In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verkeersongeval dat plaatsvond op 10 december 2014. Eiser, een inwoner van Servië, vorderde schadevergoeding van Gedaagde, die de aanrijding veroorzaakte door geen voorrang te verlenen. Eiser vorderde een provisionele veroordeling tot schadevergoeding van Afl. 28.520,74 en verdere schadevergoeding in de bodemzaak. Gedaagde voerde verweer en stelde dat Eiser eigenschuld had aan het ongeval, omdat hij niet over een geldig rijbewijs beschikte en zijn motorvoertuig geen licht voerde op het moment van de aanrijding.
Het gerecht oordeelde dat de aansprakelijkheid van Gedaagde vaststond, omdat hij Eiser geen voorrang had verleend. Echter, het gerecht stelde ook vast dat Eiser niet over een geldig rijbewijs beschikte voor het bestuurde motorvoertuig, wat bijdroeg aan de door hem geleden schade. De rechter wees erop dat de wettelijke verplichting om over een geldig rijbewijs te beschikken is ingesteld ter bescherming van de verkeersveiligheid. De omstandigheid dat Eiser geen licht voerde op zijn motorvoertuig op het moment van het ongeval werd ook als een relevante factor beschouwd die bijdroeg aan de schade.
De rechter besloot dat Gedaagde getuigen mocht oproepen om te bewijzen dat het motorvoertuig van Eiser geen licht voerde. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de getuigenverhoren op 30 januari 2017 zouden plaatsvinden. Het vonnis werd uitgesproken op 14 december 2016 door mr. W.J. Noordhuizen, die de zaak behandelde in aanwezigheid van de griffier.