ECLI:NL:OGEAA:2017:1024

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
15 januari 2018
Zaaknummer
609 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling met een mes tijdens een worsteling tussen vrienden

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte, geboren in Jamaica en thans gedetineerd, beschuldigd van poging tot zware mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong op 31 augustus 2017, toen de verdachte tijdens een confrontatie met zijn vriend, het slachtoffer, meerdere keren met een mes in zijn bovenlichaam stak. De verdachte had eerder een conflict met het slachtoffer, wat leidde tot deze gewelddadige confrontatie. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, maar het gerecht oordeelde dat de verdachte niet met voorbedachten rade handelde en sprak hem vrij van de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten. Echter, de poging tot zware mishandeling werd wel bewezen geacht. Het gerecht oordeelde dat de verdachte bewust de kans op zwaar lichamelijk letsel had aanvaard door met een mes te steken. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Het gerecht hield rekening met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en het feit dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in Jamaica,
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 november 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.F.K.J. Lejuez.
De officier van justitie, mr. C.D. kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, met aftrek van voorarrest.
gevorderd de mes met een bruine handvat.
De raadsman heeft verweer gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
Hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven,
die [slachtoffer] meermalen met een mes heeft gestoken in zijn bovenlichaam/buik,
terwijl de uitvoeringvan dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:262/2:259 jo. Artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)
Althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
Hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Aruba,
opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel (leverlaceratie) heeft
toegebracht aan [slachtoffer],
door die [slachtoffer] meermalen met een mes te steken in zijn bovenlichaam/buik;
(artikel 2:276/2:275 van het wetboek van Strafrecht)
Althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
Hij op of omtreeks 31 augustus 2017 te Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
opzettelijk en met voorbedachten rade aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer] meermalen met een mes heeft gestoken in zijn bovenlichaam/buik, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(artikel 2:276/2:275 jo. Artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

A.
Vrijspraak primair en subsidair ten laste gelegde
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
B. Bewijsoverwegingen ten aanzien van de meer subsidiair ten laste gelegde poging zware mishandeling
Het gerecht is van oordeel dat verdachte door zijn handelen, te weten het meermalen met een mes zwaaien richting bovenlichaam/buik van de aangever, zijnde een kwetsbare plek van het lichaam waar zich vitale organen bevinden, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij de aangever daarmee zwaar lichamelijk letsel zou kunnen toebrengen. Het gerecht acht niet bewezen dat verdachte deze poging tot zwaar lichamelijk letsel met voorbedachten rade heeft gepleegd en zal verdachte van dat deel van de tenlastelegging partieel vrijspreken.
Het gerecht acht, met de officier van justitie, de verklaring van verdachte dat hij - kort gezegd - werd aangevallen door de aangever, ongeloofwaardig. Uit de verklaring van zowel het slachtoffer als van de verdachte volgt dat het slachtoffer in zijn auto zat en dat verdachte op hem afliep omdat hij met het slachtoffer nog een appeltje te schillen had. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij boos was op het slachtoffer, omdat hij hem in mei 2017 met een voorwerp op zijn hoofd had geslagen en hij hierdoor veel pijn had ondervonden. Sindsdien had verdachte zich voorgenomen om het slachtoffer iets aan te doen,
indien hij hem zou tegen komen. Verdachte had derhalve géén concreet plan en zijn opzet was niet gericht op de dood, ook niet in voorwaardelijke zin. Op 31 augustus 2017 zag verdachte het slachtoffer ineens, zittend in zijn auto. Verdachte besloot, met een mes in zijn handen, naar het slachtoffer toe te gaan om hem te vragen waarom het slachtoffer problemen met hem had. Omdat verdachte stekende bewegingen naar hem maakte, is het slachoffer uit zijn auto gestapt en ontstond tussen hen een worsteling, waarbij het slachtoffer trachtte het mes af te pakken. Op de videobeelden is te zien dat de verdachte en de aangever elkaar vasthouden en dat verdachte het slachtoffer meerdere malen probeert te steken. Door zijn handelwijze heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel zou toedienen. De wijze waarop verdachte met het mes in zijn hand naar het slachtoffer uithaalde, kan aangemerkt worden als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans dat de verdachte zwaar lichamelijk letsel zou oplopen op de koop heeft toegenomen.
