In deze ontbindingszaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2017 uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 148 van 2016. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder op 23 december 2015 was veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder overtredingen van de Vuurwapenverordening en de Landsverordening verdovende middelen. De officier van justitie, mr. B.J. Schmitz, heeft op 19 oktober 2016 een vordering ingediend tot ontneming van het geschatte voordeel van Afl. 557.001,15, dat de veroordeelde zou hebben verkregen uit zijn criminele activiteiten. Tijdens de openbare terechtzitting op 15 december 2016 is de vordering inhoudelijk behandeld, waarbij de veroordeelde werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.O.R.’G. Faarup. De verdediging voerde aan dat de ontneming niet kon worden gebaseerd op de handel in verdovende middelen, omdat dit niet aannemelijk was. Het gerecht heeft echter vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen waren dat de veroordeelde zich schuldig had gemaakt aan andere strafbare feiten, waaronder de handel in marihuana en illegale geldtransacties. Het gerecht heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de veroordeelde verplicht tot betaling van het bedrag aan het Land Aruba. Bij niet-betaling zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van twee jaar.