ECLI:NL:OGEAA:2017:212

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
K.G. 343 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over nakoming van een vaststellingsovereenkomst

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben partijen op 29 april 2016 een vaststellingsovereenkomst gesloten ter beëindiging van hun geschil onder KG-833 van 2016. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, vorderde nakoming van deze overeenkomst omdat de gedaagde partij, die niet verschenen was, deze niet was nagekomen. De eiser vorderde onder andere dat de gedaagde haar medewerking zou verlenen aan de splitsing van een perceel en de ontruiming van een woning. De gedaagde werd in deze procedure niet gehoord, waardoor verstek werd verleend.

De rechter oordeelde dat de niet-nakoming van de vaststellingsovereenkomst voldoende aannemelijk was en dat de vordering tot nakoming voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter benoemde een onzijdig persoon om de gedaagde te vertegenwoordigen in plaats van de benoeming van de eiseres als vertegenwoordiger. Tevens werd de gedaagde veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning te ontruimen, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag bij niet-nakoming. De rechter bepaalde ook dat de verplichting om een gebruikersvergoeding te betalen eindigde in december 2016 en dat de gedaagde de proceskosten van de eiser moest vergoeden.

Het vonnis werd uitgesproken op 29 maart 2017 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 29 maart 2017
Behorend bij K.G. 343 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
1.[eiser 1],
2.[eiser 2],
3.[eiser 3],
4.[eiser 4],
5.[eiser 5],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiser c.s.],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 10 maart 2017.
Aan [eiser c.s.] is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hebben op 29 april 2016 een vaststellingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten ter beëindiging van hun geschil onder KG-833 van 2016.
2.2
[Gedaagde] is de overeenkomst niet nagekomen.
2.3
[eiser c.s.] wenst nakoming van de overeenkomst.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
[Eiser c.s.] vordert - kort gezegd - te bevelen dat [gedaagde] de overeenkomst nakomt met een dwangsom van Afl. 500,- per dag(gedeelte) indien zij nalaat haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de splitsingsakte en overdrachtsakte, om eiseres sub 1 als vertegenwoordiger te benoemen die namens [gedaagde] optreedt, te bevelen dat de gebruikersvergoeding geldig is tot december 2016, tot ontruiming van [adres X], en tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
[Eiser c.s.] grondt de vordering erop dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst.
3.3
Tegen [gedaagde] is verstek verleend.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gegeven de niet weersproken niet-nakoming van de vaststellingsovereenkomst is voldoende aannemelijk dat in een eventuele bodemzaak wordt geoordeeld dat [gedaagde] deze dient na te komen.
4.2
De vordering tot nakoming komt, als onweersproken en overigens niet ongegrond of onrechtmatig, voor toewijzing in aanmerking.
4.3
Zoals met [eiser c.s.] ter zitting is besproken zal het gerecht een onzijdig persoon benoemen in plaats van de benoeming van eiseres sub 1 als vertegenwoordiger.
4.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde] de proceskosten van [eiser c.s.] moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
beveelt dat [gedaagde] haar medewerking zal verlenen aan de splitsing van het perceel waarop de woningen [adres X] en [adres Y] staan, in dier voege dat [adres Y] aan [eiser 1] wordt toebedeeld en [adres X] zal worden verkocht voor een bedrag niet lager dan 70% van Afl. 358.000,-,
benoemt als onzijdig persoon deurwaarder [naam] indien [gedaagde] nalaat haar medewerking te verlenen,
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de woning [adres X] te Aruba te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, op straffe van een dwangsom van Afl. 500, per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, met een maximum van Afl. 50.000,,
bepaalt dat de verplichting om een gebruikersvergoeding van 6% van de marktwaarde aan de erfgenamen te betalen eindigt in december 2016,
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser c.s.] worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 473,20 aan explootkosten en Afl. 1.000, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.