ECLI:NL:OGEAA:2016:913

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
K.G. no. 2854 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende opheffing van conservatoire derdenbeslagen onder bankrekeningen en een rechtspersoon

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 december 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Eiseres en Gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaten, vorderde de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door Gedaagde waren gelegd op haar bankrekeningen en bij een andere rechtspersoon. Gedaagde, die in persoon verscheen, voerde verweer tegen de vorderingen van Eiseres. Tijdens de zitting op 2 december 2016 heeft Gedaagde verzocht om aanhouding van de zaak, omdat hij onvoldoende tijd had gehad om een advocaat te vinden. Dit verzoek werd door het Gerecht afgewezen, omdat het te laat was ingediend en Gedaagde voldoende tijd had gehad om zich voor te bereiden.

De vorderingen van Eiseres waren gebaseerd op een aannemingsovereenkomst met een vennootschap, waarbij Eiseres een woning zou laten bouwen. Eiseres had de overeenkomst willen ontbinden, maar Gedaagde had geen bevestiging van deze ontbinding ondertekend. Het Gerecht oordeelde dat Gedaagde niet aannemelijk had gemaakt dat hij een vordering op Eiseres had, en dat de vorderingen van Eiseres in een bodemprocedure waarschijnlijk zouden worden toegewezen.