Alles overwegende is het gerecht van oordeel dat de poging tot zware mishandeling, zoals meer subsidiair ten laste is gelegd, wettig en overtuigend is bewezen.
C. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
Hij op
of omtreeks31 augustus 2017 te Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
opzettelijk
en met voorbedachten rade aan[slachtoffer] zwaar lichamelijk letstel toe te brengen, die [slachtoffer] meermalen met een mes heeft gestoken in zijn bovenlichaam/buik, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat,
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, opgemaakt door [verbalisant 1], brigadier, bij voormeld korps.
Bijlage 1
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 augustus 2017 gesloten en getekend door verbalisanten [verbalisant 2], [verbalisant 3], [verbalisant 4], [verbalisant 5] en [verbalisant 6], respectievelijk brigadiers eerste klasse, brigadier en agent eerste klasse ingedeeld bij de Sectie Surveillance Sint Nicolaas, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aanhouding,-zakelijk weergegeven-:
Op 31 augustus 2017 waren wij op patrouille ter hoogte van de Carnaval Village. Wij zagen een onbekende man die lichtbruin van huidskleur was in de noordelijke richting oversteken. Wij merkten dat de man schaafwonden aan zijn nek en schouder had. Wij werden door omstanders gestopt en op de hoogte gesteld dat er zo net een man met een mes gestoken werd en dat de dader weg aan het lopen was. Wij zagen dat verdachte wat verwondingen had en dat zijn zwarte t-shirt en zijn handen met bloed besmeurd waren. Naar aanleiding hiervan hebben we verdachte [verdachte] aangehouden. De zakmes met een bruin handvat werd op het trottoir aangetroffen. Dit werd in beslag genomen.
Bijlage 2
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 augustus 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van getuige [getuige 1],- zakelijk weergegeven -:
Heden, 31 augustus 2017, omstreeks 11.35 uur, reed ik over de Lagoweg. Ter hoogte van het perceel Lagoweg 2 vielen twee mannen voor mijn auto op de weg. Zij waren aan het worstelen/vechten. Ik begon met miijn mobiele telefoon de vechtpartij op te nemen. Een van de mannen had een lichtbruine huidskleur, de andere een donderkbruine. Toen zij opstonden zag ik dat de man met de lichtbruine huidskleur een mes in zijn rechter hand hield en stak meerdere keren in op de man met de donkerbruine huidskleur. Op een gegeven moment rende de man met de donkerbruine huidskleur weg. Ik zag dat de man met de lichtbruine huidskleur achter hem aanrende en zij begonnen weer te worstelen. Ik zag toen alweer dat de man met de lichtbruine huidskleur de man met de donkerbruine huidskleur in zijn buik stak. Ik ging toen de andere omstanders helpen om de twee mannen tegen te houden. Het lukte ons de mannen uit elkaar te halen. Hierna viel de man met de donkerbruine huidskleur op de grond en de man met de lichtbruine huidskleur liep weg in noordelijke richting, maar werd door de politie aangehouden. Ik stuur u vrijwillig de twee video opnames van de gebeurtenis.
Bijlage 10
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 september 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van aangever,- zakelijk weergegeven -:
Ik werd door de man die ik als “Bandaid” ken met een mes aangevallen. Wij komen beiden uit Jamaica en waren goede vrienden. Ik had een afspraak bij de kapper en parkeerde mijn auto voor het huis van de kapper. Ik zat in mijn auto en zocht naar mijn pakje sigaretten op de achterbank. Ik zag Bandaid naast mijn auto staan met een mes in zijn rechterhand. Ik stapte uit mijn auto en begon met Bandaid te worstelen. De autobus chauffeurs hebben ons uit elkaar gehaald en hebben zij hierdoor mijn leven gered. Door toedoen van Bandaid liep ik verschillende steekwonden op. Van de dokter vernam ik dat mijn lever werd aangetast door de steekwond aan mijn linker onderbuik. Op de manier dat hij mij aanviel heb ik het gevoel gekregen dat hij mij wilde doden.
Een geschrift, te weten
een medische verklaring d.d. 1 september 2017, opgemaakt en ondertekend door de behandelende dokter Y. Casseres, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Today, 1 september 2017, the above mentioned patient was discharged from our hospital.
Date of admission: 31 augustus 2017
First diagnosis: leverlaceratie na steekverwonding.
