ECLI:NL:OGEAA:2016:893

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 december 2016
Publicatiedatum
9 januari 2017
Zaaknummer
K.G. 2702 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling in kort geding tussen Arubaaanse Luchtvaartmaatschappij N.V. en Gedaagde

In deze zaak, die diende als kort geding, vorderde de Arubaaanse Luchtvaartmaatschappij N.V. (ALM) de veroordeling van Gedaagde in de kosten van de procedure. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 28 oktober 2016 werd ingediend. Op 10 november 2016 werd het beslag ten laste van ALM opgeheven. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 november 2016 werden de standpunten van beide partijen toegelicht. ALM had een openstaand bedrag van Afl. 25.000,00 dat zij aan Gedaagde diende te betalen, maar er ontstond onduidelijkheid over de voorwaarden waaronder dit bedrag gestort zou worden onder de deurwaarder. Gedaagde was bezorgd dat hij niet de enige gerechtigde zou zijn en wilde het beslag niet opheffen zonder duidelijke afspraken. Het gerecht oordeelde dat ALM in strijd met artikel 6:2 BWA had gehandeld door het overleg te vermijden en het kort geding aan te spannen terwijl er een oplossing in zicht was. Het gerecht wees de vordering van ALM af en veroordeelde haar in de kosten van Gedaagde, die tot dat moment waren begroot op Afl. 1.000,00 voor het salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 7 december 2016
Behorend bij K.G. 2702 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBAANSE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: ALM,
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. B.J. Huiskes,

DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 28 oktober 2016;
- de brief van 10 november 2016, waarbij het beslag ten laste van ALM is opgeheven;
- de pleitnota van mr. Huiskes;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 17 november 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
ALM vordert - na vermindering van eis - Gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.3
Gedaagde verzet zich tegen deze vordering en vordert veroordeling van ALM in de kosten van de procedure.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vordering in kort geding is slechts toewijsbaar indien reeds nu geoordeeld kan worden dat de bodemrechter de vordering met grote mate van waarschijnlijkheid ook zal toewijzen.
4.2
Vast staat dat Gedaagde een titel had tegen ALM voor een bedrag ad Al. 172.500,00.
ALM heeft dit bedrag in verschillende tranches betaald. Open bleef staan een bedrag van Afl. 25.000,00. Namens ALM is voorgesteld dit bedrag op voet van artikel 480 en 481 Rv te storten onder de deurwaarder. Gedaagde heeft hiermee ingestemd. Eerst na de verleende instemming zag de gemachtigde van Gedaagde dat deze artikelen niet van toepassing waren. Vervolgens ontspon zich een debat tussen beide gemachtigden, omdat het voor Gedaagde niet duidelijk was of hij aanspraak zou kunnen maken op het onder de deurwaarder gestorte bedrag.
4.3
In het licht van het tussen partijen - althans de beide gemachtigden - gevoerde debat is het naar het oordeel van het gerecht niet onredelijk dat Gedaagde het beslag niet aanstonds na deponeren van het bedrag ad Afl. 25.000,00 onder de deurwaarder wilde opheffen. Voor hem was immers onduidelijk of hij de enige gerechtigde was of dat een andere partij mogelijk ook zou kunnen trekken. Het lag op de weg van partijen om in onderling overleg heldere afspraken te maken teneinde Gedaagde voldoende zekerheid te geven. Met Gedaagde is het gerecht van oordeel dat ALM in strijd is met het bepaalde in artikel 6:2 BWA heeft gehandeld door het overleg uit de weg te gaan en het onderhavige kort geding te entameren, terwijl een oplossing nabij was. Aldus heeft ALM het onderhavige kort geding nodeloos aangespannen en dient zij in de kosten van de procedure veroordeeld te worden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt ALM in de kosten van Gedaagde, tot op heden begroot op Afl. 1.000,00 voor salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.