd, waarin de werkzaamheden van Croon zijn gespecificeerd. De rechter heeft vastgesteld dat Croon, met uitzondering van enkele correcties, heeft gepresteerd wat partijen zijn overeengekomen. De rechter heeft ook de tegenvordering van Felipe beoordeeld, maar deze niet toewijsbaar geacht vanwege onvoldoende onderbouwing.

Uiteindelijk heeft de rechter de vordering van Croon grotendeels toegewezen en Felipe veroordeeld tot betaling van Afl. 53.899,97, vermeerderd met rente, en in de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 3 februari 2016 door mr. P.A.H. Lemaire.

Uitspraak

Vonnis van 3 februari 2016
Behorend bij AR nr. 1983 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
CROON ELEKTROTECHNIEK N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Croon,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp,
tegen:
de naamloze vennootschap
FELIPE CONSTRUCTION & CONSULTANCY N.V.,
gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: Felipe,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek;
  • de akte uitlating producties.
De datum voor vonnis werd vervolgens vast gesteld op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiseres stelt als onderaannemer in opdracht van gedaagde installatiewerkzaamheden te hebben verricht in een project op het vliegveld van Aruba. Zij stelt dat gedaagde, hoewel de vordering opeisbaar is, een deel van de facturen voor deze werkzaamheden niet heeft betaald. Na wijziging van eis, waarbij zij onder meer een erkende tegenvordering van Felipe in mindering brengt, vordert zij veroordeling van gedaagde, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling aan eiseres van Afl. 55.369,67, te vermeerderen met de contractuele rente ad 1,5% per maand vanaf de vervaldatum van facturen, met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
2.2
Gedaagde voert gemotiveerd verweer, strekkende tot afwijzing van de vordering, kosten rechtens. Samengevat voert zij aan dat eiseres haar werkzaamheden niet volledig en deels ondeugdelijk heeft verricht, waardoor zij schade heeft geleden, die zij heeft verrekend met de vordering van eiseres. Tevens stelt zij uit anderen hoofde geld tegoed te hebben (gehad) van eiseres, ter zake waarvan zij eveneens een beroep doet op verrekening. Op de afzonderlijke posten wordt hierna bij de beoordeling ingegaan.

