ECLI:NL:OGEAA:2016:890

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 december 2016
Publicatiedatum
9 januari 2017
Zaaknummer
K.G. no. 2659 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een bedrijfslokaal in kort geding wegens huurachterstand

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Rosenstand, ontruiming van een bedrijfslokaal dat door de Gedaagde werd gehuurd. De Gedaagde had een huurachterstand van Afl. 15.550,- en had niet voldaan aan een eerder gegeven sommatie om het gehuurde te verlaten. De Gedaagde erkende de huurachterstand, maar verzocht om uitstel van ontruiming tot januari 2017, omdat december de drukste maand voor haar kapsalon was. Het Gerecht oordeelde dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedroeg, wat volgens het beleid van het Gerecht voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst. De Gedaagde werd veroordeeld om het gehuurde uiterlijk op 15 januari 2017 te ontruimen, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag bij niet-nakoming. Daarnaast werd de Gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 7 december 2016.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 7 december 2016
Behorend bij K.G. no. 2659 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser,
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
Gedaagde,
gevestigd te Aruba,
procederende in persoon,
hierna ook te noemen: Gedaagde.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 24 oktober 2016;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 17 november 2016.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagde huurt door tussenkomst van Prima Casa Real Estate N.V. een bedrijfslokaal van Eiser, gelegen aan de [adres], lokaal 1 in Aruba. De verschuldigde huurprijs bedraagt Afl. 1.950,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, vóór of op de 1ste van elke maand.
2.2
Gedaagde had tot en met 30 juni 2016 een huurachterstand die Afl. 13.650,-- bedroeg.
2.3
Eiser heeft bij exploot van 21 juli 2016 Gedaagde gesommeerd het gehuurde te verlaten binnen één maand na de opzegging van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst. Gedaagde heeft daaraan niet voldaan.
2.4
Gedaagde heeft na ontvangst van het exploot, in de maand augustus 2016 een bedrag van Afl. 7.850,-- ( Afl. 5.900,-- + Afl. 1.950,-- blijkende uit een kwitantie die ter terechtzitting is getoond) aan achterstallig huur betaald. Daarna heeft zij geen huur meer aan Eiser betaald. De huurachterstand beloopt per 1 november 2016 derhalve Afl. 15.550,-.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert - na vermeerdering van eis ter zitting – dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Gedaagde veroordeelt:
a) het pand binnen vierentwintig (24) uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis te ontruimen, met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover het laatste het eigendom van Eiser niet zijn, en het pand onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van Eiser, en bepaalt dat Gedaagde ten behoeve van Eiser een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat zij dat ontruimingsbevel niet nakomt;
b) om aan Eiser te betalen het bedrag van Afl. 15.550,-- aan achterstallige huur en kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 29 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de nog te vervallen huurtermijnen;
c) tot de kosten van het geding.
3.2
Gedaagde erkent dat er sprake is van een huurachterstand. Zij deelt mede dat zij in het Ritz Carlton Hotel werkzaam is en niet op de hoogte is van het reilen en zeilen van de kapperszaak die feitelijk door haar echtgenoot wordt geëxploiteerd. Gedaagde verzoekt het gerecht om in januari 2017 te mogen ontruimen, aangezien december de drukste maand van het jaar is voor de kapsalon. Eiser gaat hiermee akkoord.

4.DE BEOORDELING

4.1
Kern van het geschil betreft de vraag of de verzochte ontruiming, vooruitlopende op het oordeel van de bodemrechter kan worden toegewezen.
4.2
Beleid bij dit gerecht en overigens ook bij de rechtbanken in Nederland is dat een huurovereenkomst ontbonden wordt bij een huurachterstand van tenminste drie maanden. De door Gedaagde erkende achterstand bedraagt in casu meer dan drie maanden. Dat haar echtgenoot de kapperszaak feitelijk exploiteert en met het reilen en zeilen van de kapperszaak is belast, waaronder het betalen van de huurpenningen, maakt dat niet anders. Dit heeft tot gevolg dat de verzochte ontruiming toegewezen kan worden, nu met voldoende mate van zekerheid geoordeeld kan worden dat de bodemrechter de huurovereenkomst bij deze huurachterstand zal ontbinden.
4.3
Bovendien is niet bestreden dat Gedaagde, na opzegging van de huurovereenkomst door Eiser, het gehuurde zonder recht of titel gebruikt.
4.4
Ter zitting heeft Gedaagde verzocht om in januari 2017 te mogen ontruimen, omdat december de drukste maand is voor de kapsalon. Het is een feit van algemene bekendheid dat december voor vele bedrijven en zeker voor kapsalons, de drukste en meest winstgevende maand van het jaar is. Gelet daarop zal aan Gedaagde de mogelijkheid worden gegeven om het gehuurde uiterlijk op 15 januari 2017 te ontruimen. Tegen die achtergrond zal het Gerecht mede gelet op het onder b. gevorderde Gedaagde ook veroordelen (voor zolang zij het gehuurde niet heeft ontruimd en daarom huur verschuldigd is aan Eiser) tot betaling aan Eiser van de te verschijnen huurtermijnen.
4.5
De verzochte dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd aan Gedaagde worden opgelegd. Daarvan gaat naar het oordeel van het Gerecht voldoende prikkel uit naar Gedaagde tot nakoming van dit vonnis;
4.6
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiser, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 252,12 =) Afl. 702,12 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproeping van Gedaagde) en Afl. 1.000,-- aan gemachtigdensalaris.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
veroordeelt Gedaagde om het gehuurde te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Eiser zijn, en het gehuurde onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking te stellen van Eiser uiterlijk op 15 januari 2017, zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 500,-- per dag of dagdeel dat Gedaagde na 15 januari 2017 in gebreke is met aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Afl. 100.000,--;
5.2
veroordeelt Gedaagde tot betaling aan Eiser van een bedrag van Afl. 15.550,-- wegens achterstallige huurpenningen, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend van 29 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en de nog te vervallen huurtermijnen;
5.3
veroordeelt Gedaagde in de kosten van de procedure, aan de zijde van Eiser begroot op Afl. 702,12 aan verschotten en Afl. 1.000, aan salaris van de gemachtigde;
5.4
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.