ECLI:NL:OGEAA:2017:200

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 maart 2017
Publicatiedatum
27 maart 2017
Zaaknummer
LAR nr. 2905 van 2016 / AUA201600629
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op een bouwvergunning door de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie

Op 20 maart 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarbij appellant, wonend in Aruba, beroep had ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om een bouwvergunning. Appellant had op 12 mei 2016 een verzoek ingediend bij de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, maar ontving geen reactie. Na het indienen van bezwaar op 16 augustus 2016 en het uitblijven van een beslissing, heeft appellant op 22 november 2016 beroep ingesteld bij het gerecht. De Minister heeft geen verweerschrift ingediend.

Het gerecht overwoog dat appellant tijdig in beroep was gekomen en dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. De omstandigheid dat de Minister geen verweer had gevoerd, leidde tot de conclusie dat de ongemotiveerde afwijzing van het bezwaar niet in stand kon blijven. Het beroep werd gegrond verklaard, en de Minister werd opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellant.

Daarnaast werd de Minister als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en werd het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door rechter M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 20 maart 2017
LAR nr. 2905 van 2016 / AUA201600629
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
gericht tegen:
DE MINISTER VAN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, INFRASTRUCTUUR EN INTEGRATIE,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft op 16 augustus 2016 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek aan verweerder van 12 mei 2016 om hem een bouwvergunning te verlenen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 22 november 2016 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is vervolgens bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar.
2.2
Ingevolge artikel 32 van de Lar, aanhef en onder c, kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen, indien de beslissing waartegen het beroep is gericht kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Verweerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, die tot op heden worden begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 20 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).