ECLI:NL:OGEAA:2016:954

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 december 2016
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
49 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige en gevolgen voor de verdachte

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 december 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, een 26-jarige man, heeft in de periode van 1 tot en met 30 april 2013 een ontuchtige handeling gepleegd met een 14-jarig meisje, dat toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De zaak kwam aan het licht toen het slachtoffer, na een zwangerschapstest, aan haar moeder vertelde dat de verdachte haar had misbruikt. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, terwijl de officier van justitie, mr. C.D. Kardol, een gevangenisstraf van twaalf maanden eiste, waarvan vier maanden voorwaardelijk.

Tijdens de zitting op 24 november 2016 heeft de verdachte erkend dat hij verantwoordelijk is voor het kind, maar ontkende dat hij het slachtoffer had verkracht. Het gerecht heeft op basis van de verklaringen van het slachtoffer en andere getuigen, alsook de aangifte van de moeder, geoordeeld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank heeft de ernst van de zaak benadrukt, gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de impact van de daden van de verdachte op haar leven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], te [adres].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2016. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden, waarvan vier (4) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd conform zijn pleitnotities, die hij na het voeren van pleidooi aan de rechter heeft overgelegd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2013 tot en met 30 april 2013 te Aruba, met iemand die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1998, buiten echt een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte, toen aldaar, opzettelijk ontuchtig zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of heen en weer bewogen;

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij op een tijdstip in
of omstreeksde periode van 1 april 2013 tot en met 30 april 2013 te Aruba, met iemand die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1998, buiten echt een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte, toen aldaar, opzettelijk ontuchtig zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
/ofheen en weer bewogen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
* De verklaring van de verdachte, op 24 november 2016 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Al datgene mij ten laste wordt gelegd is waar. Ik ben bereid om verantwoordelijk te staan voor het kind, maar ze kunnen niet zeggen dat ik haar verkracht heb, want dat is niet waar.
* Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 november 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij de Divisie Centrale Recherche en te werk gesteld bij de Sectie Jeugd- en Zeden Politie voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Mijn dochter heet [slachtoffer]. Haar koosnaam is [slachtoffer]. Zij werd seksueel misbruikt door de man [verdachte] en zij is zeven maanden zwanger. Vorige week vrijdag 8 november 2013 omstreeks vier uur s’ middags was [slachtoffer] in de badkamer. Ik vroeg aan haar om de deur van de badkamer open te doen. [slachtoffer] deed de deur open. Toen ik de badkamer binnenliep, merkte ik dat haar tepels heel donkerbruin waren. Dat was voor mij niet normaal. Haar tepel is normaal bruin van kleur. Hierna belde ik mijn andere dochter [zus van slachtoffer] op en vroeg aan haar om naar de apotheek te gaan om een zwangerschapstest voor [slachtoffer] te gaan kopen. [zus van slachtoffer] kocht de zwangerschapstest en gaf het aan [slachtoffer] zodat [slachtoffer] de test kon doen. [zus van slachtoffer] liet mij het resultaat van de test zien. [slachtoffer] was er ook bij. [zus van slachtoffer] liet [slachtoffer] en mij weten dat het resultaat van de test positief was uitgekomen. Vervolgens zei [zus van slachtoffer] tegen [slachtoffer] dat zij de waarheid aan ons moest vertellen. Wij wilden van haar weten door wie zij zwanger werd gemaakt. Hierna keek [slachtoffer] mij aan en begon te huilen. [slachtoffer] vertelde aan mij dat [verdachte] misbruik van haar had gemaakt.
Opmerking [verbalisant 1]: [verdachte] is de koosnaam van de vermoedelijke verdachte genaamd: [verdachte].
