ECLI:NL:OGEAA:2016:909
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civielrechtelijke procedure over volmacht en beëindigingsovereenkomst
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de vraag centraal of Gedaagde gemachtigd was om een beëindigingsovereenkomst namens Eiseres aan te gaan. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.J. Swaen, en Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, voerden hun zaak kosteloos. De procedure volgde op een eerder tussenvonnis van 21 oktober 2015, waarin Gedaagde de gelegenheid kreeg om bewijs te leveren van de volmacht van de heer [naam] om de overeenkomst van 18 juni 2010 te ondertekenen. Tijdens de zitting op 2 november 2016 werd de heer [naam] als getuige gehoord.
Het gerecht oordeelde dat Gedaagde niet in het bewijs was geslaagd dat de heer [naam] over een toereikende volmacht beschikte. De getuige kon geen schriftelijke machtiging overleggen en zijn verklaring was onvoldoende om aan te tonen dat hij bevoegd was om de beëindigingsovereenkomst te ondertekenen. Het gerecht concludeerde dat Gedaagde niet redelijkerwijs kon aannemen dat de heer [naam] gemachtigd was, en dat de eerdere overeenkomst van 17 maart 2010 nog steeds van kracht was. Eiseres had recht op de gevorderde hoofdsom van Afl. 5.400,--, vermeerderd met incassokosten en wettelijke rente.
De rechter veroordeelde Gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief kosten van de procedure, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis werd uitgesproken op 14 december 2016 door mr. P.A.H. Lemaire in aanwezigheid van de griffier.