ECLI:NL:OGEAA:2017:1013
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaar en beroep in bestuursrechtelijke procedure inzake vergunning tot tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft appellante bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die betrekking had op een aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf. De primaire beschikking was gericht aan een derde, [X], en appellante stelde dat zij belanghebbende was omdat zij de werkgever van de aanvrager wilde worden. De rechter oordeelde echter dat appellante niet rechtstreeks in haar belang was getroffen door de beschikking, waardoor haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard.
Daarnaast heeft de verweerder het bezwaar van appellante ook afgewezen wegens termijnoverschrijding, aangezien het bezwaarschrift te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en appellante had haar bezwaar pas op 16 januari 2017 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 9 januari 2017 had moeten gebeuren. Appellante heeft geen verschoonbare reden voor deze termijnoverschrijding kunnen aanvoeren.
De rechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep ongegrond is. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 11 december 2017, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.