Vervolgens vroeg ik aan [slachtoffer] waar en op welke dag het een en ander met haar was gebeurd. [slachtoffer] vertelde aan mij dat zij op een dag naar de Chinese supermarkt was gegaan om een telefoonkaart te kopen. [verdachte] was ook op weg naar de supermarkt en vroeg aan [slachtoffer] of hij haar een lift kon geven. [slachtoffer] stapte toen de auto van [verdachte] in en zij reden naar de Chinese supermarkt. [slachtoffer] ging de supermarkt binnen en kort hierna kwam zij terug naar de auto. Daarna reed [verdachte] naar het sportveld van “National” en parkeerde zijn auto in een donkere plek daar in de buurt. [slachtoffer] vertelde aan mij dat zij nee tegen [verdachte] had gezegd. Zij vertelde aan mij dat hoewel zij aan het huilen was, zij toch door [verdachte] geforceerd werd om seks met hem te hebben. [slachtoffer] vertelde toen aan mij dat zij geen seks met [verdachte] wilde hebben. Toen [verdachte] met [slachtoffer] klaar was, reed hij terug naar zijn huis. Hierna stapten [verdachte] en [slachtoffer] uit zijn auto. Beiden ging naar hun eigen huis. [slachtoffer] vertelde toen aan mij dat zij naar het toilet was gegaan. Zij was toen nog steeds aan het huilen. Zij ging zich daar beneden afdrogen. Terwijl zij dat deed zag zij bloed. [slachtoffer] vertelde mij niets over [verdachte] omdat ik een sterk karakter heb en brutaal tegen mensen praat. Zij was bang voor mij en heeft mij daardoor niets over [verdachte] verteld.
[verdachte] is een buurman van mij. Hij woont samen met zijn ouders. Hun huis is vlak naast mijn huis. [verdachte] heeft een vriendin genaamd [vriendin van verdachte] en ze hebben samen twee kinderen. [vriendin van verdachte] is nu zwanger van hun derde kind.
Op dezelfde dag dat [slachtoffer] aan mij kwam vertellen wat [verdachte] met haar had gedaan, ging ik met hem daarover praten. Ik verzocht [verdachte] om naar mijn huis te komen. Kort hierna kwam [verdachte] bij de deur van mijn woonkamer staan. Ik vroeg toen aan [verdachte] in bijzijn van de vader van [slachtoffer] genaamd [vader van slachtoffer] en haar andere zusters of hij [slachtoffer] misbruikt had. [verdachte] antwoordde van nee. Hij vertelde aan mij dat alleen God weet door wie zij misbruikt werd. Kort hierna ging ik naar het huis van [verdachte]. Ik vertelde toen aan hem dat [slachtoffer] mij bleef zeggen dat hij degen was die het gedaan had.
Ik heb [slachtoffer] op maandag 11 november 2013 vroeg naar [gynaecoloog] gebracht. [slachtoffer] werd door [gynaecoloog] geëxamineerd. Hij schat [slachtoffer] ongeveer zeven maanden zwanger. Hierna had hij een echo op [slachtoffer] verricht. Het resultaat van de echo is dat [slachtoffer] ongeveer zeven maanden zwanger is. [slachtoffer] is uitgeteld voor 3 februari 2014. [verdachte] heeft iets heel slecht met mijn dochter gedaan. [slachtoffer] is een kind.
Ik wil justitie voor wat [verdachte] met mijn dochter gedaan heeft. Ik vroeg bijna elk dag aan [slachtoffer] of zij de waarheid aan mij verteld had en zij bleef aan mij hetzelfde verhaal vertellen. Ik zei tegen haar dat ik geen valse aangifte tegen iemand wilde doen. [slachtoffer] bleef mij toch hetzelfde verhaal vertellen. Ik geloof wat [slachtoffer] aan mij over [verdachte] verteld heeft.
* Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 november 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij de Divisie Centrale Recherche en te werk gesteld bij de Sectie Jeugd- en Zeden Politie voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven
-:
Op een dag was ik thuis en moest een telefoonkaart kopen. Ik ging naar het huis van de buurman alwaar mijn broer toen was en vroeg aan hem of hij samen met mij naar de Chinese supermarkt mee wilde lopen. Op dat moment zag ik mijn buurman genaamd [verdachte]. [verdachte] liep het huis uit. Ik vroeg aan hem waar hij naartoe ging. [verdachte] zei toen dat hij naar de Chinese supermarkt moest gaan. Ik zei toen tegen [verdachte] dat ik met hem mee wou gaan. Vervolgens reden wij naar de Chinese supermarkt. Daar heb ik een telefoonkaart, een Gatorade en een Coca Cola gekocht. Hierna stapte ik in de auto van [verdachte]. Daarna vroeg ik aan hem waar hij naar toe ging. Hij antwoordde mij: “Even wachten. Je gaat het zien”. Hierna reed [verdachte] naar het sportveld van National en daar had hij mij misbruikt. Ik begon te huilen en ik zei tegen hem dat ik het niet wilde doen. [verdachte] zei tegen mij om even te wachten. Toen ik zijn hand ging vasthouden had hij mijn handen met kracht vastgehouden. Toen wij van daar weg gingen zei hij drie keer tegen mij terwijl wij op de weg reden dat ik zou zien wat er met mij zou gebeuren als ik iemand iets vertel. [verdachte] reed hierna terug naar zijn huis. Toen wij bij zijn huis aankwamen stapten wij beiden uit zijn auto en wij gingen naar ons eigen huis. Vervolgens ging ik naar het toilet. Daar merkte ik dat ik aan het bloeden was. Ik heb mijn moeder niet verteld wat [verdachte] met mij gedaan had omdat ik door [verdachte] bedreigd werd.
