Uitspraak
1.DE VERDERE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Hoewel [eiser] ter onderbouwing van zijn vordering ten bedrage van Afl. 277.732,40 slechts verwijst naar een niet ter zake doende uitspraak, is het gerecht van oordeel dat voor toekenning van enig bedrag aan smartengeld plaats is. Vast staat immers dat er correlatie bestaat tussen de ontstane rugklachten en het jarenlange voor HIM verrichtte sjouw- en tilwerk. Het gerecht ziet in casu aanleiding om aan te sluiten bij de zaak met nr. 1.834, zoals weergegeven op pagina 83 van de Smartengeldgids 2017. In die zaak heeft het Hof geoordeeld dat het incident op het werk ten gevolge waarvan betrokken werknemer rugklachten opliep slechts van zeer kortdurende aard was geweest, waardoor niet langer dan een jaar na het incident een volledig causaal verband kon worden aangenomen. Het Hof kende aan betrokken in 2015 een bedrag van € 3.500,00 toe.