Het Gerecht heeft vervolgens de vorderingen van Eiseres toegewezen, de conservatoire beslagen opgeheven, en Gedaagde veroordeeld tot betaling van dwangsommen en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 14 december 2016
Behorend bij K.G. no. 2854 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
Eiseres,
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.G.A. Baiz en G.F. Croes,
tegen:
Gedaagde,
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de behandeling van de zaak ter terechtzitting van 2 december 2016.
1.2
Eiseres is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigden, en Gedaagde is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, Eiseres mede aan de hand van een door haar overgelegde pleitnota, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Eerst ter zitting heeft Gedaagde om aanhouding van de zaak gevraagd, omdat hij - zo begrijpt het Gerecht - onvoldoende tijd heeft gehad om een advocaat te vinden om hem in deze procedure bij te staan. Het tegen dat verzoek door Eiseres opgeworpen bezwaar heeft het Gerecht terstond gegrond verklaard, omdat het (1) tardief is ingesteld, (2) de op 24 november 2016 bij exploot opgeroepen Gedaagde naar het oordeel van het Gerecht voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad om een advocaat in de arm te nemen om hem in deze op snelheid gerichte procedure bij te staan, en (3) de aard van de vordering van Eiseres zich verzet tegen uitstel.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Eiseres vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. de op of omstreeks 10 februari 2016 door of namens Gedaagde gelegde conservatoire derdenbeslagen onder de Caribbean Mercantile Bank N.V. op de bankrekeningen van Eiseres met rekeningnummers XXXXXX, YYYYYY, ZZZZZZ en VVVVVV en onder Garage Cordia Aruba N.V. opheft;
b. Gedaagde beveelt om binnen 2 uren na de uitspraak van dit vonnis, althans binnen 2 uren na de betekening aan Gedaagde van dit vonnis, voornoemde twee rechtspersonen van de beslagopheffing te berichten;
c. bepaalt dat Gedaagde ten behoeve van Eiseres een dwangsom verbeurt van Afl. 1.000,-- voor elk uur of deel daarvan dat Gedaagde voormeld bevel niet nakomt;
d. bepaalt “
dat de ten deze te geven uitspraak inhoudende opheffing van het conservatoir beslag onder derden op de bankrekeningen van Eiser gehouden aan de naamloze vennootschap Caribbean Mercantile Bank N.V. en het conservatoir loonbeslag onder de naamloze vennootschap Garage Cordia Aruba N.V. en een bevel tot berichten aan voornoemde Bank en aan de werkgever van Eiseres waaronder het beslag is gelegd over de opheffing daarvan in de plaats treedt van de medewerking die door Gedaagde moet worden verleend;”;
e. te dezen enige andere juist voorkomende verdere beslissing neemt;
f. Gedaagde veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Gedaagde voert verweer strekkende tot afwijzing van het door Eiseres verzochte.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van Eiseres bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
3.2
Vast staat tussen partijen dat er tussen de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Best Price Construction B.V.A. enerzijds (hierna: het bedrijf) en Eiseres anderzijds op 15 oktober 2015 een aannemingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst) is gesloten onder voorwaarde van verkrijging van financiering door Eiseres. Krachtens die overeenkomst zou het bedrijf een woning bouwen voor Eiseres tegen betaling van Afl. 104.000,--. Eiseres heeft op enig moment bedoelde financiering verkregen. Verder staat vast dat Eiseres op 20 november 2015 contact heeft opgenomen met (de echtgenote van) Gedaagde, en heeft medegedeeld dat zij overeenkomst wilde ontbinden. Het bedrijf noch Gedaagde hebben het dienaangaande door Eiseres gepresenteerde document ter bevestiging van die ontbinding ondertekend.
3.3
Voorts staat vast dat op 10 februari 2016 de in het petitum vermelde ten laste van Eiseres gelegde beslagen zijn gelegd door of in opdracht van Gedaagde, h.o.d.n. Best Price Construction b.v.a..
3.4
Uit vorenstaande volgt dat het bedrijf rechtspersoonlijkheid bezit. Dat rechtssubject heeft haar eigen vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen, en haar vermogen is afgescheiden van het vermogen van Gedaagde. De overeenkomst bindt daarom het bedrijf jegens Eiseres (en omgekeerd). De mogelijke omstandigheid dat Eiseres haar contractuele verplichtingen jegens het bedrijf niet nakomt, maakt haar mogelijk schadeplichtig jegens het bedrijf en niet jegens Gedaagde, ook niet als hij handelt onder de naam van het bedrijf. Hieruit volgt dat niet voorshands aannemelijk wordt geoordeeld dat Gedaagde een vordering heeft op Eiseres. Voort is niet voorshands aannemelijk geworden dat Gedaagde - die in het overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel van Aruba overigens niet staat vermeld als vertegenwoordigingsbevoegde voor het bedrijf - door het bedrijf is gevolmachtigd om ter zake van het leggen van beslagen en het instellen van rechtsvorderingen in eigen naam voor het bedrijf te handelen.
3.5
Bij voormelde stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de onder a. vermelde vordering van Eiseres zal worden toegewezen. Die thans door Eiseres gevraagde voorziening zal daarom worden toegewezen als na te melden. Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd aan Gedaagde worden opgelegd, omdat daarvan naar het oordeel van het Gerecht voldoende prikkel uitgaat naar Gedaagde tot nakoming van dit vonnis.
3.6
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarder wegende belangen ziet aan de zijde van Gedaagde bij afwijzing van het door Eiseres verzochte ten opzichte van de belangen van Eiseres bij toewijzing daarvan.
3.7
De vordering onder d. wordt als zijnde vaag en zonder nadere uitleg - die ontbreekt - onbegrijpelijk afgewezen.
3.8
Gedaagde zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 230,81 =) Afl. 680,81 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-heft per onmiddellijk op de op of omstreeks 10 februari 2016 door of namens of in opdracht van Gedaagde (h.o.d.n. Best Price Construction b.v.a.) gelegde conservatoire derdenbeslagen onder (1) de Caribbean Mercantile Bank N.V. op de bankrekeningen van Eiseres met rekeningnummers XXXXXX, YYYYYY, ZZZZZZ en VVVVVV en (2) onder Garage Cordia Aruba N.V.;
-beveelt Gedaagde om binnen 2 uren na de betekening aan Gedaagde van dit vonnis, voornoemde twee rechtspersonen van de beslagopheffingen te berichten;
-bepaalt dat Gedaagde ten behoeve van Eiseres een dwangsom verbeurt van
Afl. 250,-- voor elk uur of deel daarvan dat Gedaagde voormeld bevel niet of niet geheel nakomt, en bepaalt dat Gedaagde te dezen maximaal Afl. 200.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt Gedaagde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 680,81 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigden;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 14 december 2016.