ECLI:NL:OGEAA:2017:157

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2017
Publicatiedatum
10 maart 2017
Zaaknummer
A.R. 2162 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdelijkheid in regresvordering na verkeersongeval met alcoholgebruik

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de New India Assurance Company Ltd. (hierna: New India) betaling van een schadevergoeding van gedaagden na een verkeersongeval waarbij Gedaagde 2, de ex-echtgenote van Gedaagde 1, onder invloed van alcohol een auto bestuurde. De verzekering was afgesloten door Gedaagde 1 bij New India, en de schadevergoeding die New India aan de benadeelden had betaald, bedroeg Afl. 96.529,16. New India vorderde deze kosten terug van Gedaagde 1 en Gedaagde 2, waarbij Gedaagde 2 geen verweer voerde en Gedaagde 1 stelde niet aansprakelijk te zijn omdat hij en Gedaagde 2 ten tijde van het ongeval uit elkaar waren.

De rechter oordeelde dat Gedaagde 1 en Gedaagde 2 hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schade die door Gedaagde 2 was veroorzaakt, ondanks hun persoonlijke omstandigheden. De rechter baseerde deze beslissing op de relevante artikelen van de Landsverordening Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (LAM) en de Landsverordening Wegverkeer, die bepalen dat zowel de aansprakelijke persoon als de eigenaar van het voertuig verplicht zijn om de schade te vergoeden. De rechter wees de vordering van New India toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Het vonnis werd uitgesproken op 8 maart 2017 door mr. Y.M. Vanwersch, waarbij de rechter de hoofdsom en bijkomende kosten aan Gedaagde 1 en Gedaagde 2 oplegde, met de mogelijkheid voor Gedaagde 1 om regres te nemen op Gedaagde 2.

Uitspraak

Vonnis van 8 maart 2017
Behorend bij A.R. 2162 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
NEW INDIA ASSURANCE COMPANY LTD.,
kantoorhoudende te Aruba,
eiseres, hierna te noemen: New India,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp,
tegen:
Gedaagde 1,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna te noemen: Gedaagde 1,
gemachtigde: mr. D.G. Illes,
en
Gedaagde 2,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna te noemen: Gedaagde 2,
niet verschenen.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Dit blijkt uit de navolgende stukken:
  • het verzoekschrift;
  • de conclusie van antwoord van Gedaagde 1;
  • de conclusie van repliek.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Gedaagde 1 is bij New India een verzekering aangegaan op grond van de Landsverordening Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (AB 1999, GT 12) hierna te noemen ‘LAM’, onder polisnummer[polisnummer]5, voor de auto met kenteken [KENTEKEN 1]. De verzekering was geldig voor de periode 23 september 2012 tot en met 23 september 2013.
2.2
Op 2 juni 2013 raakte Gedaagde 2 - de toenmalige echtgenote van Gedaagde 1 - met de auto met kenteken [KENTEKEN 1] betrokken bij een verkeersongeval, waarbij de auto met kenteken [KENTEKEN 2] alsmede de inzittenden, de heren [X] en [Y], letsel en schade opliepen.
2.3
Na het ongeval werd Gedaagde 2 aangehouden en onderging zij een ademanalyse. Hieruit bleek dat zij 848Ugl blies, 628 Ugl meer dan wettelijk is toegestaan.
2.4
Artikel 5 van de Polisvoorwaarden bepaalt:
‘ The insured is not entitled to indemnity of damage sustained a) as a result of his own willful actions or if he was driving the motor vehicle while due to the consumption of alcohol or any other intoxicant or drugs he was in a state where the risk of sustaining damage was obviously enhanced.’
2.5
Op grond van artikel 10 van de LAM is New India gehouden om de schade van de benadeelden te vergoeden. New India heeft aan de benadeelden een bedrag ad
Afl. 96.529,16 betaald.

3.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1
New India, vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Gedaagde 1 c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de som Afl. 96.529,16, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2013 tot de dag der voldoening, vermeerderd met 15% buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de kosten van de procedure.
3.2
Aan deze vordering legt New India het hiervoor weergegeven feitencomplex en geciteerd polisbepaling ten grondslag.
3.3
Gedaagde 2 heeft geen verweer gevoerd.
3.4
Gedaagde 1 is van mening niet tot betalen gehouden te zijn, omdat hij en Gedaagde 2 ten tijde van het ongeval uit elkaar waren en hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het feit dat zij onder invloed zijn auto bestuurde.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vordering tegen Gedaagde 2 kan aanstonds worden toegewezen, nu zij geen verweer heeft gevoerd. Resteert de vraag of Gedaagde 1 eveneens hoofdelijk aansprakelijk is voor de door Gedaagde 2 veroorzaakte schade.
4.2
Ingevolge artikel 10 lid 2 van de LAM heeft de verzekeraar, die ingevolge deze landsverordening de schade van een benadeelde geheel of ten dele vergoedt, ofschoon de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten overeenkomst was gedekt, voor het bedrag der schadevergoeding verhaal op de aansprakelijke persoon.
4.3
In artikel 19 lid 1 van de Landsverordening Wegverkeer is bepaald dat indien door een botsing met een voertuig waarmee op een weg wordt gereden, schade wordt toegebracht aan niet door dat voertuig vervoerde personen of goederen, is de eigenaar of, indien er een houder is, de houder van het voertuig verplicht om die schade te vergoeden.
4.4
Op grond van de hiervoor genoemde bepalingen zijn derhalve zowel de aansprakelijke persoon, te weten Gedaagde , als de eigenaar van het motorrijtuig verplicht om de schade, die door Gedaagde 2 is veroorzaakt, te vergoeden. Het enkele feit dat Gedaagde 2 en Gedaagde 1 ten tijde van de aanrijding niet meer samenwoonden leidt niet tot een ander oordeel. Beiden zijn immers hoofdelijk aansprakelijk jegens New India. Een en ander laat onverlet dat Gedaagde 1 regresrecht heeft op Gedaagde 2, waartoe hij haar in vrijwaring had kunnen oproepen, hetgeen hij evenwel heeft nagelaten.
4.5
Nu de hoogte van de vordering verder niet is weersproken, wordt de hoofdsom toegewezen zoals verzocht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2013 tot de dag der voldoening.
4.6
De gevorderde incassokosten zullen conform het procesreglement 2016 worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 2.250,00, zijnde 1,5 punt van liquidatietarief 6.

5.DE BESLISSING

De rechter
5.1
veroordeelt Gedaagde 1 en Gedaagde 2 hoofdelijk, in die zin dat bij betaling door de een de ander zal zijn bevrijd, te betalen aan New India:
  • een hoofdsom ad Afl. 96.529,16, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2013 tot de dag der voldoening,
  • een bedrag van Afl. 2.250,00 zijnde de buitengerechtelijke incassokosten;
  • de kosten van de procedure aan de zijde van New India tot op heden begroot op Afl. 200,79 explootkosten, Afl. 970,00 griffierecht en Afl. 3.000,00 voor salaris gemachtigde;
5.2
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op de zitting van 8 maart 2017.