ECLI:NL:OGEAA:2017:168

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 maart 2017
Publicatiedatum
17 maart 2017
Zaaknummer
EJ. nr. 284 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot stiefouderadoptie in het belang van het kind

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 maart 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, had een verzoek ingediend om zijn stiefkind te adopteren. De procedure was eerder gestart met een beschikking van 12 april 2016, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te verrichten naar de vraag of de stiefouderadoptie in het kennelijk belang van het kind zou zijn. De Voogdijraad heeft op 10 november 2016 een rapport uitgebracht waarin werd geadviseerd om het adoptieverzoek af te wijzen. Dit advies was gebaseerd op het feit dat de stiefvader en de moeder niet voldeden aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie, zoals vastgelegd in artikel 1:227 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De stiefvader en de moeder waren niet minimaal drie aaneengeschakelde jaren gehuwd en hadden niet samen gewoond. Bovendien was de stiefvader pas sinds mei 2015 betrokken in het leven van het kind, wat leidde tot de conclusie dat er geen hechte gezinsband was.

Tijdens de zitting op 31 januari 2017 heeft de verzoeker de bevindingen van de Voogdijraad niet kunnen ontzenuwen. Het gerecht heeft, na afweging van de feiten en omstandigheden, geoordeeld dat de stiefouderadoptie niet in het belang van het kind is. De gronden voor het adoptieverzoek werden als niet authentiek beschouwd, aangezien het verzoek niet gericht was op het creëren van familierechtelijke banden, maar eerder op het verkrijgen van een legale status voor het kind. Uiteindelijk heeft het gerecht besloten het verzoek tot stiefouderadoptie af te wijzen, met de overweging dat niet aan de wettelijke voorwaarden was voldaan.

Uitspraak

Beschikking van 14 maart 2017
behorend bij EJ. nr. 284 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek (ex artikel 1:227 BW) van:
[naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza.
Belanghebbenden:
[naam kind], het kind thans meerderjarig, wonende in Aruba thans wonende in Venezuela,
[naam moeder], hierna te noemen: de moeder, wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 12 april 2016, waarbij aan de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten ter beantwoording van de vraag of de stiefouderadoptie in het kennelijk belang van het kind is. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 10 november 2016;
- de griffiersaantekeningen van de behandeling ter zitting van 31 januari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde, en namens de Voogdijraad, mevrouw A. Flanders en mevrouw D.K. Lejuez en de moeder in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Ingevolge artikel 1:227 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) wordt een verzoek tot adoptie alleen toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang is van het kind, en aan de wettelijke voorwaarden van artikel 1:288 BWA wordt voldaan.
2.2
De Voogdijraad heeft een rapport uitgebracht, waarbij is geadviseerd de adoptie van het kind door de stiefvader af te wijzen. De Voogdijraad heeft naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek geconcludeerd dat de stiefvader en de moeder niet hebben voldaan aan de voorwaarden voor adoptie conform artikel 1:227. De stiefvader en de moeder zijn niet minimaal 3 aaneengesloten jaren gehuwd en hebben noch samen gewoond. Verder blijkt uit het rapport dat de stiefvader pas sinds mei 2015 betrokken is in het leven van het kind en er amper sprake is van een hechte gezinsverband. Uit het onderzoek zijn er feiten gebleken die de gronden voor het adoptieverzoek tegenspreken. Verder zijn de gronden voor de adoptieverzoek niet authentiek gezien het niet gaat om familierechtelijke banden te creëren maar eerder om de legale status van het kind te kunnen regelen.
2.3
Ter zitting heeft verzoeker de bevindingen van de Voogdijraad niet kunnen ontzenuwen. Het gerecht acht, gelet op het bovenstaande, de verzochte stiefouderadoptie uit het oogpunt van bevestiging van de banden met de stiefvader niet in het belang van het kind. Nu niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, zal het gerecht het verzoek afwijzen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 14 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.