3.DE BEOORDELING

3.1
Felipe heeft op 26 augustus 2013 voor akkoord getekend de door Croon uitgebrachte offerte d.d. 21 maart 2013. In deze offerte zijn de werkzaamheden gespecificeerd die Croon voor de daarin opgegeven prijs zou verrichten. Tevens zijn er onder het kopje “Exclusions” werkzaamheden opgesomd die Croon uitdrukkelijk niet zou verrichten. Het gerecht zal voor de beoordeling van dit geschil deze offerte tot vertrekpunt nemen.
3.2
Voorts is van belang de zogeheten punchlist, het resultaat van een inspectie op 7 april 2014 van het werk van Croon (en andere onderaannemers). Blijkens de Conclusie van Dupliek (verder: CvD), zijn de volgende punten door Croon gecorrigeerd:
Tekening Z-1226-1, sirenes, dit punt is blijkens punt 8 CvD gecorrigeerd.
Tekening E-12266-1, lichten, dit punt is blijkens punt 8 CvD gecorrigeerd.
Tekening A-1226-1, flex connection, dit punt is blijkens punt 12 CvD gecorrigeerd.
Zelfde tekening, airhandlers, dit punt is blijkens punt 12 CvD gecorrigeerd.
3.3
De “cold taps” hoefden bij nader inzien niet te worden gecorrigeerd (punt 12 CvD). Over andere relevante punten spreekt Felipe bij conclusie van dupliek niet. Het gerecht gaat er van uit dat Felipe, behoudens de louvres, waarover hierna, haar verweer voor de overige punten niet handhaaft.
3.4
Resteert wat betreft de verbeterpunten het tussen partijen gevoerde debat over de vraag of Croon de buitenroosters (“louvres”) volgens bestek had moeten installeren, of dat deze buiten het bestek vielen en dus meerwerk opleverden. Croon stelt zich op het standpunt dat zij het installeren van de buitenroosters niet heeft geoffreerd en geaccepteerd, omdat deze niet uitdrukkelijk in het bestek worden vermeld. In het bestek zouden slechts specificaties worden gegeven voor de binnenroosters. Het gerecht oordeelt als volgt. Vast staat dat de buitenroosters, zoals Felipe aangeeft en Croon niet betwist, wel staan vermeld op de in de offerte van Croon opgenomen tekening A-1226-1. In die offerte staat ook vermeld het bestek nr P-1226. Hoewel het bestek inderdaad slechts de binnenroosters lijkt te beschrijven, had het voor Croon, gelet op de samenhang tussen tekening en bestek, duidelijk behoren te zijn dat het de bedoeling van Felipe was dat niet alleen de binnen- maar ook de buitenroosters door Croon zouden worden aangebracht. De buitenroosters zijn door haar ook niet vermeld onder de uitgezonderde werkzaamheden. Felipe op haar beurt heeft onder deze omstandigheden uit de offerte, waarop de tekening A-1226-1 staat vermeld, mogen begrijpen dat Croon alle roosters volgens die tekening zou aanbrengen. Croon heeft niet de stelling van Felipe betwist dat de roosters ook naderhand niet door Croon zijn aangebracht. Felipe heeft ter zake als productie 21 een factuur overgelegd ad Afl. 1.469,70 van een derde die dit werk voor haar heeft gedaan. Dit bedrag komt in aanmerking voor verrekening met de vordering van Croon.
3.5
Op grond van het vorenstaande moet worden geconcludeerd dat Croon, behoudens hetgeen is gesteld in overweging 3.4, heeft gepresteerd wat partijen zijn overeen gekomen. Met de in overweging 3.4 bedoelde correctie, en de reeds bij wijziging van eis verrekende, door Croon erkende tegenvorderingen van Felipe, komt deze vordering voor toewijzing in aanmerking.
3.6
Wat betreft de door Croon gevorderde contractuele rente heeft Felipe aangevoerd dat deze niet voor toewijzing in aanmerking komt, nu Croon te laat was met oplevering. Eigenlijk heeft Croon pas per 11 juni 2015 opgeleverd omdat toen pas van een derde de bevestiging kwam dat de werkzaamheden aan de ‘cold taps’ door haar correct waren uitgevoerd. Croon heeft zich daartegen verweerd. Zij voert aan dat de discussie tussen partijen in deze procedure slechts een klein deel van haar werkzaamheden betrof, namelijk de laatste twee facturen. Het grootste deel van de overeen gekomen aanneemsom had Felipe al betaald. Bij ieder groot project zijn er verbeterpunten, ook in dit geval. Het betreft volgens haar kleinere punten.
Het gerecht oordeelt als volgt. Niet betwist is dat partijen vertragingsrente zijn overeen gekomen. Croon vordert deze met ingang van de vervaldatum van de in mei en december verzonden facturen. Tussen partijen staat evenwel vast dat er nog een aantal verbeterpunten waren en dat het maanden heeft geduurd voor die naar bevrediging waren opgelost. Tevens staat vast dat de openstaande som – naar Croon zelf heeft aangevoerd – een relatief klein deel van de afgesproken aanneemsom betrof. Onder die omstandigheden kan Croon in redelijkheid niet houden aan haar verplichting vertragingsrente over de twee nog openstaande facturen te betalen. Nadat de punten waren opgelost, had Felipe echter zonder dralen behoren te betalen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Het gerecht zal de vertragingsrente toewijzen vanaf 1 juni 2015.
3.7
Croon heeft haar vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten bij wijziging van eis niet meer gehandhaafd. Het verweer ter zake van Felipe kan verder onbesproken blijven.
3.8
Felipe stelt een tegenvordering te hebben op Croon ten belope van Afl. 41.089,58 onder andere vanwege door deze veroorzaakte schade aan verschillende plafonds, die zij stelt te hebben verrekend met de vordering van Croon. Na de ontkenning door Croon, heeft zij echter onvoldoende gemotiveerd gesteld om aan te kunnen nemen wat deze schade en kosten behelzen, wanneer deze zijn ontstaan en of deze door Croon is veroorzaakt of voor haar rekening komt. Om die reden zal het gerecht geen rekening houden met de door Felipe gestelde verrekening.
3.9
Uit het voorgaande vloeit voort dat de vorderring van Croon grotendeels moet worden toegewezen. Felipe zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van Croon (blijkens de stellingen van gedaagde is er door eiseres beslag gelegd; de desbetreffende stukken ontbreken evenwel in het dossier, zodat met de kosten daarvan geen rekening zal worden gehouden).

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende,
Veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen Afl. 53.899,97, vermeerderd met 1,5% overeengekomen rente per maand vanaf 1 juni 2015 tot het moment van voldoening;
Veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres, begroot op Afl. 750,-- aan griffierecht, Afl. 199,-- aan verschotten en Afl. 2.750,-- aan salaris gemachtigde;
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.