ECLI:NL:OGEAA:2016:915

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
K.G. 2898 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding inzake afdracht pensioenpremie en belasting door Insel Air Aruba

In deze zaak, die diende als kort geding, hebben Eisers, bestaande uit een groep werknemers van Insel Air Aruba, de vennootschap aangeklaagd wegens het niet afdragen van loonbelasting en pensioenpremies. De eisers vorderden dat Insel Air Aruba hen zou aanmelden bij de pensioenverzekeraar en de verschuldigde bedragen zou betalen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de betalingsverplichting van Insel Air Aruba onvoldoende betwist is, maar dat de vennootschap ernstige liquiditeitsproblemen heeft. Hierdoor is de rechter van oordeel dat de belangen van Eisers op dit moment moeten wijken voor die van Insel Air Aruba, die niet in staat lijkt om aan de betalingsverplichtingen te voldoen zonder in nog grotere financiële problemen te komen. De rechter heeft geconcludeerd dat toewijzing van de vorderingen zou leiden tot ongunstige gevolgen voor zowel Eisers als de vennootschap zelf, en heeft daarom de vorderingen afgewezen. Eisers zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op nihil.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 14 december 2016
Behorend bij K.G. 2898 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser 1,
Eiser 2,
Eiseres 3,
Eiseres 4,
Eiser 5,
Eiser 6,
Eiser 7,
Eiser 8,
Eiser 9,
Eiseres 10,
Eiser 11,
Eiseres 12,
Eiser 13,
Eiser 14,
Eiser 15,
Eiser 16,
Eiser 17,
Eiser 18,
Eiseres 19,
Eiser 20,
Eiser 21,Eiseres 22,
Eiseres 23,
Eiseres 24,
Eiseres 25,
Eiseres 26,
Eiseres 27,
Eiser 28,
Eiser 29,
Eiser 30,
Eiser 31,
Eiser 32,
Eiseres 33,
Eiser 34,
Eiser 35,
Eiseres 36,
Eiser 37,
Eiser 38,
Eiseres 39,
Eiseres 40,
Eiser 41,
Eiseres 42,
Eiser 43,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eisers,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
INSEL AIR ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Insel Air Aruba,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper.

DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Eisers;
- de pleitnota van Insel Air Aruba;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 12 december 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eisers zijn of waren werknemers van Insel Air Aruba.
2.2
Insel Air Aruba heeft op hun salaris loonbelasting en premies (volks- en werknemers)verzekeringen ingehouden alsook de werknemersbijdrage voor de pensioenpremie. Deze bedragen zijn niet afgedragen. Evenmin heeft Insel Air Aruba het werkgeversdeel van de pensioenpremie aan de verzekeraar betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eisers vorderen - samengevat - veroordeling van Insel Air Aruba tot aanmelding van werknemers bij de pensioenverzekeraar, voor zover die nog niet aangemeld zijn; bevel aan Insel Air Aruba om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis het werknemers- en werkgeversdeel van de pensioenpremie aan de verzekeraar te betalen en dat te blijven doen en bevel aan Insel Air Aruba om de loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekering af te dragen, alles op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Insel Air Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eisers gronden de vordering erop dat Insel Air Aruba niet heeft voldaan aan haar uit de arbeidsovereenkomsten en de wet voortvloeiende verplichtingen.
3.3
Insel Air Aruba voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eisers in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
De voorzieningenrechter stelt voorop, dat voor de toewijzing van een vordering bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad als bedoeld in artikel 226 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de verzoeker van zo’n voorziening aannemelijk moet maken dat sprake is van zodanige spoed dat, gelet op de belangen van partijen, die toewijzing noodzakelijk is.
4.2
De onderhavige zaak kenmerkt zich hierdoor dat de betalingsverplichting van Insel Air Aruba als zodanig onvoldoende betwist is. Dat de pensioenverzekeraar geen deelbetalingen zou accepteren of bepaalde werknemers nog niet heeft geaccepteerd als verzekerd, is in de verhouding tussen Eisers en Insel Air Aruba niet relevant. Die omstandigheden komen in de verhouding werkgever-werknemer voor rekening van de eerste, zeker omdat de houding van de verzekeraar ingegeven is door de omstandigheid dat Insel Air Aruba niet geheel aan haar betalingsverplichting heeft voldaan. De omstandigheid dat de belastinginspecteur (en/of de Ontvanger) voorshands niet onwelwillend staat tegen betalingsuitstel, althans een afbetalingsregeling, doet aan de inhoudings- en afdrachtplicht van Insel Air Aruba niet af.
4.3
Het voorgaande betekent echter niet dat de vorderingen moeten worden toegewezen. Niet gemotiveerd betwist is dat Insel Air Aruba ernstige liquiditeitsproblemen heeft. Waardoor die zijn ontstaan is voor de beslissing in dit kort geding niet van belang. Ook als die het gevolg zouden zijn van – kort gezegd – mismanagement waarvoor het bestuur van de vennootschap mogelijk persoonlijk aansprakelijk is en de beslissing om de van het bruto loon ingehouden pensioenpremie, premies volks- en werknemersverzekering alsmede loonbelasting niet af te dragen in strijd met de wet is, betekent dat niet, dat de vordering daarom moet worden toegewezen.
4.4
Waarom het gaat is de vraag of Eisers voldoende belang hebben bij een
onverwijldeafdracht van verschuldigde pensioenpremie, premies volks- en werknemersverzekeringen en loonbelasting ten opzichte van het belang van Insel Air Aruba bij uitstel daarvan.
4.5
Naar oordeel van de rechter in kort geding moeten de belangen van Eisers, niettegenstaande de omstandigheid dat de vorderingen ‘spijkerhard’ zijn, op dit moment wijken voor het belang van Insel Air Aruba. Daartoe is redengevend dat niet gebleken is, dat Insel Air Aruba op dit moment financieel in staat is om aan de in het geding zijnde betalingsverplichting op korte termijn te voldoen, ook al zou zij daartoe worden veroordeeld. Toewijzing van de vordering op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom voor elke dag dat niet wordt voldaan aan het vonnis, tot een maximum van Afl. 10.000.000,, zou er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat Insel Air Aruba met nog meer schulden wordt opgezadeld dan nu al het geval is. Eisers worden daar naar alle waarschijnlijkheid geen cent wijzer van terwijl voor hen de risico’s ook niet minder worden; in tegendeel, niet onaannemelijk is dat de fiscus bij het oplopen van de schulden tot maximaal Afl. 10.000, een harder invorderingsbeleid gaat voeren dan uit de brief van 22 februari 2016 blijkt. Daarenboven is niet onaannemelijk dat toewijzing van de vordering op dit moment zou leiden tot een verlies aan vertrouwen van derden, waaronder mogelijke investeerders, dat Insel Air Aruba nu hard nodig heeft om te saneren. Bepaald niet ondenkbaar is verder dat het toewijzen van de vorderingen en het op grond daarvan met vrijwel zekerheid verschuldigd worden van dwangsommen, gaat leiden tot executieproblemen. Als eenmaal dwangsommen verschuldigd zijn, en die worden bij gebrek aan liquide middelen niet betaald, dan valt te verwachten dat beslaglegging volgt wat kan leiden tot executiegeschillen met Eisers en/of (conservatoire of executoriale) maatregelen van banken en andere geldschieters en schuldeisers. De stelling van Insel Air Aruba, dat een en ander kan leiden tot het einde van de onderneming is naar oordeel van de kortgedingrechter niet uit lucht gegrepen. Daarmee is niet ondenkbaar dat niet alleen Eisers, voor zover zij nog in dienst zijn, hun baan en daarmee iedere verdere pensioenopbouw verliezen en een verhoogd risico op invordering van inkomstenbelasting bij hen lopen, maar ook de andere werknemers die voorlopig wel willen afwachten tot er geld is om de pensioenpremies te betalen en aan de afdracht verplichtingen te voldoen. In een wijder verband speelt bovendien dat niet onaannemelijk is, dat staking van bedrijfsactiviteiten (door een faillissements- of ander beslag) van Insel Air Aruba mee zal brengen dat ook haar zuster/moederonderneming in Curaçao daarvan nefaste gevolgen ondervindt. Binnen de belangenafweging dient in dit verband te ook worden meegewogen, dat dit verstrekkende gevolgen kan hebben voor klanten/passagiers van een of beide ondernemingen en in wijder verband het intereilandelijk verkeer binnen het Caribische deel van het Koninkrijk.
4.6
De belangen van Eisers – hoezeer die ook te respecteren vallen en hoezeer de ergernis van Eisers over de handelwijze van Insel Air Aruba ook invoelbaar is – moeten in vergelijking met de belangen van Insel Air Aruba voorlopig wijken. Dat betekent niet dat een volgende vordering van de strekking als in deze procedure aan orde ook niet toewijsbaar is. Een en ander zal met name afhangen van de ontwikkelingen in de maanden december 2016 en januari 2017.
4.7
De vordering tot aanmelden van werknemers die nog niet formeel bij de pensioenverzekeraar zijn aangemeld komt, zoals gevorderd, ook niet voor toewijzing in aanmerking. Insel Air Aruba heeft de werknemers immers wel aangemeld maar die aanmeldingen worden door de pensioenverzekeraar (kennelijk) alleen geaccepteerd in zoverre Insel Air Aruba ‘bij’ is met het betalen van de pensioenpremie van al verzekerde werknemers. Bij gebrek aan informatie op dit punt van de pensioenverzekeraar wordt er in kort geding vanuit gegaan dat dit verweer van Insel Air Aruba juist is. Toewijzing van de vordering heeft onder die omstandigheden geen zin. De pensioenverzekeraar – die geen partij is in deze zaak – wordt door dat oordeel niet gebonden zodat Insel Air Aruba niet aan een veroordeling op dit punt kan voldoen.
4.8
De vorderingen zullen daarom worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zullen Eisers de proceskosten van Insel Air Aruba moeten vergoeden. Gegeven de aard van de vordering en de verhouding tussen partijen zal het gemachtigdensalaris worden begroot op nihil.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Eisers in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Insel Air Aruba worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.