Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, met producties, ingediend op 7 november 2016;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 25 november 2016.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Catashi Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet verschenen was. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 november 2016 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 25 november 2016. Catashi was vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. R. Marchena, en haar directeur, dhr. A.S. Ridderstap. De gedaagde was echter niet ter zitting verschenen, waardoor verstek werd verleend.
Catashi vorderde in het kort geding dat de gedaagde de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zou ontruimen, en dat zij een voorschot op schadevergoeding van Afl. 4.350,- zou betalen, evenals de kosten van het geding. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van Catashi, die niet onrechtmatig of ongegrond leken. Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van Catashi bij de vorderingen evident was.
Het vonnis, uitgesproken op 7 december 2016, bevatte de beslissing dat de gedaagde de woning moest ontruimen en de gevorderde schadevergoeding moest betalen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure, die in totaal op Afl. 691,30 aan verschotten en Afl. 1.000,-- aan salaris van de gemachtigde werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.