Ik ging samen met mijn zus genaamd [zus van slachtoffer] naar de apotheek om een zwangerschapstest te kopen. Hierna gingen wij terug naar huis. [zus van slachtoffer] ging samen met mij naar de badkamer. Ik nam de test en het resultaat was positief. Hierna had [zus van slachtoffer] mijn moeder geroepen en ze liet mijn moeder het resultaat zien. Mijn moeder vroeg toen aan mij met wie ik iets slecht gedaan had. Ik vertelde toen aan mijn moeder dat ik op een dag met [verdachte] naar de Chinese supermarkt was gegaan en dat ik door hem die dag misbruikt werd.
Vervolgens had mijn moeder [verdachte] geroepen. Toen hij bij haar kwam vroeg zij aan hem of het waar was wat hij met mij gedaan had. [verdachte] vertelde toen aan mijn moeder dat hij niets met mij gedaan had en dat alleen God wist wie het gedaan had. Ik was er ook bij toen hij mijn moeder dat verteld had. Ik bleef toen huilend tegen [verdachte] zeggen dat hij degene was die het met mij gedaan had.
Het was min of meer in het midden van dit jaar gebeurd, toen ik door [verdachte] misbruikt werd. Ik kan me de datum van de dag en periode dat het plaats had gevonden niet herinneren. Wat ik me wel kan herinneren is dat het ’s avonds omstreeks acht uur was. Toen ik de Chinese supermarkt had verlaten, had ik aan [verdachte] gevraagd waar hij naartoe ging omdat ik gemerkt had dat hij niet terug naar mijn huis reed. Hij nam niet dezelfde weg dat hij genomen had om naar de Chinese supermarkt te gaan. [verdachte] had nerveus op mijn vraag gereageerd. Hij zei tegen mij: Wachten. Je gaat zien. Dat was voor mij vreemd. Ik begon nerveus te worden want ik wist niet waar hij naartoe ging. Ik werd zelfs bang. Ik bleef hem dezelfde vraag stellen en hij bleef mij dezelfde antwoord geven. Ik wist niet hoe ik terug naar huis moest gaan. Ik had mijn mobiele telefoon niet bij mij. [verdachte] reed naar het sportveld van National en had zijn auto onder een groot boom naast het veld geparkeerd. [verdachte] parkeerde zijn auto. Nadat hij de auto geparkeerd had ging ik de deur van de auto open maken maar de deur was al op slot. [verdachte] had de deur van de auto zonder dat ik het wist op slot gedaan. Hierna had [verdachte] mijn linker hand vastgegrepen. Vervolgens kwam hij op mij liggen. Toen ik probeerde hem van mij weg te duwen had hij mijn beide handen met kracht vastgegrepen. Hierna liet hij één van mijn handen los. Hij probeerde toen mijn kort broek met een van zijn handen uit te nemen. Mijn kort broek heeft drie knopen. Twee knopen liggen aan de zijkant van mijn korte broek. Hij trok aan mijn korte broek waardoor de twee knopen aan de zijkant van mijn korte broek gebroken werden. Vervolgens deed hij de derde knoop open. Ondertussen probeerde ik hem van mij weg te halen. Ik begon harder aan de portiergreep te trekken maar de deur was op slot. [verdachte] forceerde met zijn hand mijn korte broek open. Ik begon te huilen en ik zei tegen hem: “Dit wil ik niet”. [verdachte] zei tegen mij om stil te blijven en om te wachten. Ik bleef huilen en herhaalde hetzelfde ding. Vervolgens had [verdachte] met zijn hand mijn korte broek tot dicht bij mijn knieën omlaag getrokken. Ik bleef proberen hem van mij weg te duwen. [verdachte] had één van die broeken aan waarmee je naar het strand gaat. Hij trok aan de veter van zijn broek en had daarna zijn broek naar beneden getrokken. Mijn stoel was op dat moment niet rechtop maar naar achteren geleund. De stoel van de auto stond in dezelfde positie van het moment dat ik zijn auto ingestapt had. Hierna probeerde [verdachte] mijn benen uit elkaar te halen. Terwijl hij dat deed probeerde ik mijn benen met al mijn kracht bij elkaar te houden, maar hij trok ze met kracht met zijn handen uit elkaar. Toen hij dat deed heeft hij daarna zijn geslachtsdeel in mijn geslachtsdeel gestopt. Meteen hierna voelde ik zeer veel pijn. Ik was aan het huilen. Ik bleef aan het huilen en bleef proberen hem van mij weg te duwen. Vervolgens had [verdachte] mijn beide handen vastgehouden. [verdachte] forceerde mij seks met hem te hebben. Ik wilde geen seks met hem hebben. Ik heb nooit seks met iemand gehad. [verdachte] bleef mij forceren seks met hem te hebben. Ik had veel pijn aan mijn geslachtsdeel want hij was heel ruw met mij. Toen hij klaar was, ging hij weer op zijn stoel zitten. Ik zag zijn geslachtsdeel en merkte dat hij geen condoom droeg. Ik bleef huilen en deed meteen mijn korte broek weer aan. [verdachte] trok zijn broek weer omhoog. Ik had veel pijn aan mijn geslachtsdeel. Op weg naar huis vertelde hij mij drie keer dat ik zou zien wat er met mij zou gebeuren als ik aan iemand ging vertellen wat er zonet gebeurd was. Ik was bang van hem.
