In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster [X] een rechtszaak aangespannen tegen haar werkgever, CALABAS HOTELS N.V., h.o.d.n. RIU PALACE ARUBA, naar aanleiding van haar ontslag op staande voet. De procedure begon met een verzoekschrift waarin [X] stelde dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk was. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 januari 2017 zijn beide partijen verschenen, waarbij [X] haar standpunt heeft toegelicht en Riu haar verweer heeft gevoerd. De zaak draaide om de vraag of het ontslag gerechtvaardigd was, gezien de eerdere waarschuwingen die [X] had ontvangen voor onaanvaardbaar gedrag op de werkvloer.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat [X] op 4 april 2016 een superieur op ontoelaatbare wijze heeft bejegend, wat leidde tot het ontslag. Het Gerecht oordeelde dat Riu op goede grond en onverwijld heeft gehandeld door [X] te ontslaan. Alle vorderingen van [X] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers in een arbeidsovereenkomst en de gevolgen van onaanvaardbaar gedrag op de werkvloer.
De beschikking is gegeven op 21 maart 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, en de kosten van de procedure zijn begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde van Riu. Het Gerecht heeft de vorderingen van [X] afgewezen en haar in de kosten veroordeeld.