ECLI:NL:OGEAA:2017:22

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 januari 2017
Publicatiedatum
20 januari 2017
Zaaknummer
A.R. no. 2147 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 11 januari 2017 een vonnis uitgesproken in de zaak tussen de naamloze vennootschap Princess Properties N.V. h.o.d.n. Aruba Happy Rentals (hierna: [Eiser] c.s.) en twee gedaagden (hierna: [Gedaagde] c.s.). De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning gelegen te Aruba. De huurovereenkomst werd op 2 november 2013 gesloten, waarbij de huurprijs Afl. 1.500,- per maand bedroeg. [Eiser] c.s. heeft [Gedaagde] c.s. in gebreke gesteld wegens een huurachterstand die op dat moment Afl. 24.000,- bedroeg. Ondanks herhaalde verzoeken om betaling, waaronder een schriftelijke ingebrekestelling, heeft [Gedaagde] c.s. nagelaten de achterstallige huur te voldoen.

Tijdens de comparitie op 23 november 2016 is [Eiser] c.s. verschenen, terwijl [Gedaagde] c.s. niet ter zitting verschenen. [Eiser] c.s. heeft zijn vorderingen gehandhaafd. In het vonnis van 11 januari 2017 heeft de rechter geoordeeld dat de huurovereenkomst op 11 mei 2016 rechtsgeldig is ontbonden, omdat [Gedaagde] c.s. toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de betalingsverplichtingen. De rechter heeft de ontruiming van de woning toegewezen en [Gedaagde] c.s. veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, boetes en proceskosten.

De rechter heeft de vordering van [Eiser] c.s. grotendeels toegewezen, met inbegrip van de betaling van Afl. 31.400,- aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente en boetes. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld om de woning binnen een maand na betekening van het vonnis te ontruimen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 11 januari 2017.
Behorend bij A.R. no. 2147 van 2016.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
1. [Eiser]
2. PRINCESS PROPERTIES N.V. h.o.d.n. ARUBA HAPPY RENTALS
gevestigd/wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiser] c.s., in mannelijk enkelvoud,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F.J. Caster,
tegen:
1. [Gedaagde sub 1]
2. [Gedaagde sub 2],
wonende te Aruba, [adres],
hierna ook te noemen: [Gedaagde] c.s., in mannelijk enkelvoud,
procederend in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 november 2016;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen gehouden op 23 november 2016.
1.2
[Eiser] c.s. is ter comparitie verschenen bij zijn gemachtigde. Hoewel deugdelijk opgeroepen is [Gedaagde] c.s. niet ter zitting verschenen. [Eiser] c.s. heeft gepersisteerd in het door hem gestelde en verzochte.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen hebben op 2 november 2013 een huurovereenkomst gesloten waarbij [Eiser] c.s. een woning verhuren aan gedaagden gelegen te [adres] in Aruba. De verschuldigde huurprijs bedraagt Afl. 1.500,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, uiterlijk op de 1e dag van elke maand. Indien op de 5e dag van de maand nog niet is betaald, is een contractuele boete van Afl. 50,- verschuldigd.
2.2
[Eiser] c.s. heeft een huurachterstand doen ontstaan, die tot en met augustus 2016 Afl. 24.000,00 bedroeg.
2.3
Bij brief van 5 april 2016 zijn [Gedaagde] c.s. schriftelijk in gebreke gesteld om de achterstallige huur over de maanden november 2014 en van 1 april 2015 tot en met 1 april 2016 ten bedrage van Afl. 18.550,- te betalen, bij gebreke waarvan verdere maatregelen genomen zullen worden.
2.4
Bij brief van 2 mei 2016 zijn de huurders wederom verzocht de achterstallige huur te betalen voor 9 mei 2016, bij gebreke waarvan de huurovereenkomst gedeeltelijk ontbonden zal worden.
2.5
Bij brief van 11 mei 2016 heeft [Eiser] c.s. de huurovereenkomst (gedeeltelijk) ontbonden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eisers vorderen verklaring voor recht dat de huurovereenkomst op 11 mei 2016 gedeeltelijk is ontbonden althans deze te ontbinden en – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van gedaagden tot betaling van Afl. 25.400,-, te vermeerderen met Afl. 1.500,- voor elke maand dat gedaagden het gehuurde na 1 september 2016 in gebruik hebben, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment vanaf 5 april 2016, 15% buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van gedaagden tot ontruiming van het gehuurde en vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eisers gronden de vordering erop dat gedaagden toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de uit de huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichting en schade leiden omdat gedaagden het gehuurde niet ontruimen en zonder recht of titel in gebruik hebben.
3.3
Gedaagden erkennen de huurachterstand.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Aan de orde is de vraag of de verzochte ontruiming kan worden toegewezen. ‘
4.2
Deze vraag wordt bevestigend beantwoord, nu de betalingsachterstand per 1 september 2016 ruim 16 maanden bedroeg en gesteld noch gebleken is dat [Gedaagde] c.s. deze heeft ingelopen. Voorts heeft [Eiser] c.s. de huurovereenkomst wegens toerekenbare en herhaalde tekortkoming van [Gedaagde] c.s, op 11 mei 2016 reeds buitengerechtelijk ontbonden, zodat [Gedaagde] c.s. sindsdien zonder recht of titel in de woning verblijft.
4.3
De huurachterstand is voorts erkend door [Gedaagde] c.s., zodat deze vermeerderd met de verder onweersproken boete ad Afl. 900,00 en de wettelijke rente toegewezen wordt. De buitengerechtelijke incassokosten wordt gematigd, aangezien gesteld noch gebleken is dat meer kosten zijn gemaakt die toekenning van het gevorderde rechtvaardigen.
4.4
Als de in het ongelijk te stellen partij moeten gedaagden de proceskosten van eisers betalen, gebaseerd op 1 punt behorende bij tariefgroep 5 van het van liquidatietarief.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
5.1
verklaart voor recht dat de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning [adres] op 11 mei 2016 is ontbonden;
5.2
veroordeelt gedaagden om binnen een maand na betekening van dit vonnis de woning te [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eisers zijn, en de sleutels af te geven aan eisers;
5.3
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan eisers van een bedrag van:
-Afl. 31.400,-, (zijnde de achterstand tot en met december 2016) te vermeerderen met de wettelijke rente steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 5 april 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald en te vermeerderen met Afl. 1.500,- voor iedere maand vanaf 1 januari 2017 dat gedaagden de woning niet hebben ontruimd;
- de contractueel bedongen boete ad Afl. 900,00;
- de buitengerechtelijke kosten ad Afl. 1.875,00.
5.4
veroordeelt gedaagden, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eisers
worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 386,18 aan explootkosten en
Afl. 1.250,- voor salaris gemachtigde;
5.5
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en is ondertekend door de rolrechter ter openbare terechtzitting van woensdag 11 januari 2017 in aanwezigheid van de griffier.