Treatment and/or operation: observatie, hemodynamisch stabiel, HB stabiel.
Bijlage 6
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 augustus 2017 gesloten en getekend door verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 1] respectievelijk brigadier eerste klasse en brigadier, voor zover inhoudende, als
verklaring van verdachte,-zakelijk weergegeven-:
De man met wie ik vandaag problemen had, was eens mijn goede vriend. Zijn naam is [slachtoffer] (aangever). Nick is ook afkomstig uit Jamaica. Ik liep naar buiten en zag Nick in zijn auto zitten. Ik vroeg toen, wat voor problemen hij met mij heeft. Nick gaf mij geen antwoord en begon rond te zoeken naar iets in zijn auto. Ik had het gevoel dat hij naar iets zocht om mij iets aan te doen. Ik vroeg hem alweer wat voor problemen hij met mij heeft. Ik kreeg weer geen antwoord van [slachtoffer]. Ik werd toen heel erg boos. Ik nam mijn “Ratchet knife” uit mijn broekzak en stak [slachtoffer] hiermee een keer in zijn buik. [slachtoffer] probeerde het mes van mij af te pakken. Ik stak hem toen nogmaals, maar deze keer in de linkerzijde van zijn onderbuik. Wij vielen toen op straat. Wij bleven worstelen. Ik bleeg [slachtoffer] vragen wat voor problemen hij met mij heeft en hij bleef mij geen antwoord geven. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ik hem hierna nog twee keer gestoken had aan de linkerzijde van zijn onderbuik. Wij werden toen door omstanders tegen gehouden en uit elkaar gehaald. Ik moet verklaren dat ik [slachtoffer] niet wilde doden. Ik wilde dat hij dezelfde pijn zou voelen, die ik voelde op de ochtend dat hij mij op mijn hoofd had geslagen en zodat hij ook hechtingen kon krijgen. Ik moet eerlijk verklaren dat sinds ik door [slachtoffer] was geslagen met een voorwerp op mijn hoofd, ik met een woedde jegens [slachtoffer] was gebleven. Ik had mij voorgenomen dat als ik [slachtoffer] weer eens eens keer zou tegen komen, dat ik hem iets aan zou doen.
Bijlage 12
een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 september 2017 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van
bevinding ontvangen videobeelden van getuige [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:
In verband met een lopende onderzoek heb ik 2 videobeelden, genaamd steekpartij Lagoweg 1 en 2, ontvangen van de getuige [getuige 1]. De persoon die deze video opname had gemaakt zat namelijk in een auto terwijl hij het beeld opnam. In de opname steekpartij Lagoweg 1 herken ik de man met donkerbruine huidskleur als de aangever [slachtoffer] (aangever). Verder herken ik ook de verdachte. Ik zie dat verdachte een voorwerp in zijn rechter hand houdt en dat hij twee stekende bewegingen in de richting van aangever maakt. Ik zie verder dat verdachte twee keren aangever met een steekwapen aan de linker zijde van zijn buik steekt.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Poging zware mishandeling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:275 jo. artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf en maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft de aangever, die ooit een goede vriend van hem was, meerdere malen met een mes in zijn bovenlichaam/buik gestoken. Dat de aangever geen zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen is een gelukkige omstandigheid, die geenszins aan de verdachte is te danken. De aangever mag van geluk spreken dat de vechtpartij door de getuigen kon worden gestopt, anders hadden de gevolgen mogelijk veel ernstiger kunnen zijn De gebeurtenis moet voor de aangever buitengewoon angstig zijn geweest. De ervaring leert dat slachtoffers van een dergelijk misdrijf hiervan nog langdurig de nadeling gevolgen kunnen ondervinden. Verdachte heeft bovendien geen rekening gehouden met het feit dat zijn handelen in een voor het publiek toegankelijke plaats, gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaken. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is derhalve geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij nooit eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerp

A.
Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van het in beslaggenomen mes met een bruine handvat zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het bewezenverklaarde feit met betrekking tot dat voorwerp is begaan en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62 en 1:74 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
11.1
verklaart bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
11.2
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
11.3
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
11.4
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
11.5
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig (24) maanden;
11.6
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
11.7
onttrekt aan het verkeerhet in rubriek 9A genoemde voorwerp.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 8 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.