Toen ik naar de badkamer ging zag ik bloed aan mijn korte broek, aan mijn onderbroek en aan mijn geslachtsdeel. Ik heb later die dag mijn korte broek en mijn onderbroek in de prullenbak buiten mijn huis weggegooid.
[verdachte] is zes en twintig jaar oud. [verdachte] is onze buurman. Hij was ook een vriend van mij. Wij hadden contact met elkaar via pin (Blackberry Messenger). [verdachte] had mijn pin via mijn zus gekregen. Zij had op een dag mijn pin aan al haar contacten doorgestuurd. [verdachte] had hierdoor mijn pin gekregen. [verdachte] had mij een paar keer een bericht gestuurd waarin hij mij zijn schat had geroepen. Hij had mij ook een paar keer gevraagd om naar buiten bij hem te komen. Soms reageerde ik niet op hem en soms vertelde ik aan hem dat ik zo kwam maar ging nooit naar buiten bij hem. [verdachte] heeft mij een keer verteld dat hij seks met mij wilde hebben. Ik zei tegen hem dat ik geen seks met hem wilde hebben omdat mijn moeder mij een pak slaag zou geven en ook omdat ik niet in hem geïnteresseerd was.
Ik heb spijt voor mezelf omdat hij mij geforceerd had seks met hem te hebben. Dit wilde ik niet. Nu krijg ik een baby. Ik wil dat hij gestraft wordt voor wat hij met mij gedaan had.
* Een proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 september 2014 gesloten en getekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij de Divisie Centrale Recherche en te werk gesteld bij de Sectie Jeugd- en Zeden Politie voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Op dinsdag 12 november 2013 deed de vrouw genaamd [aangeefster] aangifte van verkrachting van haar dochter genaamd [slachtoffer] tegen de man genaamd [verdachte]. Ten gevolge van de verkrachting raakte het slachtoffer [slachtoffer] in verwachting. De baby van het slachtoffer [slachtoffer] werd op [geboortedatum] 2014 geboren.
In verband met de gedane aangifte heb ik, [verbalisant 1], op 22 september 2014 de aangeefster [aangeefster] en de getuige/slachtoffer [slachtoffer] gevraagd of [slachtoffer] haar referentiemateriaal (wangslijmvlies) en die van haar baby genaamd [dochter van slachtoffer] vrijwillig wil afstaan en deze ter beschikking te stellen ten behoeve van een DNA vergelijkend onderzoek.
De aangeefster [aangeefster] en de getuige/slachtoffer [slachtoffer] deed toestemming van het afstaan van het referentiemateriaal van de getuige [slachtoffer] en haar baby [dochter van slachtoffer].
* Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 november 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij de Divisie Centrale Recherche en te werk gesteld bij de Sectie Jeugd- en Zeden Politie voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
[zus van slachtoffer] wist dat [slachtoffer] en ik een intieme relatie met elkaar hadden. Ik heb [slachtoffer] in het jaar 2011 en 2012 via [zus van slachtoffer] leren kennen. [slachtoffer] en [zus van slachtoffer] wonen naast mijn moeder. In die periode was ik in een intieme relatie met de moeder van onze kinderen. De moeder van onze kinderen en ik kregen persoonlijk problemen met elkaar waardoor ik tijdelijk bij mijn moeder ging wonen. [zus van slachtoffer] nodigde mij vaak uit om bij haar thuis te komen. Zij liet mij weten dat [slachtoffer] aan haar gezegd had dat zij mij wilde zien. Ik liet toen aan [zus van slachtoffer] weten dat de moeder van mijn kinderen en ik in het proces waren om ons relatie te hervatten. [zus van slachtoffer] insisteerde toch dat ik bij hen langs moest komen. Zij wilde dat ik een einde maakte aan de relatie met de moeder van mijn kinderen. Ik had toen besloten om de relatie met de moeder van mijn kinderen te hervatten. Ik geloof dat [zus van slachtoffer] en [slachtoffer] op mij boos waren geworden toen ik de relatie met de moeder van mijn kinderen hervat had. Ik denk dat ze daardoor een valse aangifte van verkrachting tegen mij gedaan hadden.
[slachtoffer] en ik hadden in het jaar 2012 seks met elkaar. Wij hadden ongeveer anderhalf jaar verkering met elkaar. Ik had verschillende keren seks met [slachtoffer] in haar slaapkamer gehad terwijl haar moeder thuis was.
Ik had altijd het gevoel dat het slecht was om seks met [slachtoffer] te hebben. Ik wist toen niet dat zij veertien jaar oud was. Ik had haar wel een keer gevraagd hoe oud zij was maar zij had mij nooit een antwoord hierop gegeven. Ik had ook [zus van slachtoffer] hierover gevraagd maar zij gaf mij ook geen antwoord hierop. Ik wist niet tot welke leeftijd het strafbaar was om seks met een minderjarige te hebben.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Op 15 februari 2014 is een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24, gewijzigd bij AB 2014 no. 11) in werking getreden. Bij de invoering is niet voorzien in overgangsrechtelijke bepalingen, zodat de daarin neergelegde voorschriften onmiddellijk van toepassing zijn geworden. Voor zover de in de tenlastelegging beschreven feiten zijn begaan vóór deze datum, geldt evenwel het navolgende.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, van dit wetboek is geen feit strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. In het tweede lid van dit artikel is voorts bepaald dat bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, de voor de verdachte gunstigste bepalingen worden toegepast. Deze artikelleden, in onderlinge samenhang bezien, brengen mee dat, voor zover de bepalingen van dit wetboek omtrent de strafwaardigheid van een delict of de zwaarte van de daarop bedreigde sanctie niet gunstiger zijn dan die, welke golden ten tijde van het tijdstip of de periode waarop de aan de verdachte verweten feiten volgens de tenlastelegging zijn gepleegd, de op dat moment geldende bepalingen dienen te worden toegepast. Indien zich naar het oordeel van het gerecht een dergelijk geval voordoet zal dit in dit vonnis, voor zover relevant en niet uitdrukkelijk nader gemotiveerd, tot uitdrukking komen in de kwalificatiebeslissing en de vermelding van de bij de oplegging van een straf of maatregel toegepaste wettelijke voorschriften.
Het bewezenverklaarde levert op:
hij die met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen pleegt, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, strafbaar gesteld bij artikel 251 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (oud).
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte, een 26-jarige man, heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een 14-jarig meisje. Verdachte heeft het slachtoffer met de auto naar de supermarkt gebracht en zag zijn kans schoon om het slachtoffer naar een afgelegen plek te brengen en aldaar dat meisje seksueel te binnendringen. Verdachte heeft een baby bij het slachtoffer verwekt. Het gerecht is van oordeel dat er sprake is geweest van verkrachting ondanks dit niet ten laste is gelegd en dus niet kan worden gekwalificeerd. Uit de verklaringen van de ter zitting gehoorde getuige blijkt namelijk niet van het bestaan van een relatie zoals door verdachte gesteld. Verdachte heeft met dit handelen op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van een kind, dat juist vanwege haar jeugdige leeftijd uiterst kwetsbaar was en bescherming nodig had. Door zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke en geestelijke integriteit van dit meisje geschonden. Hij heeft haar daardoor mogelijk ernstig belemmerd in haar seksuele ontwikkeling. Het gerecht rekent verdachte dit handelen dan ook zwaar aan.
Hierdoor meent het gerecht dat verdachte door deze uiterst laakbare gedraging een zwaardere dan de door de officier van justitie geëiste straf verdient.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij niet eerder voor een vergelijkbaar feit is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf (12) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. P.A.H. Lemaire en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 15 december 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.