In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de man verzocht om wijziging van de partneralimentatie die hij aan de vrouw dient te betalen. De man, die in Aruba woont, heeft aangevoerd dat hij niet langer draagkrachtig is en dat de vrouw niet behoeftig is. De vrouw, wonende in Nederland, heeft hiertegen verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend voor betaling van een niet uitgekeerd pensioendeel en huurkosten van de ouderlijke woning.
De procedure begon met een verzoekschrift van de man, ingediend op 4 oktober 2016, en omvatte verschillende producties en verweerschriften. De partijen zijn op 31 januari 2017 in persoon verschenen bij de mondelinge behandeling. De man heeft zijn verzoek gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat wijziging van alimentatie mogelijk maakt bij wijziging van omstandigheden.
Het gerecht heeft de feiten in overweging genomen, waaronder het huwelijk van partijen dat op 1 december 1948 is gesloten en de ontbinding van dat huwelijk in 2010, waarbij de man was verplicht om Afl. 1.000,- per maand aan de vrouw te betalen. De man heeft verschillende kosten en wijzigingen in zijn financiële situatie aangevoerd, maar het gerecht oordeelde dat deze niet voldoende waren om de alimentatie te wijzigen. De vrouw betwistte de stellingen van de man en stelde dat hij voldoende draagkrachtig is.
Uiteindelijk heeft het gerecht geoordeeld dat er geen relevante wijziging van omstandigheden was die de alimentatieverplichting van de man zou rechtvaardigen. Het verzoek van de man is afgewezen, evenals het tegenverzoek van de vrouw. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 maart 2017 door rechter P.A.H. Lemaire.