ECLI:NL:OGEAA:2016:891

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 december 2016
Publicatiedatum
9 januari 2017
Zaaknummer
K.G. 2696 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing geldvordering in kort geding tussen Airline Support Curacao B.V. en gedaagde

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de besloten vennootschap Airline Support Curacao B.V. (ASC) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, met als doel een geldvordering te verkrijgen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 oktober 2016 werd ingediend, gevolgd door pleitnota's van beide partijen en een mondelinge behandeling op 18 november 2016. ASC stelde dat de gedaagde een bedrag van Awg 15.000 en Awg 10.000 had geleend, welke bedragen inmiddels opeisbaar waren geworden. ASC voerde aan dat zij de gelden nodig had voor het verkrijgen van een Air Operators Certificate.

De gedaagde bestreed de vordering en stelde dat er geen spoedeisend belang was en dat hij nog geld van ASC tegoed had. Het Gerecht overwoog dat de term 'leenovereenkomst' op het document van 2 juni 2016 niet automatisch betekent dat er sprake was van een lening. Het Gerecht concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de bedragen daadwerkelijk als lening waren verstrekt en dat de afspraken tussen de gedaagde en een derde partij, die ook gevolmachtigde was van ASC, niet duidelijk waren. Hierdoor was er te veel onzekerheid over de vordering van ASC.

Uiteindelijk wees het Gerecht de vordering van ASC af en veroordeelde ASC in de kosten van de procedure, die aan de kant van de gedaagde werden begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis werd uitgesproken op 7 december 2016 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 7 december 2016
Behorend bij K.G. 2696 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de besloten vennootschap
AIRLINE SUPPORT CURACAO B.V.,
te Curaçao,
hierna ook te noemen: ASC,
gemachtigde: advocaat mr. G.W. Rep,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: advocaat mr. I. Koevoets,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 27 oktober 2016;
- de pleitnota van ASC;
- de pleitnota van [gedaagde] en de overgelegde producties;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 18 november 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Op 2 juni 2016 heeft [gedaagde] een stuk ondertekend dat de volgende inhoud heeft:
LEENOVEREENKOMST
Ondergetekende [gedaagde] verklaart te hebben ontvangen van ASC BV/dhr. […] de volgende bedragen:
a) Awg 15.000,= t.b.v. […]
b) Awg 10.000,= voor eigen behoefte.
Aldus getekend voor ontvangst te Oranjestad, 2 juni 2016.
De overeenkomst is ondertekend door [gedaagde] en […] met vermelding ASC.
2.2
Op 21 april 2016 (abusievelijk gedagtekend 21 april 2014) is een vaststellingsovereenkomst tussen [gedaagde] en […] gesloten, waarin laatstgenoemde op zich heeft genomen juridische en financiële hulp te geven ter dekking van de kosten van mr. […] van kantoor Eps Kunneman tegenover de verwerving van 50% van de 90 aandelen (van Aruba Airlines). […] heeft deze overeenkomst naar zijn zeggen “opgeschort”.
2.3
ASC stelt zich op het standpunt dat de gelden die [gedaagde] heeft ontvangen zijn geleend en dat die door aanzegging van het verlangen van terugbetaling opeisbaar zijn geworden. Nu [gedaagde] in gebreke is gebleven heeft ASC belang bij een rechterlijke uitspraak, waarbij zij naar eigen zeggen ook spoedeisend belang heeft, omdat zij de gelden nodig heeft voor het tonen van voldoende financiële zekerheid ter verkrijging van een Air Operators Certificate.
2.4
[gedaagde] heeft de vordering bestreden en onder meer aangevoerd dat een spoedeisend belang ontbreekt en sprake is van een restitutierisico. Daarnaast stelt [gedaagde] dat hij nog geld van ASC tegoed heeft wegens verleende diensten. Bovendien stelt [gedaagde] dat hij ook geld heeft uitgeleend aan […]. Van een verplichting tot terugbetaling is volgens [gedaagde] geen sprake.
2.5
Het Gerecht overweegt dat voorshands aan het enkele feit dat boven het document van 2 juni 2016 “Leenovereenkomst” is vermeld niet direct doorslaggevende betekenis toekomt. Immers tussen [gedaagde] en […], die ook gevolmachtigde is van ASC, zijn afspraken gemaakt die betrekking hebben op de procedures die [gedaagde] voert rond de eigendom van de aandelen van Aruba Airlines. De door [gedaagde] ontvangen bedragen moeten naar het oordeel van het Gerecht worden gezien in de totale context van die afspraken. Bovendien wordt in de overeenkomst zelf niet gesproken van een lening, maar enkel van de ontvangst van een tweetal bedragen. Daaruit kan niet direct een lening worden afgeleid.
2.6
Voorts kent het Gerecht vooralsnog evenmin doorslaggevende betekenis toe aan het feit dat ASC als ondertekende partij is vermeld, nu in de overeenkomst is opgenomen dat het geld is ontvangen van ASC/[…]. Tijdens de behandeling van het geschil is niet gebleken dat het geld ook daadwerkelijk uit het vermogen van ASC is gekomen. Op dit moment kan niet uitgesloten worden geacht dat de vermelding van ASC als ondertekende partij moet worden gezien als een mogelijkheid van […] om uitvoering te geven aan de toen nog tussen [gedaagde] en hem bestaande afspraken. Immers op geen enkele wijze heeft ASC uiteengezet waarom zij (zonder het bestaan van die afspraken tussen [gedaagde] en […]) geld zou hebben geleend aan [gedaagde].
2.7
Nu voor toewijzing van een geldvordering in kort geding slechts ruimte is, indien kan worden aangenomen dat de bodemrechter deze zal toewijzen en van een reëel restitutierisico niet blijkt, leidt de onzekerheid over de strekking van de afspraken tussen [gedaagde] en […], respectievelijk ASC, ertoe dat reeds op deze grond de vordering van ASC moet worden afgewezen. Hierbij neemt het Gerecht in aanmerking dat de opmerkingen van [gedaagde] in (niet overgelegde) Whats-App berichten (overigens tussen hem en […]) dat hij weet dat hij moet terugbetalen, onvoldoende concludent zijn om een (gave) erkenning van [gedaagde] van zijn schuld aan ASC te kunnen spreken.
2.8
ASC zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt ASC in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.