In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de stichting FUNDACION CAS PA COMINIDAD ARUBANO (hierna: FCCA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een woning huurt van FCCA. De huurprijs bedraagt AWG 665,00 per maand, en de gedaagde had per 1 juni 2016 een achterstand van AWG 5.367,20. Ondanks een betalingsregeling heeft de gedaagde niet aan haar verplichtingen voldaan. Op 10 augustus 2016 heeft de gedaagde een bedrag van Afl. 5.000,00 afgelost, maar de achterstand bleef bestaan. FCCA vorderde uiteindelijk de betaling van de achterstallige huur, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De gedaagde betwistte de verschuldigdheid van de incassokosten en de rente. Het gerecht oordeelde dat de gevorderde hoofdsom niet langer ter discussie stond en deze werd toegewezen. Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten, oordeelde het gerecht dat FCCA voldoende had aangetoond dat deze kosten redelijk waren, gezien de huurachterstand en de pogingen om het bedrag buiten rechte te innen. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift tot de dag der voldoening.
In de beslissing werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 maart 2017 door rechter Y.M. Vanwersch, en is uitvoerbaar bij voorraad.